Groene Hart

Streek
Groene Hart
UtrechtNoord-HollandZuid-Holland

groene_hart_kaart_kopie.gif

Het Groene Hart is het grote groene gebied tussen omringend stedelijk gebied in de Randstad. Globaal betreft het het gebied tussen Amsterdam, Hilversum, Utrecht, Culemborg, Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Zoetermeer, Leiden en de Haarlemmermeerpolder.

Het Groene Hart is het grote groene gebied tussen omringend stedelijk gebied in de Randstad. Globaal betreft het het gebied tussen Amsterdam, Hilversum, Utrecht, Culemborg, Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Zoetermeer, Leiden en de Haarlemmermeerpolder.

Gieltjesdorp (1).JPG

Groene Hart, buurtschap Gieltjesdorp bij Breukelen

Groene Hart, buurtschap Gieltjesdorp bij Breukelen

Meije (2).jpg

Groene Hart, het dorpje Meije bij Bodegraven is een lintdorp met een groot en weids buitengebied

Groene Hart, het dorpje Meije bij Bodegraven is een lintdorp met een groot en weids buitengebied

Minkeloos.JPG

Groene Hart, buurtschap Minkeloos in de Alblasserwaard

Groene Hart, buurtschap Minkeloos in de Alblasserwaard

Oud Bodegraven._0.JPG

Groene Hart, buurtschap Oud-Bodegraven bij Bodegraven

Groene Hart, buurtschap Oud-Bodegraven bij Bodegraven

Groene Hart

Terug naar boven

Status

- Het Groene Hart is een streek in grotendeels de provincie Zuid-Holland en deels de provincies Noord-Holland en Utrecht.

- Het Zuid-Hollandse deel van het Groene Hart omvat het buitengebied van de gemeenten Alblasserdam, Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gorinchem, Gouda, Hardinxveld-Giessendam, Kaag en Braassem, Krimpenerwaard, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Molenlanden, Nieuwkoop, Papendrecht, Sliedrecht, Teylingen, Waddinxveen, Zoetermeer, Zoeterwoude en Zuidplas (anno 2019 zijn dat er 19).

- In de provincie Noord-Holland betreft het de gemeenten Gooise Meren (m.b.t. Muiden en Naarden), Ouder-Amstel, Weesp en Wijdemeren (anno 2019 zijn dat er 4).

- In de provincie Utrecht betreft het de gemeenten De Bilt, De Ronde Venen, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Oudewater (die laatste vier vormen samen de streek Lopikerwaard), Stichtse Vecht, Vijfheerenlanden en Woerden (anno 2019 zijn dat er 9). In totaal zijn dat 32 gemeenten.

Terug naar boven

Naam

Naamgeving
Het Groene Hart wordt zo genoemd omdat het een groot overwegend groen gebied is met veel open ruimte, omsloten door dicht(er) bevolkt randstedelijk gebied.

Terug naar boven

Ligging

Het Groene Hart is het grote groene gebied tussen omringend stedelijk gebied in de Randstad. Globaal betreft het het gebied tussen (met de klok mee) Amsterdam, Hilversum, Utrecht, Culemborg, Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Zoetermeer, Leiden en de Haarlemmermeer. Zie ook de kaart elders op deze pagina.

Terug naar boven

Geschiedenis

Als je je nader wilt verdiepen in de geschiedenis van het Groene Hart, kun je terecht bij:

- Streekarchief Rijnlands Midden (= gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop).

- Streekarchief Midden-Holland (= gemeenten Gouda, Krimpen aan den IJssel, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas).

- RHC (Regionaal Historisch Centrum) Rijnstreek en Lopikerwaard (= gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden).

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- "Bodemdaling zet deze regio de komende decennia voor een grote en kostbare maatschappelijke uitdaging. Tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling (november 2019) is officieel een start gemaakt met een aanpak onder de naam Regio Deal Bodemdaling Groene Hart. Overheid, ondernemers, kennisinstellingen en inwoners gaan op zoek naar oplossingen om de bodemdaling de baas te worden. Gedeputeerde Hanke Bruins Slot van de provincie Utrecht: 'Het is belangrijk dat we goed samenwerken om bodemdaling de baas te blijven. Samen kunnen we echt goed aan de slag gaan met het probleem en tot adequate oplossingen komen.'

