Laag Holland

Streek
Laag Holland
Noord-Holland

laag_holland_kaart.jpg

Mooie kaart van het Nationaal Landschap Noord-Holland, met daarop aangegeven de bijzonderste gebieden daarbinnen. (© http://www.laagholland.nl/opdekaart, waar deze gebieden allemaal aanklikbaar zijn, waarna je informatie over het gebied in kwestie krijgt)

Mooie kaart van het Nationaal Landschap Noord-Holland, met daarop aangegeven de bijzonderste gebieden daarbinnen. (© http://www.laagholland.nl/opdekaart, waar deze gebieden allemaal aanklikbaar zijn, waarna je informatie over het gebied in kwestie krijgt)

Laag Holland

Terug naar boven

Status

- Laag Holland is een Nationaal Landschap en wordt, vooral in toeristische zin, ook als streek geprofileerd, in de provincie Noord-Holland.

- De regio Laag Holland omvat de gemeenten Beemster, Castricum (exclusief het duingebied), Zaanstad (exclusief het verstedelijkte gebied langs de Zaan), Wormerland, Oostzaan, Landsmeer, Waterland, het Amsterdamse gedeelte van de streek Waterland, oftewel 'Landelijk Noord', en de voormalige gemeenten Zeevang, Graft-De Rijp en Schermer. Oftewel de streken Waterland, Zaanstreek en een stukje van de streek Kennemerland.

Terug naar boven

Ligging

Nationaal Landschap Laag Holland ligt tussen de Amsterdamse agglomeratie, Alkmaar en Hoorn.

Terug naar boven

Geschiedenis

Het veenweidegebied van Laag Holland, dat in de 10e eeuw is ontgonnen, wordt gekenmerkt door lintdorpen en een strokenverkaveling die daar loodrecht opstaat. Binnen het gebied met gave strokenverkaveling zijn verschillen te zien in de lengte van de stroken en de verhouding land/water. In de Eilandspolder, het Jisperveld, het Ilperveld en het Guisveld zijn de sloten het breedst. In het Twiske en de Volgermeerpolder is de oorspronkelijke strokenverkaveling na gebruik als vuilstort en herinrichting als recreatiegebied verloren gegaan. In de Polder Assendelft heeft kavelvergroting plaatsgevonden.

In de 16e eeuw zijn door afslag en inklinking grote meren ontstaan die een steeds grote bedreiging werden voor het resterende land. Aan het begin van de 17e eeuw zijn de grote meren drooggelegd. In het internationaal unieke droogmakerijenlandschap van Laag Holland komen enkele elementen van de Hollandse Gouden Eeuw samen: waterstaatskunde, ondernemerschap en bouwkunde. De klassieke voorbeelden van deze droogmakerijen zijn de Wormer, de Schermer en het Werelderfgoed de Beemster. Kenmerkend is het rechthoekige grid van kavels, wegen, waterlopen en beplanting. Wat de Beemster vrijwel uniek maakt, is het uit vierkanten opgebouwde patroon.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- In de Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland 2013-2017 hebben de provincie, de gemeentebesturen, het Hoogheemraadschap en de landbouw- en natuur- en milieuorganisaties vastgelegd hoe zij gezamenlijk met het gebied omgaan. De afspraken zijn er met name op gericht dat de partijen in hun beleid en daarmee samenhangende maatregelen voor dit gebied uitgaan van de kernkwaliteiten van dit landschap van droogmakerijen en veenweiden, bedoeld tot het behouden, duurzaam beheren en versterken van de internationaal zeldzame, unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.

- Aan de Samenwerkingsovereenkomst ging een discussienota vooraf, die vermoedelijk tot die Samenwerkingsovereenkomst geleid heeft. Het is allicht nuttig de discussienota nog eens terug te kunnen lezen, omdat er een viertal mogelijke toekomstscenario's voor het gebied in worden beschreven, en de consequenties die dat per keuze heeft: "Nationaal Landschap Laag Holland is een bijzonder gebied met zijn natte veenweiden, de strakke lijnen van de droogmakerijen, de rijkdom aan weidevogels en karakteristieke dorpen en dorpslinten. Kortom: een oer­Hollands landschap en daarom een mooi gebied om in te wonen, te werken en te recreëren in de directe nabijheid van de stad. Het behoud van dit landschap is geen eenvoudige opgave. De aantallen weidevogels dalen, het veen klinkt in, de inkomens van de boeren staan onder druk en het waterbeheer versnippert als gevolg van de verschillende eisen die landbouw en natuur er aan stellen. En de financiering van de vele projecten en processen in het gebied begint te haperen; er zijn grenzen aan wat de overheden uit eigen middelen in het Nationaal Landschap kunnen financieren.

