Kleinemeer

Plaats
Buurtschap
Midden-Groningen
Veenkoloniën
Groningen

Kleinemeer

Terug naar boven

Status

- Kleinemeer is een buurtschap in de provincie Groningen, in de streek Veenkoloniën, gemeente Midden-Groningen. T/m 31-3-1949 gemeente Sappemeer. Per 1-4-1949 over naar gemeente Hoogezand-Sappemeer, in 2018 over naar gemeente Midden-Groningen.

- De buurtschap Kleinemeer valt, ook voor de postadressen, onder het dorp Sappemeer.

- De buurtschap Kleinemeer ligt binnen de bebouwde kom van Sappemeer, maar heeft zelf geen plaatsnaamborden, en ook geen gelijkluidende straatnaam - wat bij veel andere buurtschappen wél het geval is - zodat je ter plekke nergens aan kunt zien dat en wanneer je de buurtschap binnenkomt en weer verlaat.

Terug naar boven

Naam

In het Gronings
Klainmeer.

Oudere vermeldingen
1840 Kleine Meer.

Naamgeving / naamsverklaring
De buurtschap dankt haar naam aan een meer dat hier vroeger lag, maar dat in de tijd van de vervening is verdwenen.

Terug naar boven

Ligging

De buurtschap Kleinemeer ligt in het Z van Sappemeer, rond het Z deel van de Kleinemeersterstraat en de Z haaks daarop gelegen weg De Vosholen, en ligt verder O van Hoogezand en WZW van Zuidbroek.

Terug naar boven

Statistische gegevens

In 1840 omvat de buurtschap Kleinemeer 76 huizen met 413 inwoners. Tegenwoordig heeft de buurtschap ca. 100 huizen met ca. 250 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

De buurtschap Kleinemeer dankt haar ontstaan aan de Borgercompagnie, die vanaf Sappemeer zuidoostwaarts begon met het afgraven van het veen. De rijkdom die dat turfsteken opleverde, kwam hier tot uitdrukking in drie 'veenborgen' die in de buurtschap hebben gestaan: Woelwijk en Vosholen die inmiddels zijn verdwenen, en de nog altijd bestaande veenborg Welgelegen.

Woelwijk
Tot ca. twee eeuwen geleden geven de bossages en tuinen van diverse buitenplaatsen een fraai aanzien aan de buurtschap Kleinemeer. Tegenwoordig is alleen Welgelegen daar nog van over (zie bij Bezienswaardigheden). Zo staat tot ca. 1770 tegenover Welgelegen, aan de overzijde van het Borgercompagniesterdiep, het statige Woelwijk. Het huis, op kelders gebouwd, telt twee verdiepingen. Een hoge monumentale stoep leidt naar de hoofdingang met aan weerszijden twee ramen. In volkomen symmetrie hiermee zijn de vijf grote ramen van de bovenverdieping, bekroond met een aardige topgevel, terwijl twee 'akkeneeltjes' sierlijk uit het dak naar voren steken.

Rondom het 18e-eeuwse landhuis ligt het prachtige park, aangelegd in de stijl van Le Nôtre, de befaamde tuinarchitect van Versailles. Een dubbele rij bomen op de singels en langs de grachten beschermt het rosarium tegen de krachtige westenwind. Een fontein klatert in het midden en verbreekt de strakke lijnen van de perken geschoren taxishagen, met beelden versierd. Een zonnewijzer in de kersenhof geeft de uren aan. Boogbruggetjes leiden over de gracht, die deze hof omsluit en die door een langgerekte vijver van de perken gescheiden is. Nog verder naar het noorden liggen de moestuinen Temidden hiervan staat het koetshuis, door een brede dam verbonden met de weg, beplant met een dubbele rij bomen. De oprijlaan, omzoomd door linden, geeft van de hoofdweg van de Borgercompagnie af toegang tot de borg, die aan een groot binnenplein staat. Hier bevindt zich ook de oranjerie, aan de rand van het eikenbos, dat het uitzicht over de vlakke landen aan het oog onttrekt. Een grote boomgaard, van het park gescheiden door een brede binnengracht, sluit het terrein naar het zuiden af.