In de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart werken 8 regionale overheden, de rijksoverheid, kennisinstellingen, agrarische sector, bewoners en bedrijfsleven mee aan een aanpak voor het omgaan met bodemdaling. Zij doen dit door meer dan 20 innovatieve experimenten uit te voeren en slim samen te werken. De kennis die in de regio wordt verzameld, kan ook op andere plaatsen in Nederland en mogelijk internationaal worden toegepast. Het Rijk en de acht lokale overheden investeren hierin gezamenlijk 20 miljoen euro.

Het Groene Hart en andere veengebieden kampen met een zakkende bodem door zetting en het inklinken van veengrond door ontwatering en droogte. De bodemdaling heeft grote impact vanwege de CO2-uitstoot vanuit het landelijk veengebied, het inklinken van agrarische gronden en de kosten die met name in het stedelijk gebied in de miljarden lopen. Er zijn daarom nieuwe invalshoeken nodig voor onder meer het wegenonderhoud, de agrarische sector en de fundering van woningen. De officiële start van de Regio Deal Bodemdaling werd bezegeld op het Nationaal Congres Bodemdaling, georganiseerd door het Platform Slappe Bodem en het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling. De deelnemers aan de deal gaan onder meer op werkbezoek. Door de problemen met eigen ogen te bekijken en hierover te spreken met boeren en inwoners wordt duidelijk waar men in de praktijk tegenaan loopt en wat wel werkt of wat anders moet.

Tijdens de aftrap ging ook de website Regio Deal Bodemdaling Groene Hart live. Op deze website staan ruim 20 projecten beschreven die zijn gestart om bodemdaling tegen te gaan. Ook is er informatie op te vinden over de initiatiefnemers, de project- en kennispartners, de aanpak, links en documenten en nieuws over de Regio Deal. De regionale overheden die meedoen aan de Regio Deal Bodemdaling zijn: gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda, Woerden, de provincies Zuid-Holland en Utrecht, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard." (bron: Provincie Utrecht, november 2019)

- "De kenmerkende veenweideproblematiek van bodemdaling en CO2-uitstoot staat volop in de belangstelling. Het is inmiddels genoegzaam bekend: het veenkussen onder het Groene Hart wordt langzaam opgebrand. Met name door
ontwatering (vooral bedoeld om landbouwkundig gebruik mogelijk te maken) oxideert het veen, zakt de bodem en komt CO2 vrij. Dit proces is al eeuwenlang gaande, maar de afgelopen honderd jaar geïntensiveerd. De gevolgen zijn steeds nijpender. In het licht van het Klimaatakkoord moet de CO2-emissie drastisch omlaag, ook in deze regio, waar per jaar zo’n 1,4 megaton vrijkomt. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekende dat bodemdaling de samenleving voor grote kosten stelt. In 2050 kan de schade aan woningen en infrastructuur in heel Nederland oplopen tot 22 miljard euro. Bovendien neemt de biodiversiteit in de regio met rasse schreden af. In 2019 luidde het PBL wederom de noodklok: ‘Het verlies aan biodiversiteit bedreigt op termijn de voedselproductie en het nationaal welzijn.’

Niet voor niets dus hebben de veenweiden een prominente plek in de recent verschenen Nationale Omgevingsvisie, pleit GroenLinks voor een ‘Deltaplan Veen’ en ontvouwt de agrarische sector plannen om de veenweiden geschikt te maken voor onder meer kringlooplandbouw (door bodemverbetering, de aanpak van schadelijke emissies en de invoer van circulaire productiesystemen). Ondanks al die aandacht en lovenswaardige ambities is er nog lang geen overeenstemming over hoe de problemen in de veenweiden van het Groene Hart moeten worden aangepakt. Er is sprake van een structureel gebrek aan kennis en in het debat lijken clichés de boventoon te voeren.

De grootste misvatting is dat het oxidatieproces - de belangrijkste oorzaak van bodemdaling en het vrijkomen van CO2 - alleen kan worden tegengegaan door het hele gebied onder een laagje water te zetten of door de toepassing van drukdrainage. Dergelijke veronderstellingen geven een te simpele voorstelling van zaken en voeden de breed gevoelde angst dat door vernatting de koe uit de wei verdwijnt en het karakteristieke polderland van weidse vergezichten en hoge wolkenluchten verloren gaat. Reden voor de provinciaal adviseurs van Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland om een nieuw licht te werpen op de veenweideproblematiek. Is een algehele vernatting inderdaad de enige oplossing? Betekent dit dan echt het einde van de landbouw en het karakteristieke polderland? Zijn er verbanden te leggen met vraagstukken op het gebied van biodiversiteit en droogte?