De oplossingen voor deze vraagstukken zijn niet zo maar voorhanden, maar duidelijk is wel dat keuzes onvermijdelijk zijn. Scenario’s kunnen daarbij helpen. In de discussienota 'Toekomstscenario’s Laag Holland' (2011) zijn vier toekomstscenario’s uitgewerkt. Scenario’s maken en die gebruiken om tot oplossingen komen, dat kan de provincie niet alleen. Dat is iets wat alle partijen in het gebied aangaat en waar gezamenlijke overeenstemming over moet bestaan. Daarom is deze nota een discussienota en wil ik u vooral uitnodigen om die discussie over de toekomst van het Nationaal Landschap Laag Holland met elkaar aan te gaan. De positieve respons op de nota vanuit de stuurgroep van het Nationaal Landschap, vanuit de Statencommissie WAMEN en vanuit vele partijen uit het gebied laat zien dat er veel betrokkenheid is bij het landschap - ons landschap. Vanuit die betrokkenheid zullen we verdere stappen gaan zetten." Aldus Gedeputeerde Landschap R. Meerhof in het Voorwoord van de discussienota.

- In de strijd tegen de bodemdaling in veenweidegebieden is in 2017 in Laag Holland een agrarisch experiment gestart op een pilotlocatie, waarbij agrarisch ondernemen en het tegengaan van bodemdaling samen moeten gaan. Het betreft een proef van 5 jaar waarbij duidelijk moet worden of deze vorm van natte landbouw een economisch kansrijk alternatief is voor de huidige landbouw in Laag Holland. Het experiment is ondergebracht in het Innovatieprogramma Veen. Centraal in dit programma staat de vraag: hoe kun je de bodemdaling tegen gaan, en tegelijkertijd agrarische bedrijven in Laag Holland een economisch rendabele toekomst geven? Het Innovatieprogramma Veen gaat mogelijke oplossingen in de praktijk testen in het gebied, waarbij het streven is de bodemdaling met 90 procent te beperken. Binnen het programma wordt gekeken naar de effecten van deze vorm van landbouw op de bodemdaling, maar ook naar de invloed op de waterkwaliteit, de natuur en het landschap.

De initiatiefnemers van het Innovatieprogramma Veen zijn Agrarische Natuurvereniging Water, Land en Dijken en Landschap Noord-Holland. Zij hebben een overeenkomst gesloten met melkveehouder Elmer Kramer in Assendelft. Kramer gaat de komende 5 jaar experimenteren met veeteelt in natte omstandigheden. Hiervoor zijn drukdrains aangelegd, waarmee Kramer zelf het grondwaterpeil kan beheersen. Kramer past op bijna 18 hectare drukdrains toe. Wageningen University & Research onderzoekt wat deze alternatieve vorm van landbouw betekent voor het bedrijfsresultaat. B-ware onderzoekt de effecten op de bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen en Natuurlijke Zaken onderzoekt de effecten op natuur en landschap. Er wordt tevens gekeken naar marktketenvorming en effecten op het beleid. (bron: Landschap Noord-Holland, 25-4-2017)

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Nederland telt 20 Nationale Landschappen, waarvan er 4 in Noord-Holland liggen (Laag Holland, Groene Hart (deels), Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie (deels)). De overheid wil deze landschappen beschermen tegen de oprukkende verstedelijking, zodat we er ook in de toekomst nog van kunnen genieten. Laag Holland wordt gekenmerkt door vrij weinig bebouwing buiten de dorpskernen en weinig opgaande begroeiing. Ruim de helft van het nationaal landschap is zeer open. Waar de bebouwing dichterbij komt, maar ook in recreatiegebied het Twiske is het landschap minder open.

Het veenweidegebied is van nature zeer nat en het laagveenpakket is van natuurhistorisch belang en kenmerkend voor laag (West-) Nederland. Wat rest van het oorspronkelijke veenpakket dat enkele meters dikker was, dreigt nog verder te oxideren als gevolg van ontwatering van het veen. De Veendikte in het veenweidelandschap neemt van zuidoost naar noordwest toe.

