Krimpenerwaard

Gemeente en streek
Krimpenerwaard Krimpen aan den IJssel
Krimpenerwaard
Zuid-Holland

krimpenerwaard_collage.jpg

Over de vele mooie landweggetjes in de Krimpenerwaard kun je dagen fietsen en wandelen en onderweg van het landschap genieten, met o.a. honderden mooie oude boerderijen en vele molens en slootjes. (© Jan Dijkstra, Houten)

Over de vele mooie landweggetjes in de Krimpenerwaard kun je dagen fietsen en wandelen en onderweg van het landschap genieten, met o.a. honderden mooie oude boerderijen en vele molens en slootjes. (© Jan Dijkstra, Houten)

Krimpenerwaard..JPG

In de Krimpenerwaard

In de Krimpenerwaard

Krimpenerwaard. (2).JPG

De cultuurhistorisch rijke Krimpenerwaard heeft nog veel oude monumentale boerderijen, veelal gelegen aan lintbebouwingen

De cultuurhistorisch rijke Krimpenerwaard heeft nog veel oude monumentale boerderijen, veelal gelegen aan lintbebouwingen

Zevender._0.JPG

Buurtschap Zevender in deels Krimpenerwaard, deels Lopikerwaard

Buurtschap Zevender in deels Krimpenerwaard, deels Lopikerwaard

Krimpenerwaard boek [640x480].jpg

In 2002 (maar nog altijd actueel!) is het naslagwerk "Op ontdekkingstocht door Krimpenerwaard en Lopikerwaard" verschenen. Onder het kopje Literatuur ziet u hoe u het online kunt bestellen.

In 2002 (maar nog altijd actueel!) is het naslagwerk "Op ontdekkingstocht door Krimpenerwaard en Lopikerwaard" verschenen. Onder het kopje Literatuur ziet u hoe u het online kunt bestellen.

krimpenerwaard_gemeente_kopie.jpg

De in 2015 opgerichte gemeente Krimpenerwaard omvat bijna de hele gelijknamige streek. Alleen de gemeente Krimpen aan den IJssel, in het W, is zelfstandig gebleven.

De in 2015 opgerichte gemeente Krimpenerwaard omvat bijna de hele gelijknamige streek. Alleen de gemeente Krimpen aan den IJssel, in het W, is zelfstandig gebleven.

krimpenerwaard_gemeentegrenzen_voor_1985_kopie.jpg

Kaart van de Krimpenerwaard met de gemeenten en hun grenzen vóór de herindelingen van 1985. Er staan alleen wel enkele drukfoutjes in: bij de drie gemeenten linksonderin moet - in de actuele spellingen - 'op' worden vervangen door 'aan'. (© J.J. Jehee)

Kaart van de Krimpenerwaard met de gemeenten en hun grenzen vóór de herindelingen van 1985. Er staan alleen wel enkele drukfoutjes in: bij de drie gemeenten linksonderin moet - in de actuele spellingen - 'op' worden vervangen door 'aan'. (© J.J. Jehee)

krimpenerwaard_kaart_met_de_huidige_polders_kopie.jpg

Kaart van de Krimpenerwaard met de huidige polders (© J.J. Jehee)

Kaart van de Krimpenerwaard met de huidige polders (© J.J. Jehee)

Krimpenerwaard

Terug naar boven

Status

- De Krimpenerwaard is een gemeente en streek in de provincie Zuid-Holland, en is, met uitzondering van de gemeente Krimpen aan den IJssel, onderdeel van de grotere streek het Groene Hart.

- De streek Krimpenerwaard omvat de gelijknamige gemeente (behalve het kleine gedeelte van die gemeente dat in de streek Lopikerwaard ligt) en de gemeente Krimpen aan den IJssel.

- De gemeente Krimpenerwaard is in 2015 ontstaan uit fusie van de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist. De enige andere gemeente in deze streek, Krimpen aan den IJssel, is zelfstandig gebleven.

- De gemeente Krimpenerwaard omvat de stad Schoonhoven, de dorpen Ammerstol, Bergambacht, Berkenwoude, Gouderak, Haastrecht, Krimpen aan de Lek, Lageweg, Lekkerkerk, Ouderkerk aan den IJssel, Stolwijk en Vlist, en de buurtschappen Achterbroek, 't Beijersche, Beneden-Haastrecht, Benedenberg, Benedenheul, Benedenkerk, Bergstoep, Bilwijk, Bonrepas, Boven-Haastrecht, Bovenberg, Boveneind (deels), Bovenkerk, Bovenstad, De Hem, De Hoek, De Noord (grotendeels), Hoenkoop (deels), IJssellaan, Kadijk, Koolwijk, Loet, Opperduit, Oudeland, Rozendaal, Schoonouwen, Schuwacht, Stein, Stolwijkersluis (voor een klein deel), Tussenlanen, Zevender (deels), Zuidbroek en 't Zwaantje. In totaal zijn dit 1 stad, 11 dorpen en 33 buurtschappen.

- Foto's van de plaatsnaamborden in de gemeente Krimpenerwaard.

Terug naar boven

Naam

Naamgeving
De gemeente Krimpenerwaard is genoemd naar de ligging in de gelijknamige streek. De naam van de gemeente is vastgesteld in de desbetreffende herindelingswet. Vóór de fusie werkten de gemeenten reeds op diverse gebieden samen onder de naam K5-gemeenten.

Terug naar boven

Ligging

- De streek Krimpenerwaard ligt Z van Gouda, O van Rotterdam, N van de Alblasserwaard, W van de Lopikerwaard.

- De gemeente Krimpenerwaard ligt in het O van de provincie Zuid-Holland, grenst in het O aan de provincie Utrecht, in het W en N aan de rivier de Hollandsche IJssel (en ligt voor een klein deel ook N daarvan) en in het Z aan de rivier de Lek en ligt verder O van de dorpen Krimpen aan den IJssel en Nieuwerkerk aan den IJssel en de steden Capelle aan den IJssel en Rotterdam, NO van de dorpen Ridderkerk en Alblasserdam, N van de dorpen Nieuw-Lekkerland, Streefkerk en Groot-Ammers en de stad Nieuwpoort, W van de dorpen Cabauw, Lopik en Polsbroek, ZW van de stad Oudewater en Z van de dorpen Hekendorp, Driebruggen en Moordrecht, de stad Gouda en de Reeuwijkse Plassen. In het O stroomt het riviertje de Vlist door de gemeente.

Terug naar boven

Statistische gegevens

De gemeente Krimpenerwaard omvat ca. 22.000 huizen met ca. 55.000 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

De ontginning
Tot ongeveer duizend jaar geleden bestond de Krimpenerwaard uit moerassig land, dat regelmatig werd overstroomd door water uit de omringende rivieren. Af en toe stroomde ook zeewater naar binnen. Naast veel struiken en waterplanten, groeiden er in het voedselarme middengebied voornamelijk berken (berkenbosveen). Op de meer voedselrijke grond groeiden elzen (elzenbosveen). Omdat het gebied nauwelijks begaanbaar was, leefden er bijna geen mensen. Het gebied was bekend onder de naam Lacke et Isla oftewel Lek en IJssel. In de 10e eeuw nam de bevolking toe. Er was behoefte aan nieuwe landbouwgronden. Deze streek en buurstreek de Lopikerwaard vormden samen een eiland, een waard, omsloten door in het zuiden de Lek, in het noorden de Hollandse IJssel en in het westen de Merwede (nu de Nieuwe Maas). Er stonden bomen die groeiden op een veenlaag van 10 of meer meter dik. De veenlaag was als een groot bolstaand pakket gedurende duizenden jaren gevormd op een zandlaag, 2 tot 4,5 meter hoger dan tegenwoordig. Er liepen in de waarden kronkelige riviertjes als de Loet en de Vlist, die op de IJssel of de Lek uitmondden.

Van de eerste bewoning in de waarden is weinig bekend. De schenking in 944 van Utrecht van het gebied tussen IJssel en Lek, zou kunnen duiden op bewoning. Met of zonder een akte van uitgifte werden bepaalde stukken wildernis door kleinere of grotere groepen mensen ontgonnen. Vermoedelijk heeft de ontginning in drie, elkaar gedeeltelijk overlappende, fasen plaats gevonden. De eerste ontginning vond vermoedelijk op het eind van de 10e eeuw plaats langs de Loet en langs de Hollandse IJssel in de Nessepolder. Wellicht bleken de plaats en de tijd ongunstig en werd het ontgonnen gebied door wateroverlast steeds onaantrekkelijker en verliet men het gebied. De naamgevingen ‘oude land’* en ‘oude dijk’ wijzen daarop. De tweede ontginningsfase vond vooral plaats langs de rivieren de IJssel, Lek en Vlist. Deze grote ontginning kwam goed op gang in de 12e eeuw. Vóór 1150 waren de Lek en de Hollandse IJssel dan ook van dijken voorzien.
* Zie verder bij buurtschap Oudeland.