Om antwoorden te vinden op deze vragen brachten de adviseurs het probleem terug tot de kern. Om deze regio klaar te stomen voor de toekomst moet de prioriteit eerst en vooral liggen bij het op orde brengen van het bodem- en watersysteem. Of zoals de onderzoeksvraag klonk: wat is nodig om de bodemdaling af te remmen (of liever nog: te stoppen of ‘om te keren’) en de uitstoot van CO2 tot een minimum te beperken? Teams van ontwerpers, experts en onderzoekers gingen met deze vraag aan de slag. Op basis van hun bevindingen doen de provinciaal adviseurs in het rapport 'Een nieuwe aanpak voor de veenweiden van het Groene Hart. Naar optimale combinaties van bodem, water en landgebruik' (2019) uit de doeken hoe met een andere aanpak van bodemdaling en CO2-uitstoot, deze regio kan uitgroeien tot een aantrekkelijk en veerkrachtig landschap waar de komende decennia urgente opgaven van antwoorden worden voorzien. Denk aan het op peil houden van de zoetwatervoorziening, het tegengaan van droogte, het vergroten van de biodiversiteit, de introductie van kringlooplandbouw en het versterken van de recreatieve aantrekkelijkheid."

Maak van het Groene Hart een gevarieerd landschap, waarbij het type veenbodem het waterpeil bepaalt en het soort landgebruik. Deze boodschap geven de provinciaal adviseurs Ruimtelijke Kwaliteit van Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland mee bij hun pleidooi voor de aanpak van de bodemdaling in deze streek. Hun pleidooi is tegenovergesteld aan de huidige aanpak, waarin het waterpeil wordt aangepast aan de agrarische functie. Het advies is gebaseerd op ontwerpend onderzoek van 6 ontwerpbureaus en 4 onderzoeksinstituten.

In het Groene Hart zijn bijna 3.500 landbouwbedrijven actief. Ongeveer 70% betreft melkveehouderij en 10% akkerbouw. De overige 20% is natuur. In de melkveehouderij proberen boeren met schaalvergroting de stijgende kosten en lage melkprijzen het hoofd te bieden. Waterschappen faciliteren de boeren met een waterpeil tussen de 30 en 60 centimeter onder het maaiveld. Ook spelen klimaatverandering en toenemende droogte een rol bij de oxidatie van het veen. Tijdens droge perioden zal de bodemdaling, bij ongewijzigd beleid, versterkt doorzetten, met als gevolg schade aan woningen en infrastructuur.

Het Groene Hart kent nu een overwegend uniform waterbeheer, ondanks grote verschillen in de ondergrond. De provinciale adviseurs onderscheiden 7 verschillende typen ondergronden afhankelijk van het type veen en oplopend in kleigehalte. Afhankelijk van de focus van het beleid schetsen zij drie mogelijke ambitieniveaus voor bodemdaling, te weten vertragen, stoppen of aangroeien. Ze laten zien welke vormen van grondgebruik het beste bij de ambitieniveaus passen en welke opbrengsten de boeren daarbij kunnen verwachten. De sleutel om het tij te keren ligt daarin vooral bij het waterbeheer. Een nieuw inzicht is dat de grootschalige verhoging van het waterpeil een te simpele voorstelling van zaken is. De kern van het advies is het waterpeil aan te passen aan de ondergrond en het gebruik van de bodem volgend te maken aan het waterpeil.

De provinciale adviseurs stellen in hun advies dat maatwerk per type veenbodem en nieuwe bedrijfsmodellen in de toekomst een gevarieerd en natuurlijk veenlandschap kunnen opleveren. Maatschappelijke opbrengsten zoals C02-reductie, waterberging, natuurontwikkeling en energieproductie spelen een rol in deze nieuwe modellen. Het watersysteem zien zij als een uit te bouwen en ijzersterk casco. Als resultaat zien zij een 'mozaïeklandschap' ontstaan met nog altijd traditionele melkveebedrijven en groene weides, maar ook alternatieve landbouwvormen zoals natte teelten en uiteenlopende natuurtypen. Zij nemen daarmee afstand van het beeld van het Groene Hart als een homogeen en door landbouw gedomineerd gebied. Daarnaast sluiten zij met hun pleidooi aan op het recent gesloten Klimaatakkoord.

- Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart geeft in de nota 'Perspectief Groene Hart' (2017) haar vergezicht op deze regio rond 2040. In het document staan 5 opgaven centraal: 1) versterking van het landschap en de identiteit, 2) vertraging van de bodemdaling, 3) ruimte voor energietransitie, 4) ontwikkeling en verduurzaming van het economisch profiel en 5) een betere benutting van het mobiliteitssysteem. Deze regio staat net als de rest van Nederland voor een aantal grote transities, die het beeld van 2040 beïnvloeden. Deze transities waren, samen met de komst van de Omgevingswet, voor de Stuurgroep aanleiding om te komen tot gedeelde ambities voor deze regio.

Via een groot participatieproces heeft de Stuurgroep de 5 belangrijkste opgaven benoemd. Samen met partijen uit en rondom de regio heeft zij de kwaliteiten van het gebied benoemd en aangegeven welke ambities er liggen voor de komende decennia. Deze ambities zijn vastgelegd in het Perspectief Groene Hart. De stuurgroep brengt de nota verder onder de aandacht bij de provincies, gemeenten, waterschappen en belangenorganisaties in de regio. Gevraagd wordt om het document te gebruiken als input voor het omgevingsbeleid. De Stuurgroep ziet dit als een kans om de verschillende beleids- en visiedocumenten in deze regio beter op elkaar af te stemmen. Door gedeelde ambities voor het gebied vast te leggen in het omgevingsbeleid, zal het open gebied tussen de grote steden zijn waarden behouden of verbeteren.

- De regio wordt bedreigd door o.a. economische stagnatie, leegstand en voortgaande bodemdaling. De Stuurgroep Groene hart (SGH) heeft daarom een nieuwe visie nodig. SGH-voorzitter Chris Kalden pleit voor meer samenwerking tussen bestuur, bedrijfsleven en instellingen; niet-samenwerking is geen optie. Kalden gaf in 2015 tijdens een lezing van de Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) van Zuid-Holland in Fort Wierickerschans een - in het artikel hierboven reeds genoemde - top vijf van aan te pakken agendapunten: Kalden pleitte ervoor de gezamenlijke inspanningen te richten op leefbaarheid, beleefbaarheid en kwaliteit van natuur, milieu en ruimte. Verder stelt hij o.a.: "We vinden allemaal weidegang belangrijk. En voor weidegang is een grote huiskavel erg belangrijk. Die is lang niet altijd aanwezig. De provincies kunnen een programma van kavelruil e.d. starten, gericht op de melkveehouderij in deze regio. Ik pleit voor een meerjarig programma, gericht op de ondersteuning en bevordering van de melkveehouderij in de regio, waarbij landschappelijke kwaliteit en biodiversiteit mede-doelstellingen zijn."

- Het Groene Hart is een gewaardeerd woon-, recreatie- en leefgebied in de Randstad met internationaal belangrijke cultuurhistorie en natuur. Het veengebied kampt echter met een aantal problemen. Bij ongewijzigd beleid nemen de beheerskosten toe omdat de veenbodem blijft dalen. Daarnaast veroorzaakt veenoxidatie ruim 1% van de landelijke CO2 uitstoot. Bovendien is het unieke Hollandse veenlandschap kwetsbaar door verstedelijking en intensieve landbouw. Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) heeft de opgaven en kansen voor de regio in beeld gebracht en komt met aanbevelingen in het rapport Het Groene Hart Verbeeld (2015).

- Het in 2010 afgesloten Veenweidepact Gouwe Wiericke beoogt het gebied tussen globaal Gouda en Woerden de komende jaren integraal te ontwikkelen, d.w.z. rekening houdend met de belangen van wonen, werken, water, landschap, natuur en recreatie.