Stichter van Woelwijk is de Groninger raadsheer Jacob Appius, kleinzoon van Jacob Haijckens. De borg moet gebouwd zijn in het begin van de 18e eeuw. In 1722 wordt Woelwijk verkocht aan Gerhard Sichterman, kolonel van een regiment infanterie, gouverneur van Grave en kwartiermeester-generaal van de cavalerie. Hij is getrouwd met Lowijse Christina Trip, afkomstig van de Warffumborg. Na eerst nog enkele andere eigenaars gehad te hebben, komt Woelwijk in 1768 in het bezit van Cornelis Star Lichtenvoort, een zoon van kolonel Wilhelmus Lichtenvoort, eigenaar van Welgelegen. Enkele jaren later wordt Woelwijk gesloopt.

Vosholen
Veenborg Vosholen wordt omstreeks 1706 gebouwd door Gerrit Blencke, 'gesworene' van de stad Groningen, aan de zuidzijde van het hoofddiep, even ten westen van het dwarsdiep naar Sappemeer, in de huidige buurtschap Kleinemeer. In alle eenvoud lijkt het een getrouwe kopie van het nog altijd bestaande Welgelegen, maar dan wel van bescheidener allure. Het landgoed strekt zich uit van het Kleinemeersterhoofddiep naar het zuiden tot aan de oude landweg die de Borgercompagnie met de Kalkwijk verbond. Hier tegenover, evenwijdig aan het Kleinemeersterdiep, liggen nog ruim 10 grazen, die aan de noordzijde worden begrensd door de oude wagenweg, de tegenwoordige Middenstraat te Sappemeer.

De oprijlaan van hoge eiken voert vanaf Welgelegen langs de zuidzijde van het hoofddiep naar Vosholen. Een inrijhek op de dam in de brede gracht geeft toegang tot de borg. Prachtige lanen omzomen het landgoed. Eén loopt zuidwaarts tot aan de oude landweg, terwijl een dubbele rij beuken, geflankeerd met kreupelhout, de wandelaar langs de landerijen naar de middenstraat brengt. Daar sluit zij aan op een laan die rechtstreeks naar het 'herendiep' te Sappemeer loopt. Het is het huidige 'Roomse laantje', dat Kleinemeer nog altijd verbindt met de RK kerk te Sappemeer. In de jaren negentig van de 19e de eeuw wordt Vosholen afgebroken. Ook de grachten en vijvers worden gedempt. En door een latere herontginning is zelfs het eigenlijke borgterrein niet meer te herkennen.

Religie
Van 1710 tot ca. 1870 heeft in Kleinemeer een RK schuilkerk gestaan, gewijd aan St. Willibrordus. Het doopvont van deze kerk bevindt zich tegenwoordig in de Willibrorduskerk in Sappemeer. De term schuilkerk wil zeggen dat tot 1795 (toen de Fransen in ons land de godsdienstvrijheid herstelden) het protestantisme de officiële godsdienst was en het katholicisme verboden was. Daarom werden er hier en daar 'schuilkerken' opgericht die soms getolereerd werden mits ze niet teveel opvielen. Tot 1795 moesten de katholieken dus 'in het geniep' vanuit de wijde regio hier bijeenkomen. Soms werden de kerkdiensten hardhandig onderbroken en werden de katholieken en/of de kerk hardhandig gemolesteerd. Zo is de kerk van Kleinemeer in 1787 geplunderd. Voor een soortgelijke case in Groningen zie Winschoterzijl.