De ontginning van de Krimpenerwaard en de buurwaarden werd volgens een vast omlijnd plan, per blok (later polder genoemd) aangepakt. Behalve het verwijderen van struiken en bomen, moest voor afvoer van het water worden gezorgd. De natuurlijke hoogte van de rivieroever, met name van de Hollandse IJssel, werd gebruikt als basis. De oever zal wat verhoogd zijn en op beide einden van het blok zullen dwarskaden (zijden) zijn aangelegd. Het rivierwater moest daardoor eerst vrij diep het land instromen alvorens achterom het ontgonnen land te bereiken. Het blok werd ingedeeld in een aantal hoeven of weren. Daarna groef men op afstanden van 30 roe (ongeveer 113 meter), de breedte van een weer, evenwijdig van elkaar greppels, die zo recht mogelijk op de dijk of weg stonden. Een dwarsgreppel aan het einde van zo’n eerste strook op een afstand, die meestal 6 voorlingen (360 roe, circa 1250-1300 meter) diep was, diende als bescherming tegen het welwater uit het nog onontgonnen achterland. Een tiendweg op het eind van de kavels had dezelfde functie.

Aan de kopkant bij de rivier (als transportweg belangrijk) werd meestal een hofstede gebouwd. De kerk stond ook op een weer, waarvan de inkomsten dienden voor het onderhoud van de kerk. Bij de uitgifte voor ontginning in de Krimpenerwaard langs de Hollandse IJssel werd in het begin alleen de breedte van de percelen (30 roe) vastgesteld. De lengte was vrij. De ontginner had het recht van ‘vrije optrek’. De weren van Ouderkerk lopen door tot aan het oude land langs de Loet en zijn 28 morgens groot. Een aantal blokken vormde een ambachtsheerlijkheid. Ze werden in naam van de bisschop van Utrecht of de graaf van Holland bestuurd.

In de derde fase, met name bij de ontginning van het binnengebied (de wildernis) werden breedte (30 roe) en lengte (6 voorlingen) vooraf in een zogenaamde cope, het ontginningscontract, vastgelegd. Het oppervlak van een hoeve was 16 tot 18 morgen. Onder leiding van een locator of verpachter, gingen groepen kolonisten aan het werk. De locator, een edelman, stond borg voor de goede gang van zaken en verwierf in ruil hiervoor bepaalde rechten. Rechten en plichten van de kolonisten waren in de cope vastgelegd. In veel gevallen werd de veenwildernis door het aanleggen van een weg en een wetering ontsloten. Vanaf de weg (voorkade) waarlangs de boerderijen waren geplaatst, en de tevoren gegraven wetering werden evenwijdig aan elkaar sloten gegraven. De weteringen werden door vlieten verbonden met de rivier of met een boezem, waardoor overtollig water (regen- en kwelwater) geloosd werd. Een achterkade of lansing (landscheiding) en zijwendes (kaden) aan de zijkanten van de blokken land voorkwamen wateroverlast van de aangrenzende gebieden.

Gevolgen van de ontginning
Door het graven van sloten in de Krimpenerwaard en de buurwaarden werd veel water aan het hoger gelegen land onttrokken. Dit land bestond uit veen: restanten van de bomen en planten die hier eeuwenlang groeiden. Door onttrekking van water aan de bodem kwam het veen in aanraking met lucht en begon het te verteren. Dit proces heeft een aanzienlijke bodemdaling tot gevolg. De grond bleef zakken, waardoor op een zeker moment de natuurlijke afwatering niet meer kon plaatsvinden. Men was genoodzaakt dijkjes aan te leggen langs de rivieren om het water buiten te houden. Hiermee ontstond het probleem om het water uit de inmiddels ontstane polder naar de rivier af te voeren. Hiervoor was al eeuwen eerder een even simpele als geniale oplossing bedacht: de klepduiker. Als de waterstand van de rivier laag genoeg was, stroomde het water door de klepduiker onder de dijk door de rivier in. Steeg het waterniveau, dan belette de klep, die door de druk van het rivierwater werd gesloten, dat het water door de duiker in de polder terugstroomde.

De eerste rivierdijken waren niet erg hoog. Naarmate het land lager kwam te liggen, moesten die dijken beter op elkaar aansluiten en hoger en zwaarder worden. Het toezicht op onderhoud werd steeds belangrijker. Om die reden ontstaan in de dertiende eeuw allerlei hoogheemraadschappen. zoals in de Grote Waard bij Dordrecht, in de Alblasserwaard en langs de Lek benedendams (tussen Schoonhoven en de in 1285 gelegde dam in de bovenmond van de IJssel bij Vreeswijk).

Windmolens
Naarmate de bodem verder daalde, naderde het moment dat ook de klepduiker geen uitkomst meer bracht. Bij de inmiddels tot dijken uitgebouwde dijkjes verscheen de eerste windmolen. De eerste watermolen in de Krimpenerwaard werd in 1411 gebouwd in polder De Nesse bij Gouderak. Dit was een wipmolen met scheprad. Dit type molen werd later veelvuldig gebouwd in deze streek. Het scheprad bood de mogelijkheid het water over een beperkte hoogte omhoog te malen. De hoogte die maximaal kon worden overbrugd, hing af van de grootte van het rad. Veel later werden ook enkele stenen poldermolens gebouwd, zoals de Haastrechtse Molen en de Zesde Molen van de Hooge Boezem nabij Haastrecht, waarvan alleen de romp bewaard is gebleven. Van later datum is ook de vijzelmolen. Deze molen maakt geen gebruik van de techniek van het scheprad, maar gebruikt de vijzel, een soort enorme schroef, waarmee het water over een grotere afstand naar boven kan worden gebracht dan met een scheprad mogelijk is. Het gebruik van de eerste vijzelmolen dateert van 1635, maar pas in de 19e eeuw werd dit type molen op grote schaal in gebruik genomen.

Omdat het hoogteverschil tussen het laagste punt in een polder en het niveau van het boezemwater soms meer was dan door één molen met scheprad kon worden bemalen, werd de zogeheten trapbemaling in het leven geroepen. De Krimpenerwaard werd daartoe verdeeld in polders met van elkaar in hoogte gescheiden waterniveaus. Met behulp van windmolens werd het water eerst uit het laagste gedeelte van de polder naar het naast hogere niveau overgebracht en vandaar direct naar de rivier (de boezem) afgevoerd. In sommige delen van de streek was nog een derde waterniveau nodig, omdat de hoogteverschillen daar te groot waren om met twee molens te overbruggen. Men spreekt dan van twee- en drietrapsbemaling. De molens werden dan qua functie als volgt onderscheiden: de ondermolen, de bovenmolen en de bovenste molen.

Al deze verschillende waterhoogten in de streek maakten het noodzakelijk dat de verschillende polders goed met elkaar samenwerkten. Men had een gemeenschappelijk belang en een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om overeenstemming te bereiken. Ziehier de wortel van wat men vandaag de dag het poldermodel noemt! In deze regio kreeg deze samenwerking gestalte in de vorm van het reeds in 1430 door Jacoba van Beieren en Philips (de Goede) van Bourgondië opgerichte Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard.

Het stoomtijdperk
Aan het eind van de 18e eeuw werd de stoommachine uitgevonden door James Watt en halverwege de 19e eeuw deed het stoomgemaal zijn intrede in Nederland. Het polderwater in de Krimpenerwaard werd door deze gemalen afgewaterd op de Lek en de Hollandse IJssel, waarbij men niet langer afhankelijk was van de wind. Het eerste stoomgemaal dat in deze streek in gebruik werd genomen, was het stoomgemaal aan de Berkenwoudse Boezem. Dit gemaal dateert uit 1803 en was er speciaal op gericht de gronden van de ‘geoctroyeerde vervening’ (een project voor de winning van turf) te bemalen. Doordat de kwaliteit van de aldaar gewonnen turf beneden de maat bleek, werd het project geen succes. Het stoomgemaal werd al in 1813 niet meer gebruikt en in 1832 is het gesloopt. In 1868 werd gemaal Reinier Blok bij Krimpen aan den IJssel actief en in 1871 werd het Stoomgemaal S.J. van Nooten te Haastrecht in gebruik genomen. In 1880 volgde het gemaal M. Verdoold Cz. bij Gouderak. Deze gemalen loosden alle op de Hollandse IJssel. Andere gemalen, zoals het gemaal Hendrikus de Jong bij de Vrouwensluis te Krimpen aan de Lek (1878), loosden op de Lek.