Kwaliteitsteam
Sinds 2009 is er het Kwaliteitsteam Groene Hart. Het team brengt gevraagd en ongevraagd advies uit op ruimtelijke plannen en projecten in de regio. De Stuurgroep, waarin de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland vertegenwoordigd zijn, wil met dit team zorgdragen voor betere plannen en voor ruimtelijke oplossingen met kwaliteit. Het team bestaat uit vijf onafhankelijke adviseurs, ieder gespeciaiseerd in andere disciplines (met name stedebouwkundige, landschapsarchitect, bioloog, landbouweconoom). Het team presenteert zich als kritische, meedenkende bondgenoot. Zij stelt zich als doel om met haar adviezen ruimtelijke kwaliteit, samenhang en consistentie in plannen te brengen én om de voortgang te versnellen van planvorming met kwaliteit. Het team voorziet plannen in de regio op verschillende momenten in de planfase van een advies; bij de start, tijdens het kiezen van alternatieven en bij het eindontwerp. De adviezen zijn openbaar en te vinden op de site Kwaliteitsatlas Groene Hart.

Ontwerpers buigen zich over inpassen van woningen in de regio
Het Bouwfonds heeft een prijsvraag uitgeschreven voor jonge ontwerpers, zoals ruimtelijke ontwerpers, architecten, stedenbouwkundigen, planologen en kunstenaars voor verantwoord inpassen van woningen in het Groene Hart. Onder het motto 'Good Red Super Green' moeten deelnemers concepten bedenken waarin de bebouwing het 'groen' kan ondersteunen. De regio volledig met rust laten is geen optie, meent Fred Schoorl, directeur van het Nirov. Stedelingen willen de ruimte kunnen gebruiken om te wonen en te recreëren. Volgens Friso de Zeeuw, directeur Nieuwe Markten van Bouwfonds Property Development, schuilt er een gevaar in de vele bouwplannen van de gemeenten in deze regio. Als die allemaal worden uitgevoerd blijft er weinig ruimte over voor natuur of recreatie.

De Zeeuw is tevens bestuurslid van de Vereniging Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen Neprom. Die organisatie stelt voor om van de 30.000 woningen die volgens de bestemmingsplannen de komende jaren in de regio gebouwd mogen worden, er 13.000 te reserveren voor een 'rood-voor-groen' constructie. Dat betekent dat een deel van de winst uit de grondexploitatie of de verkoop van de woningen wordt geïnvesteerd in natuur. Het Nationaal Groenfonds en Bouwfonds hebben becijferd dat een hectare bebouwing voldoende geld op kan leveren voor de duurzame ontwikkeling en beheer van 11 hectare natuur in het Groene Hart. Woningbouw is te gebruiken om te investeren in natuurontwikkeling en -beheer. De andere functies van het gebied, zoals landbouw en waterberging, leveren te weinig geld op. Met een concreet, uitvoerbaar plan voor een zorgvuldig uitgekozen locatie willen de initiatiefnemers bewijzen dat woningbouw, natuurontwikkeling en landschapsbeheer best samen kunnen gaan. (bron: De Pers, 16-7-2008)

LTO maakt zich sterk voor behoud agrarisch Groene Hart
De beste garantie om een uniek gebied als dit met een eeuwenoud landschap ook op de langere termijn in stand te houden is een sterke en renderende melkveehouderij. Dat zegt LTO-voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland naar aanleiding van de Structuurvisie Randstad 2040. Ook de SER heeft onlangs gepleit voor perspectief voor de melkveehouderij als een van de belangrijkste dragers van dit gebied. Een toenemende diversiteit in delen van deze regio, zoals in de Structuurvisie bepleit, en verder oprukkende woningbouw zullen er uiteindelijk toe leiden dat amper iets van dit gebied overblijft. Wel ziet LTO kansen voor meer dynamische functies van dit gebied, onder meer voor wateropvang en kleinschalige recreatie- en natuurprojecten, gekoppeld aan agrarische bedrijven.