Laag Holland wordt vooral geroemd om het waterrijke zeer open veenweidelandschap, de grote rijkdom aan weide- en moerasvogels, de historische watergangen in het veenweidegebied en - als kuilen omzoomd door dijken en ringvaarten - het geometrische inrichtingspatroon in de droogmakerijen en de strokenverkaveling. Dit deel van Noord-Holland komt het meest overeen met het beeld dat, met name in het buitenland, van Holland bestaat. De indicatoren voor kernkwaliteiten die medesturend zijn voor de gebiedsontwikkeling in Laag Holland zijn: historische kavelpatronen: strokenverkaveling veenweidegebied en geometrische inrichtingspatroon van droogmakerijen; grote openheid; veendikte; en weidevogels. Zie verder - Kernkwaliteiten Nationaal Landschap Laag Holland (nulmeting, aug. 2012).

- Binnen het Nationaal Landschap Laag Holland bevindt zich een aantal Natura 2000-gebieden. Dit zijn natuurgebieden die vanuit Europese richtlijnen worden beschermd. Gebieden met de Natura 2000-kwalificatie in dit gebied zijn: - Eilandspolder; - Wormer- en Jisperveld; - Kalverpolder; - Polder Westzaan; - Ilperveld; - Varkensland; - Oostzanerveld; - Twiske, en - Polder Zeevang.

- Het zeer open en natte veenweidelandschap is van groot nationaal en internationaal belang voor weidevogels. Voor nadere details over de weidevogels in deze regio zie de via de link ook online te lezen 'Atlas van de weidevogels in Laag Holland. Overzicht van soorten, aantallen, dichtheden en trends in 30.000 hectare weidevogelgebied' (2008).

Boeren zijn door de eeuwen heen de makers en beheerders geweest van Laag Holland. De maatregelen die boeren in deze regio hebben genomen om grutto’s te laten broeden, zijn succesvol gebleken. In voorjaar 2016 zijn er voldoende jonge vogels geboren om het aantal grutto’s iets te laten toenemen. Dat stelt het bureau Natuurlijke Zaken na onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van Agrarische Natuurvereniging Water, Land en Dijken, waar ca. 400 boeren en ca. 200 sympathisanten bij zijn aangesloten.

Deze vereniging heeft van de provincie Noord-Holland de volledige verantwoordelijkheid gekregen voor het weidevogelbeheer in Laag Holland. De provincie heeft daarbij wel een aantal richtlijnen meegegeven, willen boeren in aanmerking komen voor een financiële vergoeding. De vereniging stelt echter nog wat hogere eisen. Op minimaal 10% van het land waarop weidevogelbeheer plaatsvindt moet ‘zwaar beheer’ worden toegepast. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat er tussen 1 april en 1 juni niet wordt gemaaid, of dat er extensieve beweiding plaatsvindt door een maximale bezetting van 1,5 koeien per hectare. Ook kan het een verhoging van het waterpeil inhouden, of dat er alleen tot 1 mei koeien in de wei gelaten worden en daarna tot 15 juni niet meer. - Agrarische Natuurvereniging Water, Land en Dijken op Facebook.

Terug naar boven

Beeld

- In het televisieprogramma 'Pieter graaft door Laag Holland' neemt archeoloog Pieter Floore uit De Rijp de kijkers mee langs verborgen sporen. Aan de orde komen onder andere de moeizame ontginning van het land, de permanente strijd tegen het water en de glorie van de Gouden Eeuw. De serie is uitgezonden op RTV Noord-Holland en is via de link ook nog online te bekijken. Gedurende 10 afleveringen krijg je een bijzonder inzicht in de geschiedenis van dit unieke stukje Nederland. Overal om ons heen zijn resten uit het verleden in de bodem terug te vinden. Je moet het alleen wel weten. Het getrainde oog van een archeoloog helpt ons op weg. Een lichte verhoging in de verte, een vreemde bocht in de weg of een onverwacht walvisbot in de grond, midden in een weiland. Ze vertellen ons over het bewogen verleden van Laag Holland. Een geschiedenis die de meesten van ons, wandelend of rijdend door het open landschap van nu, waarschijnlijk niet zouden vermoeden.

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Laag Holland (online te bestellen).

Reactie toevoegen