Als gevolg van de ingebruikname van de stoomgemalen verloren de windmolens al snel aan belang. Veel molens raakten in verval en werden uit kostenoverwegingen gesloopt. Omdat de krachtige gemalen rechtstreeks op de rivieren loosden, werden ook de boezems overbodig. In veel gevallen werden ze als grasland in gebruik genomen. Maar ook de stoomgemalen moesten na enkele decennia de gevolgen ondervinden van de voortschrijdende industriële ontwikkelingen: tussen 1910 en 1920 werden de stoommachines vervangen door dieselmotoren, die later op hun beurt plaats moesten maken voor gemalen met elektromotoren.

Overstromingen
Als gevolg van het zakken van de bodem in de Krimpener- en Lopikerwaard, werd het noodzakelijk dijkjes en dijken aan te leggen om het rivierwater buiten de deur te houden. Al snel bleken deze dijken niet steeds te zijn opgewassen tegen hoge waterstanden. Ook in de 21e eeuw is het ophogen en versterken van de dijken aan de orde van de dag. De geschiedenis van dijkdoorbraken en -herstel is al vanaf de 14e eeuw een rode draad door de geschiedenis van zowel de Krimpener- als de Lopikerwaard. De laatste keer dat dijken in de Krimpenerwaard doorbraken, was bij de Watersnoodramp van 1 februari 1953. In de Stormpolder bij Krimpen aan den IJssel (waar toen nog ca. 40 gezinnen woonden) kwamen toen vier mensen om het leven en in Ouderkerk aan den IJssel twee. Een monument ter nagedachtenis aan de ramp staat in Krimpen aan den IJssel*. Na de ramp werd snel een politieke beslissing genomen over het Deltaplan. Omdat de Schielands Hoge Zeedijk, die miljoenen mensen tegen het water moest beschermen, het maar krap had gehouden, werd dit probleem als eerste aangepakt. Er werd gekozen voor de bouw van een beweegbare stormvloedkering bij Krimpen aan den IJssel*. Zowel de scheepvaart als de waterhuishouding werden hierdoor zo veel mogelijk ontzien.
* Zie verder aldaar bij Bezienswaardigheden.

Als je je nader wilt verdiepen in de geschiedenis van de kernen in de gemeente en streek Krimpenerwaard, kun je terecht bij de volgende instanties:

- Streekarchief Midden-Holland beheert o.a. de archieven van de gemeenten Gouda, Krimpen aan den IJssel, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas (inclusief die van de rechtsvoorgangers).

- Het Streekmuseum voor de Krimpenerwaard is gevestigd in een fraai gerestaureerde 17e-eeuwse hallehuisboerderij in Krimpen aan den IJssel. Het complex bestaat uit een hoofdgebouw (de boerderij) en zes bijgebouwen. Het museum beschikt over een vaste collectie die een beeld geeft over het wonen en werken op het platteland in deze streek in de 19e en begin 20e eeuw. Daarnaast zijn er regelmatig wisselende exposities.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- De gemeente heeft in 2019 een onderzoek laten uitvoeren naar het tegengaan van bodemdaling en CO2-uitstoot in de Krimpenerwaard. Onderzoeksbureau Acacia Water heeft dit onderzoek uitgevoerd. De gemeente heeft zich als doel gesteld in 2022 op 2000 extra hectares maatregelen te hebben getroffen om bodemdaling tegen te gaan. Het rapport dat naar aanleiding van dit onderzoek is opgesteld, geeft inzicht in de aard en omvang van de problematiek. De gemeente gaat met lokale partners en kennisinstellingen in gesprek over de bevindingen. Het rapport dient als basis voor gebiedsprocessen en beleidsvorming op gebied van bodemdaling en klimaatopgaven. Een van de belangrijkste conclusies van het onderzoeksbureau is dat de bodem in de streek zakt, maar minder snel dan voorheen werd aangenomen. Dat betekent dat er meer tijd is om samen met inwoners tot aanpassingen te komen. Ook geeft het ruimte voor vervolgonderzoek om te komen tot aanvullende oplossingen.

Acacia Water biedt met het rappport ook inzicht in de verschillen in bodemdaling per gebied. Deze verschillen worden veroorzaakt door de bodemopbouw en het watersysteem. Met name in infiltratiegebieden is de bodemdaling groter. Met deze kennis kan per deelgebied een specifieke aanpak om bodemdaling tegen te gaan worden toegepast. In het rapport zijn maatregelenpakketten opgenomen die hierop aansluiten. De geboden maatregelen gaan over een aanpassing in landbouw. Uitgangspunt bij deze maatregelen is een verhoging van het grondwaterpeil. Bodemdaling in veengebieden draagt ook bij aan de CO2-uitstoot. Bij gemeenten in deze gebieden ligt de opdracht om een korte, middellange en lange termijnbijdrage te leveren aan de beperking van CO2-uitstoot. Het onderzoek biedt hiervoor een kader. Met name als het gaat om no-regret oplossingen die bijdragen aan zowel het beperken van CO2-uitstoot, het tegengaan van bodemdaling als een toekomstbestendige landbouw. (bron: gemeente Krimpenerwaard, 23-1-2020)

- Het via de link ook online te lezen, in november 2018 verschenen boek 'Panorama Krimpenerwaard' bevat o.a. 29 strategische agendapunten over ruimtelijke thema's zoals economie, natuur, wonen, energie, mobiliteit, landbouw en cultuur. Het gaat om acties voor de korte en langere termijn met het oog op een goede toekomst voor deze streek. Het Panorama is een vervolg op de Strategische visie Krimpenerwaard (226 pag.), het initiatief van stedenbouwkundige en inwoner van de streek Riek Bakker. Het boek is tot stand gekomen na een intensieve samenwerking tussen bewoners, jongeren, ondernemers, agrariërs, agrarische natuurbeheerders en natuurorganisaties, het hoogheemraadschap, en bestuurders van de gemeenten in de streek en van de provincie Zuid-Holland. Dit samenwerkingsverband met de naam 'Tafel van Verkenning' is geleid door Sybilla Dekker, oud-minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu.

De Tafel van Verkenning ziet veel kansen voor de Krimpenerwaard. Een van de aanbevelingen van het boek is dan ook om het Ministerie van Binnenlandse Zaken ervan te overtuigen om de status van ‘anticipeerregio’ te vervangen door ‘groeiregio’. Agendapunten om die groei te kunnen bereiken zijn onder andere gericht op mobiliteit. Men wil o.a. inzetten op een tweede oeververbinding en een multifunctionele snelfietsroute. Een ander agendapunt is het remmen van bodemdaling door onderwaterdrainage in te voeren in een deel van de streek. Maar ook woningbouw is een belangrijk thema. En men wil komen tot een ‘duurzame energiemix’.

- In 2005 hebben 13 overheden en maatschappelijke organisaties een overeenkomst gesloten m.b.t. de toekomst van de streek: het Veenweidepact Krimpenerwaard. Dit plan beoogt in de komende jaren / decennia 5 doelen te realiseren: 1) de aanleg van nieuwe natuur, 2) duurzaam waterbeheer en het tegengaan van bodemdaling, 3) het versterken van de landbouwstructuur, 4) extra kansen voor toerisme en recreatie en 5) het stimuleren van vernieuwend ondernemerschap. In de streek wordt middels de uitvoering van het Veenweidepact 2450 hectare nieuwe natuur aangelegd.

Er ligt namelijk een opgave van het Rijk om nieuwe natuur aan te leggen in de Krimpenerwaard (in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)). Tegelijkertijd moet het probleem van bodemdaling worden aangepakt, én moet worden voldaan aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Bij deze ontwikkelingen wil het pact, als het gebied toch 'op de schop moet', tevens de kansen benutten die er liggen voor het agrarisch bedrijf, nieuw ondernemerschap, het waterbeheer en de recreatie. Oftewel het hele gebied integraal herontwikkelen, daarbij rekening houdend met de belangen van, en de kansen voor alle betrokken 'stakeholders'.

Het Rijk heeft sinds 2010 bezuinigd op de aanleg van nieuwe natuur. Ook voor de Krimpenerwaard is daardoor minder geld beschikbaar. Om toch de belangrijkste doelen te kunnen realiseren is het type nieuw aan te leggen natuur aangepast. Waar eerst aan natte natuur met ruimte voor de otter werd gedacht, is nu gekozen voor diverse typen grasland met natuurwaarden voor weidevogels en andere voor het gebied karakteristieke planten- en diersoorten, het zogeheten ‘Grutto en Dotter’ model. Daardoor blijft het mogelijk om het agrarisch bedrijf in een deel van het gebied voort te zetten. Ook kunnen agrariërs kiezen voor particulier of agrarisch natuurbeheer.