LTO Nederland verzet zich tegen grootschalige projecten voor wateropvang en natuur. Maat is voorstander van kleinschaligheid om de tendens te doorbreken steeds meer landbouwgrond op te offeren ten behoeve van natuur. "Vergeet niet dat land- en tuinbouw óók uiteenlopende functies vervullen voor natuur, groen en recreatie. Daarom is het des te belangrijker ook met het oog op die functies op de langere termijn, dat het landelijk gebied nog beter toegankelijk wordt gemaakt.” De LTO-voorzitter noemt een betere ontsluiting van de Randstad essentieel voor de toekomstige economische ontwikkeling. Zo’n tweederde van de glastuinbouw is gevestigd in het westen van het land en die sector blijft, ook met het oog op toekomstige werkgelegenheid en energievoorziening, een heel belangrijke. "Er moeten ruimte blijven voor ontwikkeling van deze sector, die eveneens een bredere functie zal krijgen”, voorziet Maat. (bron: LTO Nederland, 5-9-2008)

- "De lage grondwaterstand laat veel CO2 uit de veenweiden los. Een hogere waterstand biedt uitkomst, maar niet iedere koe kan tegen de lagere voedselkwaliteit en nattere poten. Wanneer delen van het Groene Hart uit productie zouden moeten genomen worden, bijvoorbeeld om naast de CO2-uitstoot de stikstofuitstoot naar beneden te brengen en wateropvang te realiseren, is een landschapsmodel mogelijk met Blaarkoppen om wel de weidevogels en de cultuurhistorische waarden te kunnen handhaven. Onderzoeken laten zien dat Blaarkopbedrijven kunnen concurreren met Holsteinbedrijven: onder extensieve omstandigheden; in natuurrijke graslanden; in bedrijven zonder mais; in vernatte gebieden." (bron en voor nadere informatie zie het rapport 'Nieuwe verdienmodellen voor het Groene Hart: De Blaarkop', uitg. Blaarkopstudieclub Utrecht e.o., 2020. "Het rapport geeft weer hoe wij, de regionale vereniging van Blaarkopfokkers, denken ons ras te kunnen versterken en uit te breiden naar 2000 of meer melkgevende dieren in de melkcontrole rond 2040.")

Terug naar boven

Jaarlijkse evenementen

- Het is lente... lammetjes worden geboren, fruitbomen staan in bloei, bootjes varen over de plassen, koeien dansen in de wei en fietsers gaan op pad. Vier de Lente in het Groene Hart (half maart t/m half juni) nodigt je uit om te genieten van het oer-Hollandse landleven. Kies uit meer dan 150 uitjes en evenementen. Kom naar buiten en beleef het Groene Hart!

- Sinds 2011 is er het Nationaal Regenboog Zeilevenement op de 'Hollands-Utrechtse Plassen' (gedurende 5 dagen eind juni / begin juli). Het evenement vindt plaats op de Kagerplassen, het Braassemermeer, de Westeinderplassen, de Vinkeveense Plassen en de Nieuwkoopse Plassen. In deze periode worden er, naast de zeilcompetitie, door en in de gemeenten ook veel andere activiteiten georganiseerd. Het evenement beoogt bij te dragen aan de bekendheid van het Groene Hart als recreatief en toeristisch watersportgebied, waarvan het wateroppervlak groter is dan dat van Friesland (want naast de genoemde plassen zijn er ook nog de Reeuwijkse Plassen en de Loosdrechtse Plassen).

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Met de Wandelplanner Groene Hart kun je aan de hand van knooppunten zelf je wandelroutes uitstippelen.

- De komende jaren dreigen in het Groene Hart meer dan 60 polders te verdwijnen of ernstig te worden aangetast door o.a. woningbouw, bedrijventerreinen en nieuwe wegen. Onder de link vind je welke polders het betreft, met per polder de specifieke redenen van bedreiging.

- Een Toeristisch Overstappunt (TOP) is een startpunt waar je de auto kunt achterlaten om vandaar heerlijk te fietsen of te wandelen in een landelijke omgeving. Vanaf elke TOP kun je bewegwijzerde of beschreven routes volgen, die je laten kennismaken met de mooiste plekjes van de streekt. - Overzicht van de TOP's in het Groene Hart.

- "Het werkgebied van Stichting Groene Hart is het gelijknamige Nationaal Landschap, zoals omschreven in de Nota Ruimte van het Rijk uit 2005, en in samenhang daarmee de daaromheen gelegen stedelijke gebieden. De ontstaansgeschiedenis van het Groene Hart, die nauw verbonden is met de ontwikkeling van het agrarisch gebruik, maakt het tot een gebied dat rijk is aan cultureel erfgoed en natuur, en dat van grote betekenis is als leef- en werkomgeving, zowel voor de inwoners als voor de miljoenen stedelingen die eromheen wonen. Die betekenis en de waarde van het landschap kunnen alleen worden behouden als deze regio sociaal-economisch vitaal blijft en mensen zich ermee verbonden voelen.