In Sappemeer was het ontstaan van de katholieke 'statie' Kleinemeer afhankelijk van (het beschermheerschap van) enkele vermogende katholieke heren die in dat gebied hun buitens hadden, in combinatie met een middenklasse die de ruggengraat van de katholieke gemeenschap vormde. Die combinatie was er in het Oldambt en in Westerwolde niet. Maar zeker het 'bevoegd gezag' zat ook hier niet op de roomsen te wachten. Ze werden nauwlettend in de gaten gehouden en als het even kon in de kraag gevat, dus het was ook in dit gebied 'tegen de verdrukking in'.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

Welgelegen
Op 16 maart 1647 wordt een contract ondertekend tot het stichten van een nieuwe compagnie, "te noemen de Groninger off Borger Compagnije". Deelnemers zijn onder andere de gebroeders Haicko en Jacob Haijckens, vaandrig Johan Cornelis Spiel, Adriaan Geerts Paep alias Wildervanck, Abraham Frerix Hogezandt en Willem Titsinge. Deze compagnie wil zich gaan bezighouden met de turfgraverij, die terstond met kracht ter hand wordt genomen. Het complex venen ligt ter weerszijden van een te graven hoofddiep, evenwijdig aan de toenmalige Oude Friesche Compagnie (de tegenwoordige Kalkwijk). Naarmate de turfgraverij voortschrijdt, volgt de ontginning van de vrijgekomen dalgronden.

In 1655 splitsen de compagnons een strook grond langs het Kleinemeerster Hoofddiep in 12 - het compagniehuis meegerekend 13 - heemsteden. Of het de bedoeling is geweest dat ieder van de participanten daar een huis zou bouwen, is niet bekend. Wel zien we aan de westzijde van het Borgercompagniester Hoofddiep twee hofsteden verrijzen van de gebroeders Haijckens en Willem Titsinge, waaruit in latere jaren het buiten Woelwijk zal ontstaan. Juist hier tegenover, aan de oostzijde van de vaart, laat Johan Cornelis Spiel zijn hofstede Welgelegen verrijzen, in de huidige buurtschap Kleinemeer. Van deze Spiel is niet veel bekend. Hij is boekhouder van het Enens-gasthuis geweest en ook vaandrig van de burgerwacht. Hij is twee keer getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw is Geertruit Beijeringe. Zijn tweede vrouw is Margreta van Ewsum, weduwe van Johannes Vertier. Zij is een telg uit het beroemde, oorspronkelijk uit Middelstum afkomstige geslacht van Ewsum. Vermoedelijk heeft Welgelegen alleen gediend als zomerverblijf, want 's winters was het geen aangenaam vertoeven in deze kale en barre landen, waar veel 'woest volk' de omgeving onveilig maakte.

De bezitting breidt zich, mede door erfenis, gestaag uit. Volgende eigenaars van Welgelegen zijn Susanna van Wullen, getrouwd met Johannes Vertier Stoltz. Daarna wordt Jan Lohman eigenaar, wiens vader afkomstig is uit Oost-Friesland. Deze Lohman is onder andere getrouwd geweest met Bouwijna Coenders uit het geslacht Coenders van Helpen. In 1730 wordt Albartus Boelens eigenaar, die dat blijft tot 1736. In dat jaar wordt Welgelegen verkocht aan Carl Friedrich Graaf von Wartensleben en zijn vrouw Wendelina Cornera Alberda, de jongste dochter van Unico Allard Alberda (heer van Menkema) en Everdina Cornera van Berum. Zij is vermoedelijk in 1713 op de Menkemaborg geboren. Carl Friedrich en zijn schoonmoeder kunnen niet zo goed met elkaar overweg. Hij is op 13 maart 1710 geboren als zoon van Carl Aemilius Graaf von Wartensleben, brigadier en opperhofmeester van de Vorst van Hessen-Cassel en Catharina Christiane von Plessen. Prins Bernhard stamt ook uit dit geslacht.

De nieuwe bezitters van Welgelegen gaan meteen tot verbouwing over. We mogen wel aannemen dat het huis geheel opnieuw is opgetrokken. Aan de voorzijde rijst het op uit de gracht. Een brug voert tot de deur die, met de twee smalle ramen aan weerszijden, toegang geeft tot de hal. Een trap leidt naar de zolders, waar zich enkele kamers bevinden, die een wijde blik geven op het omringende landschap. Juist in het midden steken de twee sierlijke topgeveltjes uit boven het dak. Acht grote ramen aan de voorzijde geven een ruim uitzicht vanuit de vertrekken. De tuin bevindt zich aan de achterzijde. Ruime paden leiden langs de beide vijvers en de perken met bloemen.