- Als opvolger van het hiervoor beschreven Veenweidepact, is in 2016 de uitvoering van het programma Veenweiden Krimpenerwaard van start gegaan. Natuur, koeien én beleving. Dat is het doel van het programma. Behoud en ontwikkeling van het waardevolle agrarische cultuurlandschap en de daarbij behorende natuurwaarden. De provincie Zuid-Holland, de gemeente, het Hoogheemraadschap, agrarische partijen en natuur- en recreatieorganisaties zetten zich daarvoor in en werken daarin samen.

Als eerste concrete project is in juni 2016 een begin gemaakt met de aanleg van ruim 500 hectare natuur in De Nesse, Berkenwoudse Driehoek en het zuidelijk deel van Oudeland. Dit alles onder het motto ‘Veenweiden Krimpenerwaard: Wij doen het!’ "We willen laten zien dat het gebied de uitdaging heeft opgepakt. Het is echt een programma dat door samenwerking van de grond komt. Niet alleen de overheden steken de handen uit de mouwen, maar ook de agrariërs, en heel veel gebiedspartijen als de Natuurcoöperatie, het Zuid-Hollands Landschap, het Streekfonds en recreatieorganisaties", aldus wethouder Pieter Neven bij de feestelijke start van het project. Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is verantwoordelijk voor dit project en voert natuur- en watermaatregelen gelijktijdig uit. Een unieke kans, die het hoogheemraadschap heeft opgepakt om gericht kennis en kunde in te zetten voor het gebied. "Met de inrichting van de drie natuurgebieden voeren we het eerste deel van de Gebiedsovereenkomst Veenweiden uit. We verbeteren de waterkwaliteit, gaan bodemdaling tegen en dragen zo bij aan het behoud en het verder ontwikkelen van ons mooie veenweidegebied, zodat mensen hier in de toekomst ook fijn kunnen wonen, werken en recreëren”, aldus hoogheemraad Dorenda Gerts.

De in juni 2016 door alle betrokkenen getekende Uitvoeringsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard geeft aan hoe alle partijen de opgaven voor natuur, water, landbouw en recreatie samen met gebiedspartners willen realiseren en het beheer organiseren. Maatwerk is hierbij het sleutelwoord. Pieter Neven: “Kort gezegd doet iedereen waar hij of zij goed in is. Zo zijn landbouw en natuur goed met elkaar te combineren. Ze kunnen elkaar zelfs versterken. Grondeigenaren krijgen de ruimte om met elkaar en met overheden en maatschappelijke organisaties plannen te ontwikkelen voor natuur in samenhang met de bestaande veehouderij."

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Het standaardwerk 'De Krimpenerwaard. De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst' (Catharina L. van Groningen, Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders Uitgevers, 1996, ca. 400 pag. A4-formaat) is via de link ook online te lezen. - Via deze link is het boek ook nog incidenteel tweedehands te koop.

Terug naar boven

Evenementen en activiteiten

- "Wandelsportvereniging WSV Op Stap is in 2016 opgericht door vijf enthousiaste wandelliefhebbers. Deze jonge, dynamische vereniging wil het wandelen stimuleren. Wij willen je motiveren om op een zeer gezonde en laagdrempelige manier in beweging te komen in de buitenlucht. Vier keer per jaar zetten wij een wandeltocht uit in onze mooie Krimpenerwaard. Niet alleen voor bestaande wandelliefhebbers, zeker ook voor iedereen die wil kennismaken met de wandelsport. Kijk ook in de Agenda voor onze wekelijkse wandelmomenten. Fit worden en genieten van de mooie plekjes in deze streek? Kom in beweging met WSV Op Stap!"

- De Triathlon Krimpenerwaard (op een zaterdag eind mei) kent 2 afstanden: een 1/8 en een 1/4 Triathlon. Inwoners van de streek strijden op de 1/4 afstand voor het Krimpenerwaards Kampioenschap. Er is een prijs voor de snelste man en voor de snelste vrouw.

- Jaarlijks op de 3e zaterdag van juni zetten de 15 ijsclubs van de Krimpenerwaard hun deuren open om te stempelen voor de 9 Dorpen Fietstoertocht. Er zijn 4 fietstochten: de tocht der tochten van ca. 90 km en 3 kortere tochten van ca. 45 km. Vraag familie, vrienden, buren, ga fietsen door de mooie natuur van de Krimpener- en Lopikerwaard en steun daarmee ook de plaatselijke ijsclubs. De vrijwilligers staan weer klaar met koek en zopie en stempelen je kaart om aan het eind van de tocht je medaille mee naar huis te kunnen nemen. Inschrijfgeld 5 euro per persoon. Kinderen t/m 12 jaar gratis. De opbrengst komt ten goede aan de deelnemende ijsclubs.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Klauteren over hekken, speuren naar vogels en modder aan je schoenen. De nieuwe struinroutes (2019) van Zuid-Hollands Landschap nemen je mee langs de mooiste én stilste plekjes van de Krimpenerwaard, zonder de broedende vogels te verstoren. Vraag de wandelingen gratis aan voor een avontuurlijke tocht in dit Zuid-Hollandse landschap. Tijdens het broedseizoen zijn enkele delen afgesloten. Volg dan het alternatief dat we hebben aangegeven. Vier routes zijn tussen de 8 en 15 kilometer. En er is een extra lange wandeling van 47 kilometer, mét overnachtingstips. De routes zijn ideaal voor op mobiel, maar uitprinten gaat ook prima.

- In de Kanovisie Krimpenerwaard (2014) is door studenten van Hogeschool Inholland onderzocht hoe de potentie van deze waterrijke streek als kanogebied kan worden benut.

- Wandelroutenetwerk Krimpenerwaard omvat ca. 200 km aan wandelwegen van knooppunt naar knooppunt. Onder de link vind je een kaart van het complete wandelroutenetwerk. Het wandelroutenetwerk sluit aan op de wandelroutenetwerken Midden-Nederland en Hof van Delfland.

- "Wandelen en fietsen is een interessante en ontspannen manier om de Krimpenerwaard, "de Groene Achtertuin van Rotterdam", te ontdekken. Kom ook genieten van een stukje oer-Hollands platteland op slechts een steenworp van de grote Deltametropool. Wij kunnen hiervoor leuke arrangementen samenstellen."

- "Stichting Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard is opgericht in oktober 2020. In de stichting zijn partijen uit de natuur- en landbouwsector verenigd in één organisatie, die zich richt op het beheer van het Natuurnetwerk Nederland in de regio. De oprichting van de stichting is een direct vervolg op een intentieverklaring uit 2019. Daarin namen het Zuid-Hollands Landschap, Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Weidehof, Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard en de agrarische Natuurcoöperatie voor dit gebied het initiatief voor het vormen van een beheercollectief voor het beheer van natuur en natuur met extensief agrarisch medegebruik in de streek. Er wordt gestart met het beheer van enkele honderden hectares, wat kan uitgroeien tot 2.250 hectare. De stichting richt zich op het beheer van de provinciale gronden binnen het Natuurnetwerk Nederland in de streek. Daarnaast wordt de samenwerking tussen de verschillende beheerders concreet met één loket. De stichting hoopt medio 2021 volledig operationeel te zijn en is daarover in gesprek met de provincie Zuid-Holland en de stuurgroep Veenweide in de streek. Inzet is dat de provincie Zuid-Holland de gronden in erfpacht overdraagt aan het Natuurbeheercollectief, nadat de gronden zijn ingericht. Het beheer van de gronden door de stichting tijdens de inrichtingsfase wordt geregeld in een samenwerkingsovereenkomst tussen provincie en de stichting." (bron: Stichting Natuurbeheercollectief, oktober 2020)

- "In de Krimpenerwaard wordt volop nieuwe natuur aangelegd. Polders De Nesse en Berkenwoude zijn al ‘klaar’: die zijn in 2016-2017 ingericht als natuurgebied, vooral om er meer weidevogels naar toe te lokken. Dat lukt, blijkt uit de eerste onderzoeken. Maar lukt het ook om daar succesvol kuikens groot te brengen? Daar gaat de provincie nu onderzoek naar doen. Weidevogels. Deze streek is van oudsher een uitstekende plek voor weidevogels. Maar vooral met de steltlopers zoals de grutto gaat het niet goed in Nederland. De aantallen lopen drastisch terug. Een belangrijk doel van de nieuwe natuur in deze streek is dan ook om meer geschikt leefgebied te creëren voor weidevogels.