De stichting heeft ten doel om het karakter en de cultuur-, natuur- en landschapswaarden van het Groene Hart te behouden en te ontwikkelen. De stichting beoogt hieraan bij te dragen door de uitgave van diverse publicaties, het verrichten van onderzoek en het organiseren van congressen, tentoonstellingen, excursies en manifestaties. Elk kwartaal verschijnt het publieksblad 'Groene Hart Leven' en wekelijks de e-mailbrief 'de Groene Flits' De stichting stimuleert sociaal-economische en sociaal-culturele ontwikkelingen die bijdragen aan de vitaliteit van deze regio - zoals duurzame landbouw, plattelandstoerisme en de verkoop van streekproducten - en besteedt daarbij in het bijzonder aandacht aan de agrarische sector, die nog altijd een belangrijke drager is van het landschap. De stichting stimuleert in het bijzonder ontwikkelingen die bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van het landschap."

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Het Groene Hart (online te bestellen).

Terug naar boven

Links

- Bestuurlijk: - De Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart zet zich, samen met ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden in voor een mooie en economisch vitale regio. Een gebied dat haar rol als groen hart van de Randstad met verve blijft spelen, aldus de Stuurgroep.

- Media/nieuws: - Nieuws uit het Groene Hart van het AD op Facebook.

- Techniek/innovatie: - FabLab Het Groene Hart heeft de ambitie om een technisch en creatief knooppunt te worden voor technici, kunstenaars en ieder ander die in deze regio met techniek en materiaalbewerking bezig wil zijn. In hun super moderne werkplaats voorzien van o.a. 3D printers, lasersnij tafels, werkbanken en presentatieruimte kun je van jouw idee een echt product maken. Bijzonder aan een FabLab is dat alle kennis - ook de kennis die je er zelf met je projecten opdoet - er wordt gedeeld.

- Duurzaamheid: - De totale energievraag van deze regio kan volledig worden ingevuld met lokaal opgewekte schone energie. Ook kunnen ondernemers bijdragen aan een energieneutrale regio door meer samen te werken, duurzaam te (ver)bouwen en producten meerdere gebruikscycli te geven. Dat zijn belangrijke conclusies uit het in 2016 verschenen rapport 'Het Groene Hart Circulair: circulaire kansen voor een veerkrachtige regio' (dit is het volledige rapport. Hier kun je ook een brochure met de samenvatting online lezen). Het onderzoek van duurzaamheidsbureau Metabolic is uitgevoerd in opdracht van de Rabobank, de Provincie Zuid-Holland en Heineken Nederland.

Op basis van een uitgebreide studie naar het Groene Hart concludeert Metabolic dat ‘de regio zich in de unieke positie bevindt om een voortrekkersrol te pakken op weg naar een circulaire economie’. Het rapport specificeert de krachten en de uitdagingen van de streek, die samen leiden tot 6 kansen op het gebied van circulair wonen, leven en werken. De sterke punten van deze regio zijn het open weidelandschap, de centrale ligging en de goed ontwikkelde land- en tuinbouwsector. Tegenover deze sterke punten staan diverse uitdagingen. Zo is de regio in zijn energiebehoefte bijna volledig afhankelijk van fossiele brandstoffen en worden reststromen niet optimaal benut. Zouden alle reststromen in vrachtwagens worden verzameld, dan mogen er 8.000 voorrijden; een aaneengesloten file van Gouda tot Brussel. Ook bodemdaling door ontwatering vormt een probleem.