In 1749 gaat Welgelegen over in andere handen. De nieuwe eigenaar is luitenant-kolonel Wilhelmus Lichtenvoort en diens vrouw Reynouw Gesina Star. Welgelegen blijft in dit geslacht tot 15 september 1900. Dan wordt landbouwer Aeilko Edzes eigenaar, de overbuurman van Welgelegen. Zijn boerderij wordt in de jaren twintig afgebroken. Hij heeft Welgelegen niet bewoond. Het huis raakt steeds verder in verval. In 1915 wordt besloten tot verkoop op afbraak. Dan komt er plotseling een koper opdagen in de persoon van mr. C.A. Star Numan, een nakomeling uit het geslacht Lichtenvoort. Hij is bezield van maar één gedachte: redding en behoud van het oude familiegoed. In 1918 gaat Welgelegen aan hem in eigendom over. Hij spaart kosten noch moeite om het huis in oude luister te herstellen. Met schitterend resultaat! Welgelegen herrijst in zijn oorspronkelijke gedaante. In 1936 gaat Welgelegen door vererving over aan zijn zuster Catharina Cornelia Star Numan, die gehuwd was met Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren, van 1917 tot 1925 burgemeester van Sappemeer. Daarna is hij, tot 1940, burgemeester van Slochteren. Hij is in 1952 op de Fraeylemaborg gestorven. Zijn weduwe blijft op de Fraeylemaborg wonen. Het pand is medio 20e eeuw ook nog een verpleeginrichting voor 'ouden van dagen' geweest. Het landgoed is door de gemeente Hoogezand-Sappemeer gerestaureerd. (bron van de 3 veenborgbeschrijvingen op deze pagina: Wijndelt van Dam te Groningen (die zijn website helaas heeft opgeheven))

"Stichting Het Groninger Landschap gaat de historische tuin van veenborg Welgelegen in buurtschap Kleinemeer bij Sappemeer herstellen. De stichting krijgt hiervoor een subsidie van € 150.000 van de provincie. De tuinvakken worden hersteld, de stinzenplanten komen terug, de bomenlanen en singels worden aangepakt en het originele padenpatroon wordt teruggebracht. Verder komen er zitbankjes en een loopbrug. Ook de binnenplaats, het terras en de parkeerplaats worden ingericht. De werkzaamheden hiervoor worden zo veel mogelijk uitgevoerd met behulp van vrijwilligers. Het herstel van de borg en de tuin kost in totaal bijna € 400.000.

Vervening. De borg Welgelegen in Kleinemeer is een van de laatst overgebleven veenborgen in Groningen. De borg werd in 1655 gesticht tijdens de vervening van het voormalige Bourtanger Veen. Sinds 2003 zijn de borg met de tuin een Rijksmonument. In 2017 nam Het Groninger Landschap de borg over van vereniging Odd Fellows. De restauratie van de borg en een aantal bouwelementen in de tuin is inmiddels begonnen. Hiervoor kreeg Het Groninger Landschap een bijdrage gekregen uit de subsidieregeling GRRG.

Vrij toegankelijk. Voor het herstel van de tuin is uitgebreid historisch onderzoek gedaan. Op basis daarvan is een plan opgesteld om de tuin weer ter herstellen naar de stijl van omstreeks 1917. Er is voor deze tijdsperiode gekozen, omdat uit deze tijd nog de meeste elementen bewaard zijn gebleven. De tuin is vrij toegankelijk voor bezoekers. Het borggebouw blijft deels in gebruik als verenigingsgebouw van de Odd Fellows, maar wordt daarnaast ook opengesteld voor bijeenkomsten en evenementen. Vrijwilligersbrigade. Voor het herstel en beheer van de tuin is een vrijwillligersbrigade opgericht met vrijwilligers van de Odd Fellows, inwoners van Kleinemeer en Sappemeer en leden van Het Groninger Landschap. Op deze manier wil Het Groninger Landschap de betrokkenheid van de omgeving bij de tuin vergroten." (bron: Provincie Groningen, december 2020) Het herstel van de historische tuin van Veenborg Welgelegen is in september 2021 van start gegaan.

Reactie toevoegen