Maatregelen. Zowel in de natuurgebieden van het Zuid-Hollands Landschap als bij het Agrarisch Collectief worden maatregelen getroffen om het landschap voor de grutto te verbeteren. Zo zijn in polders De Nesse en Berkenwoude vanaf 2016 percelen afgeplagd; slootkanten vlakker gemaakt; en het waterpeil is nu flexibel, met hoog water in het voorjaar. In agrarisch gebied zijn met zonnepompjes percelen plas-dras gezet en wordt het gras later gemaaid en kruidiger gemaakt. Onderzoek in de afgelopen jaren toont aan dat dit een positief effect heeft op de aantallen grutto’s die hier op afkwamen. Vliegvlug. Meer weidevogels is mooi, maar brengen ze ook jongen groot in de Krimpenerwaard? Uit verkennende studies in het natuurgebied en tellingen van vrijwilligers bij agrariërs, weten we dat er zeker jonge grutto’s groot worden. Maar er zijn nog veel vragen. Zijn er genoeg kuikens die opgroeien en “vliegvlug” worden? Welke percelen hebben de voorkeur van de ouders met kuikens? En is een combinatie van natuurgebied en agrarisch gebied juist gunstig? Doordat de grutto’s niet individueel herkenbaar waren, was dit niet met zekerheid te zeggen.

Zendertje. Om meer zekerheid te krijgen, worden 5 volwassen grutto’s voorzien van een kleine satellietzender van 5 gram: 3 in natuurgebied De Nesse en Berkenwoude, en 2 in het agrarisch gebied dat beheerd wordt door het Agrarisch Collectief. Zo kunnen we de bewegingen van gruttofamilies in de Krimpenerwaard volgen. En als slagroom op de taart kunnen we ze ook volgen als ze in het najaar afreizen naar West-Afrika en als ze weer naar deze streek terugkeren. De zenders gaan 2 tot 5 jaar of zelfs langer mee en dat is ook ongeveer de levensverwachting van volwassen grutto’s. Tot die tijd leveren die zenders waardevolle data waarmee we het leefgebied van de grutto’s in Nederland kunnen optimaliseren. Grutto’s volgen. Op de Facebookpagina van de provincie verschijnen vanaf medio mei 2020 geregeld blogs over de belevenissen van de grutto’s. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Lowland Ecology Network. Ze werken samen met de Rijksuniversiteit Groningen, die al jaren grutto’s bestudeert in Friesland. De resultaten van het onderzoek worden verwacht in november 2020." (bron: Provincie Zuid-Holland, 13-5-2020)

- In maart 2019 is het Bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard door de gemeenteraad vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op in totaal 2250 hectare natuur in de streek. Het gebied wordt aantrekkelijker voor diverse planten- en diersoorten die van nature in veenweidegebied thuishoren, zoals weidevogels. Met de komst van natuur en, in sommige delen, een hoger waterpeil, wordt bovendien bodemdaling afgeremd. Ook biedt de nieuwe natuur kansen voor recreatie. Het plan houdt in grote lijnen in dat er een zone komt door de waard waar natuur en natuurinclusieve landbouw een plek krijgen. De natuurzone loopt vanaf de Lek via het Loetbos langs de noordrand naar Haastrecht. Dit wordt geïntegreerd met een gelijktijdig te ontwikkelen bijpassend robuust en duurzaam watersysteem in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het plangebied bestaat uit verschillende deelgebieden: Bergambacht-West, Den Hoek, Oudeland (gedeeltelijk), Berkenwoudse Driehoek (enkele percelen), Achterbroek (enkele percelen), De Nesse (enkele percelen), Kattendijkblok, Middelblok, Veerstalblok, Bilwijk, Kadijk-West en polder Stein (gedeeltelijk). Voor de Berkenwoudse Driehoek, De Nesse en het zuidelijk deel van Oudeland is reeds in 2015 een bestemmingsplan vastgesteld.

Het nieuwe natuurgebied wordt vooral geschikt gemaakt voor weidevogels, maar ook voor andere dieren en planten die van oudsher thuishoren in het veenweidegebied. De zone maakt onderdeel uit van een aaneengesloten natuurzone door heel Nederland, het Natuurnetwerk Nederland. Ook de bodemdaling wordt geremd, doordat bepaalde stukken grond natter blijven. Eind 2021 moet de natuurzone gereed zijn. Agrariërs die in de nieuwe natuurzone hun boerderij hebben, kunnen op deze plek zélf aan de slag met natuur. Natuurbeheer wordt zo onderdeel van hun bedrijfsvoering. De grond van agrariërs die niet mee willen doen aan de natuurplannen zal worden aangekocht. Een aantal agrariërs heeft inmiddels aangegeven een economische kans te zien in natuurbeheer, bijvoorbeeld vanwege de lagere kosten voor ruwvoer voor jongvee in de nattere gebieden. Natuurontwikkeling in deze regio gaat samen met versterking van landbouw en recreatie. Er wordt gewerkt aan innovaties in de landbouw, samen met het Veenweiden Innovatiecentrum in Zegveld. Zo is in 2017 een pilot gestart voor cranberries en lisdodden. Ook zijn de afgelopen jaren nieuwe wandel- en fietspaden en kanoroutes aangelegd. (bron: Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard)

In 2018 zijn de peilbesluiten aangepast van de gebieden Bilwijk, Den Hoek, Kattendijksblok, Middelblok, Oudeland en Veerstalblok. Op een aantal plaatsen is het waterpeil verhoogd. Dit is nodig om de natuur te faciliteren die in de Krimpenerwaard is gepland. Verder is een aantal dammen, stuwen, in- en doorlaten gerealiseerd, zodat sloten en dus waterpeilen gescheiden kunnen worden of juist met elkaar in verbinding worden gebracht. Om de beoogde natuur te kunnen realiseren is het nodig om het gemeentelijke Bestemmingsplan voor het gebied te wijzigen. In het Inrichtingsplan - een bijlage bij het Bestemmingsplan - staat welk type natuur waar komt. In de Verordening Ruimte staan de grenzen van de nieuwe natuurgebieden.

- "In de noordrand van deze streek is sinds 2013 in een pilot geëxperimenteerd met organisatievormen voor beheer van natuur door boeren. Het gaat om grond binnen het Natuurnetwerk Nederland, in eigendom van de provincie, die ofwel door Natuurcoöperatie Krimpenerwaard (NCK), ofwel door Zuid-Hollands Landschap aan boeren is uitgegeven. De NCK is een organisatie van boeren in de streek die ernaar streeft om het natuurbeheer zelf te organiseren. In het zesde jaar van de pilot vindt de evaluatie plaats. Het onderzoek 'Wij zorgen ervoor! Ervaringen met nieuwe vormen van beheer in de pilot Natuurbeheer Krimpenerwaard; onderzoek ten bate van de eindevaluatie' (Wageningen Environmental Research, november 2018) moet daaraan bijdragen. We vergelijken de aanpak van de NCK met die van ZHL en die van de provincie, die ook nog rechtstreeks natuurgrond aan boeren verpacht. Voor dit onderzoek zijn beschikbare gegevens en documenten bestudeerd en zijn interviews gehouden met betrokkenen.

Zes jaar beheer is een zeer korte tijd om ecologische resultaten te verwachten. Bovendien zijn delen van het gebied recentelijk nog heringericht. Toch zijn de resultaten veelbelovend. Het beheer is deskundig uitgevoerd, de boeren worden goed begeleid en er vindt een eenvoudige vorm van monitoring plaats. De NCK heeft consequent gerapporteerd. We zien nog wel kansen voor verbetering van het beheer. De verschillen in aanpak tussen NCK en ZHL zijn niet groot. In het begin heeft NCK geïnvesteerd in kennisontwikkeling bij de pachters en in certificering van de organisatie. NCK begeleidt de pachters intensiever en is flexibeler in de zin dat in goed overleg anders met de beheervoorschriften wordt omgegaan. De beheervoorschriften van NCK houden iets meer rekening met de landbouwpraktijk dan die van ZHL. De pachters zijn tevreden over hun relatie met alle drie de verpachters, maar het meest over NCK. Belangrijk resultaat van de pilot is dat boeren, overheid en ZHL ervan overtuigd zijn dat boeren natuur kunnen beheren. En dat het draagvlak voor natuurbeheer onder boeren lijkt te zijn toegenomen.