Het rapport moedigt overheden, ondernemers en inwoners aan de krachten van het Groene Hart optimaal te benutten - niet alleen om de uitdagingen het hoofd te bieden, maar ook om verder door te pakken. Met innovatie kunnen ondernemers vooruitgang boeken in circulair (ver)bouwen, produceren en handelen, en daarmee zowel de regio als hun bedrijf versterken. De onderzoekers adviseren ondernemers uit de tuinbouwsector met combinatieteelt en gewasrotatie diversiteit te creëren zoals in natuurlijke ecosystemen. Bedrijven uit de bouwsector zouden moeten inzetten op circulaire en klimaatbestendige woningbouw. En in de landbouw zal het gebruik van natte veenweidegronden moeten worden verbeterd om bodemdaling te voorkomen. Daarnaast leent het landschap zich uitstekend voor de opwekking van zonne- en windenergie, waarmee de gehele regio van duurzame en lokaal opgewerkte energie kan worden voorzien. Tenslotte kunnen ondernemers slagen maken door het verduurzamen en recyclen van verpakkingsmateriaal, en het overstappen op schoon vervoer.

- Groene Hart Werkt! is hét regionale platform voor circulaire economische initiatieven. Het platform verbindt ondernemingen, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en overheid met elkaar. Voorop staat het mogelijk maken van samenwerking tussen deze partijen aan circulaire initiatieven om de regionale economie te versterken en de arbeidsmarkt te verbeteren. Via het platform verstevigen partijen hun samenwerking, delen hun kennis en netwerk, en realiseren samen kansrijke (regionale) projecten.

- Voor deze regio kan de klimaatverandering niet alleen een bedreiging maar ook een kans zijn. Het gebied zou dan meer dan tot nu toe klimaatbestendig moeten worden ingericht. Dat staat in het rapport Klimaatpark Groene Hart, (juli 2010). Duurzaamheid is de basis voor de nieuwe inrichting. Het meest in het oogspringende voorstel is de transformatie van de diepe droogmakerijen. Deze bestaan nu vooral uit eindeloze akkers en rechte wegen, waar het grondwater steeds verder verzilt. In het nieuwe Klimaatpark worden delen van deze polders opgehoogd zodat er woningen kunnen worden gebouwd, terwijl andere delen onder water worden gezet waardoor er plassen ontstaan.

In het concept van het Klimaatpark zal ook het waterpeil van veengebieden worden verhoogd. Op dit moment wordt in het Groene Hart woningbouw geweerd en landbouw bevorderd. Het landschap is echter niet duurzaam en het is niet toegankelijk voor Randstedelingen. Het polderlandschap zal altijd blijven bestaan. Maar het Klimaatpark zal ook spectaculaire waterlandschappen, een brede gordel van moerasgebieden, bijzondere woon- en werkgebieden aan het water of langs bosrijke rivierzomen bieden.

- Fauna: - Hoewel het volgens diverse onderzoeken slecht gaat met de bijen in Nederland, heeft de in 1942 opgerichte Imkersvereniging Groene Hart weinig last van bijensterfte. De imkers in de regio Boskoop wijten dit aan de goede aanpak van bijenziekten zoals de varroamijtbestrijding en de goede biodiversiteit. Naast alle bomen en planten hebben boomkwekers dikwijls bloeiende groenbemesters op hun percelen staan om de bodemkwaliteit te verbeteren. Deze groenbemesters zijn ook goed voor de bijen. Zo levert Tagetes volop stuifmeel. Daarnaast zijn er imkers die het idee hebben dat bijenvolken die bij Tagetes hebben gestaan minder last van varroamijt hebben. Hierover is nog weinig kennis beschikbaar. Daarom wordt samen met imkers en kwekers meer informatie verzameld die kan dienen als basis voor een groot onderzoek. Als blijkt dat dit werkelijk zo is, heeft Greenport Boskoop naast het brede sortiment nog een extra reden om zich te profileren als The place to Bee.

- Kunst: - Stichting Kunstpromotie Groene H/Art is opgericht in 1998 en heeft uiteraard als doel het promoten van kunstactiviteiten in deze regio. De stichting doet dit o.a. door het organiseren van exposities met een regionaal thema, zoals een expositie Schilders uit het Nieuwkoopse Plassen-gebied. Tevens heeft de stichting een kunstcompetie ingesteld, waarbij zij elke 2 jaar (in de oneven jaren) de Groene Hart Kunstprijs toekent aan zowel professionele als amateurkunstenaars. Er is ook een Rabo Publieksprijs, en als onderdeel hiervan een Online Publieksprijs, waarbij kunstliefhebbers online hun stem kunnen uitbrengen op hun favoriete kunstwerk. En sinds 2017 is er ook de Kunstprijs voor de Jeugd.

Reactie toevoegen