De vraag naar een goede organisatievorm voor beheer van agrarische natuur in de Krimpenerwaard is met de pilot nog niet volledig beantwoord. Enerzijds wordt gestreefd naar een zo laag mogelijke belasting van de natuur door de veehouderij. Anderzijds is de veehouderij noodzakelijk voor het beheer. Met de toekomstbestendigheid van de individuele bedrijven en de sector als geheel wordt nog te weinig rekening gehouden bij het ontwerp van arrangementen. Wij betwijfelen of het beheer door de boeren op de lange termijn is vol te houden bij de huidige verhouding tussen beperkingen en vergoedingen (inclusief pacht). Ook zijn de voor- en nadelen en randvoorwaarden van volledige natuurbedrijven ten opzichte van het inpassen van natuurgrasland in een verder ‘gangbare’ bedrijfsvoering nog te weinig doordacht. Tot slot is nog te weinig gekeken naar de relatie tussen de (ontwikkeling van de) landbouwstructuur en het natuurbeheer in de streek. Er wordt gewerkt aan de oprichting van een nieuwe beheercoöperatie als organisatie van grondeigenaren en beheerders in de streek. De organisatievormen van de pilot houden per 1-1-2019 namelijk op te bestaan. Onze aanbevelingen zijn: maak duidelijke keuzes ten aanzien van natuurdoelen; pak de monitoring gezamenlijk op; zorg voor toekomstbestendigheid van de landbouw; ondersteun boeren in de ontwikkeling van natuurbedrijven; zorg bij de opzet van de beheercoöperatie voor voldoende zeggenschap van boeren." Voor nadere informatie zie het hierboven gelinkte onderzoek. (bron: Wageningen Environmental Research)

- Natuur- en landbouworganisaties in de streek richten samen een collectief op om vanaf 2021 een oppervlakte van 2.250 hectare nieuw ontwikkelde natuur te beheren. In september 2019 is hiervoor een intentieverklaring ondertekend door de regionale Natuurcoöperatie, Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, de regionale Natuur- en Vogelwerkgroep en Stichting Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Weidehof. In De Weidehof zijn het regionale Agrarisch Jongeren Kontakt, de regionale LTO Noord-afdeling en de Vereniging voor Duurzame Waterbeheersing en Landbouw in de Krimpenerwaard vertegenwoordigd. In de intentieverklaring is onder meer afgesproken dat er kwartiermakers worden aangesteld die ervoor gaan zorgen dat het collectief in 2021 officieel kan starten. Het gaat om het beheer van 2.250 hectare nieuwe natuur. Een deel van de natuur is al aangelegd en wordt beheerd door boeren, particuliere grondeigenaren, pachters en het Zuid-Hollands Landschap.

- "Weidehof Krimpenerwaard is een vereniging die zich inzet voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer in de streek. Dit doen wij in nauwe samenwerking met het Agrarisch Collectief in onze streek, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering. De regio is rijk aan agrarische bedrijven, de belangrijkste beheerders van de waard. Onze vereniging bestaat uit betrokken boeren en streekbewoners, die samen werken aan een kleurrijke waard. Met ecologisch verantwoord ‘boeren’ streven wij ernaar de biodiversiteit te vergroten en het unieke landschap te behouden voor toekomstige generaties. Wij streven naar een omgeving waarin agrariërs kunnen ondernemen en planten en dieren zich thuis voelen, oftewel naar een harmonieuze verhouding tussen natuur en landbouw."

- "Natuur- en Vogelwerkgroep De Krimpenerwaard (NVWK) is opgericht in 1961. Ons werkgebied, begrensd door de Lek, de IJssel en de Vlist. is een typisch veenweidegebied. Het is het grootste aaneengesloten zogeheten 'slagenlandschap' ter wereld, met grote natuurlijke, cultuurhistorische en archeologische waarden. Aanvankelijk was de aandacht vooral gericht op onderzoek en voorlichting over de flora en fauna. Nu stellen wij ons het behouden en beschermen van milieu, natuur en landschap in de meest ruime zin ten doel. Tevens hebben we thans betere mogelijkheden om op te treden in rechte, met name voor het voeren van civielrechtelijke en administratiefrechtelijke procedures. Onder het kopje Werkgroepen op onze site kun je nadere informatie vinden over de inspanningen van onze vrijwilligers. Inmiddels telt onze vereniging ruim 750 leden, waaronder een groeiend aantal jeugdleden. Ons verenigingsblad de Waardvogel wordt zoveel mogelijk via onze bezorgers verspreid onder de leden en verschijnt in februari, april, juni, september en december."

- De dijkversterking van de Lekdijk is in 2012 afgerond.

- "Gunning dijkversterking langs Hollandsche IJssel. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) heeft een aannemerscombinatie gekozen waarmee de komende jaren de dijkversterking langs de Hollandsche IJssel tussen Gouderak en Krimpen aan den IJssel wordt gerealiseerd. Na een aanbesteding is in juli 2020 het project definitief gegund aan Van Hattum en Blankevoort en Boskalis Nederland, bijgestaan door de ingenieursbureaus Witteveen+Bos en Royal Haskoning-DHV. De dijkversterking, bekend onder de naam KIJK (Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard), gaat ervoor zorgen dat de dijk weer voldoet aan de normen voor waterveiligheid. Het project is onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de grootste dijkversterkingsoperatie ooit.

Bijzonder aan deze aanbesteding is dat al in een vroeg stadium een aannemer wordt betrokken, zodat die zijn specifieke uitvoeringskennis al in de planvorming kan inbrengen. Een ander voordeel is dat het waterschap, de aannemer én de omgeving (bewoners en bedrijven) al in een vroeg stadium met elkaar kennismaken en met elkaar kunnen werken aan de plannen en de daarop volgende uitvoering. Dagelijks bestuurder Paul van den Eijnden van HHSK: ‘We zijn blij met deze combinatie van bedrijven die hun sporen in dijkversterkingen en watermanagement hebben verdiend. We hebben het volste vertrouwen in een goede samenwerking met deze combinatie de komende 8 tot 10 jaar. We zijn er van overtuigd dat we langs de noordrand van de Krimpenerwaard een robuuste, duurzame dijkversterking gaan realiseren waar ook de omgeving tevreden over zal zijn.’

Vanaf september 2020 start de uitwerking van de plannen en wordt gewerkt aan het definitieve ontwerp. Waterschap en aannemer gaan daarbij gezamenlijk de uitdaging aan om bewezen innovaties toe te passen, zodat een betere dan wel snellere of goedkopere dijkversterking mogelijk wordt. Alles is erop gericht om in 2023 te starten met de werkzaamheden. Eind 2026 voldoet de waterkering dan aan de nieuwe veiligheidsnormen en is daarmee klaar om ook de komende 50 tot 100 jaar het water uit de Hollandsche IJssel goed tegen te houden. Daarna volgen nog afrondende werkzaamheden tot 2028 en een nazorgfase.

Dat de dijk wordt verstevigd, is belangrijk: de dijk beschermt een gebied waarin 200.000 mensen wonen, werken en recreëren. Met de dijkversterking zorgt het waterschap er voor dat de dijk weer aan de actuele normen voor waterveiligheid voldoet. De 10 kilometer dijk in de Krimpenerwaard langs de Hollandsche IJssel tussen Gouderak en Krimpen aan den IJssel wordt intensief gebruikt. Op en aan de dijk staan veel woningen en er is een flink aantal bedrijven gevestigd. De weg op de dijk is een belangrijke lokale en regionale route voor fietsers, automobilisten en openbaar vervoer. Dat maakt de dijkversterking een complex project.

In de verkenningsfase (van 2015 tot 2018) is veel onderzoek gedaan en is er veel contact en interactie geweest met de omgeving: bewoners en bedrijven langs de dijk, organisaties in het projectgebied en de bestuurlijke partners van het waterschap. Er is een voorkeursalternatief (VKA) vastgesteld, dat per dijkvak aangeeft op welke manier de waterkering het beste kan worden versterkt. Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dijkversterkingsproject KIJK (Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard) maakt deel uit van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hier werken de waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de grootste dijkversterkingsoperatie ooit. Meer dan 1100 kilometer dijken en 500 sluizen en gemalen worden de komende 30 jaar versterkt. Zo wordt gewerkt aan een land waar je veilig kan wonen, werken en recreëren." (bron: Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK), juli 2020)

- Actualiteiten m.b.t. de natuur in de Krimpenerwaard op Facebook, van Het Zuid-Hollands Landschap.

- "Om de doorstroming rond Rotterdam (Brienenoordbrug) te verbeteren komt er een extra oeververbinding bij. Dat hebben het Rijk, de provincie en gemeenten in 2019 met elkaar afgesproken. Er liggen twee varianten op tafel: een brug tussen Ridderkerk en de Krimpenerwaard of een binnenstedelijke oplossing bij Rotterdam. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap en Stichting Het Huys ten Donck zien geen heil in een oeververbinding. Het vormt een bedreiging voor de aanwezige natuur en het erfgoed, “en daar hebben we in deze drukbevolkte provincie al zo weinig van”, aldus Ninouk Vermeer, regiohoofd Veenweiden van het Zuid-Hollands Landschap. "Zuid-Holland moet juist werk maken van de schaarse natuur die er is!"

We zien uiteraard het belang van economische ontwikkelingen en zijn zeker niet op voorhand tegen elke infrastructurele aanpassing. Maar in dit geval is de binnenstedelijke variant die eveneens op tafel ligt een veel betere keuze. Met een brug of tunnel over de Nieuwe Maas gaat er zóveel moois verloren. Neem De Zaag, een natuureiland met bijzondere planten en dieren. De Zaag is een van de weinige plekken in deze drukke omgeving waar je nog echt kunt genieten van rust. Het is er zo stil dat je tijdens een wandeling de vogels hoort fluiten en je kunt er de bever misschien zelfs zien rondzwemmen. Heel bijzonder (zie verder de beschrijving van De Zaag op de pagina van Krimpen aan de Lek, red.). Het is een uniek getijdengebied waar je zuinig op moet zijn. Een oeververbinding zal de natuurbeleving hier ernstig aantasten. De achterliggende polder tussen Krimpen aan de Lek en Krimpen aan den IJssel is eveneens erg waardevol. “In het voorjaar broeden hier talloze weidevogels zoals grutto en kievit. Met een brug en bijbehorende weg die deze polder zal doorkruisen, ben je dit agrarisch weidegebied en al die weidevogels in één keer kwijt.”

Aan de andere kant van het water is de impact van een brug eveneens groot. Zo loopt de verbinding vlak langs Het Huys ten Donck, een meer dan 400 jaar oude buitenplaats in Slikkerveer - voor een beschrijving van de buitenplaats zie de pagina van Slikkerveer - bij Ridderkerk. Hoewel er een rivier tussen ligt, zijn de buitenplaats en De Zaag ecologisch en historisch gezien aan elkaar verbonden. Catharina Groeninx van Zoelen, bewoonster en directeur van Stichting Het Huys ten Donck: "De Zaag hoorde vroeger bij het landgoed en is door de eeuwen heen met de stroom naar de overkant geduwd.” Vermeer: “Het gaat om ‘stapstenen’ die je moet zien te behouden. Niet alleen voor de biodiversiteit, maar ook om dit verstedelijkte gebied leefbaar te houden voor de mensen die hier wonen. Die hebben rust en ruimte nodig. Dat vinden ze in deze gebieden. We doen er dan ook alles aan om ze te beschermen. En daarom trekken we samen op.” We pleiten ervoor om niet te kiezen voor de Oost-Oost variant maar voor een binnenstedelijke oplossing. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap trekt in dit dossier onder andere samen op met Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, Stichting Het Huys ten Donck, Stichting Groene Hart en Vastgoed Bolnes." (bron: Zuid-Hollands Landschap, juli 2019) Op 16 juli 2019 is besloten dat de nieuwe oeververbinding in Rotterdam-Oost komt, tussen de Kralinger Esch in het N en Feijenoord in het Z. Of het een brug of een tunnel wordt, wordt nog onderzocht. Het besluit betekent dat er geen nieuwe oeververbinding tussen de Krimpenerwaard en Ridderkerk komt.

- "De flora in een veenweidepolder als de Krimpenerwaard is anno nu niet bijzonder rijk aan soorten. De vele hectaren blauwgraslanden, veenmosrietlanden en dotterbloemhooilanden herbergden vroeger veel bijzondere flora. Slechts kleine postzegels zijn bewaard gebleven, en lijden onder verzuring en verdroging. Herstelmaatregelen worden toegepast om de bijzondere flora terug te laten keren, met succes! Ouderwets veenweidelandschap. Deze streek is een uitgestrekt veenweidegebied onder de rook van Rotterdam. Een echt ouderwets veenweidelandschap: smalle kavels beweid met melkkoeien, veenlinten, kilometers lange houtkades, pestbosjes en knotwilgen. De melkveehouderij is hier al meer dan 150 jaar de belangrijkste grondgebruiker en beheerder van de polder. Voor de melkveehouderij was hennepteelt de belangrijkste inkomstenbron. Weliswaar niet voor drugsgebruik, maar voor de bastvezels van de plant waar touw van werd gemaakt.

Een veranderend landgebruik = een veranderende flora. Toen meer dan 150 jaar geleden de hennepteelt nog de belangrijkste landbouwvorm was, werd veeteelt enkel gebruikt als bron voor mest voor op de hennepakkers. Decennialang werden de graslanden in de Krimpenerwaard waar het vee graasde jaarlijks gemaaid en gehooid. Alleen de graslanden dicht in de buurt van de boerderijen werden bemest met toemaak: een mengsel van bagger uit de sloten, stratendrek uit steden en stalmest. In het zogeheten 'achterland' (hooilanden ver van de boerderijen af) nam de voedselrijkdom van de van oorsprong voedselrijke veenbodem steeds een beetje af. Uiteindelijk zijn hier prachtige, schrale en soortenrijke blauwgraslanden ontstaan. Blauwgraslanden worden zo genoemd door de blauwige kleur die de vegetatie uitstraalt, veroorzaakt door soorten met blauwige bladeren zoals Blauwe zegge, Tandjesgras en Spaanse ruiter.

De opkomst van de melkveehouderij en de ruimere beschikbaarheid van meststoffen begin 20e eeuw heeft een enorme invloed gehad op de flora in de Krimpenerwaard. Door de beschikbaarheid van grote hoeveelheden varkensmest en kunstmest zijn de schrale onbemeste graslanden verdwenen en maakten deze plaats voor zeer voedselrijke en soortenarme graslanden. In een tijdsbestek van 25 jaar zijn van de duizenden hectaren blauwgrasland nog maar enkele tientallen over. Relicten uit het verleden. Enkele blauwgraslanden, veenmosrietlanden en dotterbloemhooilanden zijn bewaard gebleven. Het blauwgrasland rondom eendenkooi Kooilust is negentig jaar geleden door het Zuid-Hollands Landschap zelfs speciaal aangekocht om de unieke vegetatie te beschermen. Hier groeit nu een van de laatste populaties Vlozegge, Klokjesgentiaan, Spaanse ruiter en Kleine valeriaan van Zuid-Holland.

Andere relicten zijn de boezems langs de Hollandse IJssel tussen Gouda en Gouderak. De Veerstalblokboezem bijvoorbeeld is al honderd jaar een begrip onder floristen en vegetatiekundigen in Nederland. Vroeger groeiden hier zeldzaamheden als Geelhartje, Addertong, Rond wintergroen en vele soorten orchideeën zoals Grote muggenorchis, Groenknolorchis en Veenmosorchis. Ondanks dat relicten als de Veerstalblokboezem bewaard zijn gebleven, hebben ze niet meer dezelfde kwaliteit als vroeger. Door stikstofdepositie en een minder gunstige hydrologie kampen de relicten met verzuring en verdroging. Vele bijzondere soorten zijn hierdoor uit de graslanden van de Krimpenerwaard verdwenen of staan op het punt te verdwijnen. Andere soorten nemen de plaats in, met name Pijpenstrootje. Veel dotterbloemhooilandsoorten en soms zelfs blauwgraslandsoorten zijn ook nog terug te vinden in oevers en vochtige wegbermen, mits goed beheerd. Oevers en wegbermen zijn namelijk nauwelijks bemest geweest en kunnen daarom vrij schraal zijn. Aangezien goed beheer een belangrijk onderdeel is, komt er vanuit lokale initiatieven en overheden steeds aandacht voor ecologisch berm- en oeverbeheer.

Plaggen als herstelmaatregel. Het herstel van botanisch waardevol grasland heeft de aandacht. Zo is een deel van de 2250 hectare Natuur Netwerk Nederland (NNN) dat gerealiseerd gaat worden in de Krimpenerwaard bestemd voor het herstel van blauwgrasland en dotterbloemhooiland. Een knelpunt bij herinrichting is dat de langdurig bemeste bovengrond erg lastig te verschralen is, waardoor de gewenste ontwikkeling wel honderden jaren kan duren. Als proef is 25 jaar geleden de bemeste bovengrond van enkele graslanden van voormalige, gangbare agrarische bedrijven tot op een diepte van twintig centimeter afgegraven en daarna in hooilandbeheer genomen. Bij dit beheer wordt twee keer per jaar gemaaid en wordt het maaisel afgevoerd, doorgaans later in het seizoen. Door het plaggen is in één keer een nattere en veel schralere situatie ontstaan en zijn na enkele jaren veel typische soorten van dotterbloemhooiland en blauwgrasland teruggekeerd.

Een bijkomend voordeel van plaggen is dat de historische zaadbank word blootgelegd. Zo zijn in verschillende geplagde graslanden soorten met langlevende zaden zoals Teer guichelheil, Blonde zegge en Draadzegge weer opgedoken. Na enkele jaren verschijnen ook de eerste orchideeën. In de meeste gevallen zijn dat de Rietorchis en Brede orchis, maar ook de Moeraswespenorchis neemt steeds meer toe in geplagd schraalland. Het mooie is dat na het plaggen alle soorten spontaan verschijnen. Is het niet dankzij langlevend zaad in de bodemzaadbank, dan is het wel via de wind, het water of via vogels. Het slepen en verspreiden van maaisel uit andere graslanden om soorten te introduceren is dus helemaal niet nodig. Nu zijn nog niet alle typische blauwgraslandsoorten in de Krimpenerwaard al terug van weggeweest. Spaanse ruiter en Kleine valeriaan hebben zich bijvoorbeeld tot op heden nog niet weten te vestigen in geplagde schraallanden. Kwestie van tijd?" (bron: FLORON, oktober 2020)

- Vier boeren in de Krimpenerwaard gaan vanaf februari 2021 kijken naar de toepassing van klei als maatregel tegen broeikasgasemissie en bodemdaling in het veenweidegebied. Het kostte enige moeite geschikte klei te vinden door de eisen die er gelden ten aanzien van het zoutgehalte en het lutumgehalte. Daarom is er klei uit de Betuwe aangevoerd. Het inbrengen van klei in veengrond kan een effectieve maatregel zijn om de afbraak van organische stof in veen af te remmen en daarmee ook de bodemdaling te beperken. Kleideeltjes kunnen namelijk een sterke binding met organische deeltjes aangaan en bovendien verlopen de afbraakprocessen in veengrond bij een hoger kleigehalte trager. De 4 boeren ontvingen elk circa 50 kuub klei. Deze klei wordt, afhankelijk van de draagkracht, uitgespreid over een perceel van 0,25 tot 0,5 hectare. De andere helft van het perceel krijgt geen klei, om het effect van de kleitoevoeging te kunnen meten. Het onderzoek naar de toepassing van klei richt zich naast metingen aan de broeikasgasemissie ook op de effecten op de grasopbrengst en de draagkracht van het perceel. (bron: LTO Noord, februari 2021)

Terug naar boven

Beeld

- Oude foto's en ansichtkaarten van de kernen in de Krimpenerwaard op Facebook.

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Krimpenerwaard (online te bestellen). Hoofdredacteur van Plaatsengids.nl Frank van den Hoven heeft - met 2 mede-redacteuren uit de streek - in 2002 het boek Op ontdekkingstocht door Krimpenerwaard en Lopikerwaard geschreven en uitgegeven. Met gedetailleerde beschrijvingen en afbeeldingen van niet alleen de bekende 30 steden en dorpen in die streken, maar vooral ook de 50 relatief onbekende buurtschappen, die net zozeer de moeite waard zijn om over te lezen en eens 'in het echt' te gaan bekijken, maar die vaak worden vergeten in boeken en op websites. Via de link is het boek incidenteel nog tweedehands verkrijgbaar.

Terug naar boven

Links

- Gemeente: - Officiële site van de gemeente Krimpenerwaard. - Nieuws van de gemeente op Facebook. - Nieuws van de gemeente op Twitter.

- Algemeen: - Site over de Krimpenerwaard, opgezet en onderhouden door de in 2018 overleden Han Tiggelaar.

- Media / nieuws: - RTV Krimpenerwaard is - sinds 2015, i.v.m. de oprichting van de gelijknamige gemeente in dat jaar - een samenwerkingsverband van de omroepen Radio Centraal (Bergambacht), RTV Zilverstad (Schoonhoven) en RTV Vrolek (Nederlek). Deze omroepen hebben in 2014 besloten samen onder deze naam verder te gaan. Meer dan 75 vrijwilligers zorgen voor alle informatie, muziek en educatie, op radio, internet en TV.

- Nieuws uit de Krimpenerwaard op de site van Het Kontakt.

- Lezen: - De Bibliotheek Krimpenerwaard heeft vestigingen in Ammerstol, Gouderak, Ouderkerk aan den IJssel, Schoonhoven, Bergambacht, Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk. Daarnaast komt in nog een aantal dorpen de bibliobus.

- Sport: - Wielrennen en de Krimpenerwaard vormen een sterk koppel. Al decennialang komen sterke wielrenners en wielrensters uit deze regio tussen Lek, IJssel en Vlist. Vrijwel zonder uitzondering reden ze tijdens hun carrière in het shirt van De Waardrenner. De Waardrenner is als wedstrijdgerichte vereniging opgericht in 1981. De Waardrenner richt zich in het bijzonder op de categorie Nieuwelingen (15 en 16 jaar), Junioren (17 en 18 jaar) en sinds 2007 ook in de categorie Elite-Beloften. In het opleidingstraject staat plezier voorop en onder deskundige begeleiding van ervaren (oud-)wielrenners leren deze tieners de wielersport kennen.

- Schaatstrainingsvereniging STV Lekstreek is in 1965 ontstaan op initiatief van enkele sportmensen uit de Krimpenerwaard. Tijdens het schaatsseizoen is de vroege zaterdagmorgen het vaste uur van de Lekstreek, op De Uithof in Den Haag. Ook op de maandag en donderdag zijn er trainingsgroepen van de Lekstreek op het ijs te vinden. Naast de ijstrainingen zijn er ‘droog’ trainingen in Haastrecht, Schoonhoven en Lekkerkerk. Een droogtraining bestaat uit verschillende loopvormen (van sprint tot duurloop) gecombineerd met (schaats)sprongen, om conditie, techniek, kracht en snelheid te verbeteren. In de zomer worden ook fiets- en skeelertrainingen gegeven, op de 2 skeelerbanen in de Krimpenerwaard, in Lekkerkerk en Ammerstol. - Facebookpagina van de Jeugdschaatsers van STV Lekstreek.

- Zorg: - Stichting Dagbesteding Krimpenerwaard is een actieve, enthousiaste, ondernemende en op de deelnemers gerichte organisatie, met verschillende locaties in de regio. Zij geven via het aanbieden van dagbesteding op een zinvolle en plezierige wijze extra structuur aan het leven van mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij sluiten ze aan bij de belevingswereld en ambities van iedere individuele deelnemer. De deelnemers aan de dagbesteding krijgen waardering voor hun inspanningen en worden in staat gesteld om volwaardig mee te draaien in de samenleving. Ze zorgen voor een goede begeleiding en een juiste balans tussen inspanning en ontspanning.

- Welzijn: - Lionsclub Krimpenerwaard is een service-organisatie die deel uitmaakt van Lions International, een wereldwijde organisatie van mensen die zich inzetten voor een sociaal verbonden wereld waarin mensen elkaar helpen, ongeacht verschillen zoals nationaliteit of religie. Ze komen 2x per maand bij elkaar in Schoonhoven. De club huldigt het motto "we serve because we care". Ze organiseren in dat kader jaarlijks een Sloepentocht voor mensen met een rugzakje en een benefietconcert waarvan de opbrengst naar Stichting voor Terminale Thuiszorg gaat. Door zich samen in te spannen voor dit soort activiteiten leren zij elkaar goed kennen. De Lionsclub is zelf een herenclub, maar kent ook haar vrouwelijke tegenhanger in de vorm van de Domaine des Dames.

- "Krimpenerwaard Verbindt is een platform dat een podium biedt aan organisaties en initiatieven die de integratie bevorderen van statushouders in de regio. En die het contact verbeteren tussen de nieuwe en bestaande inwoners. Wij hebben tot doel de verbinding van statushouders met burgers, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties in beeld te brengen en een podium te geven. En wij willen hiermee doelgroepen inspireren en stimuleren ook de verbinding aan te gaan. Statushouders zullen hierdoor sneller de Nederlandse cultuur en taal leren en deelnemer van de Nederlandse samenleving worden. Burgers en bedrijven uit de regio zullen door berichtgeving via verschillende kanalen de statushouders beter leren kennen, eerder openstaan voor contact en hen eerder betrekken bij (vrijwilligers)werk, sport en sociale activiteiten."

- Wonen: - QuaWonen is de woningcorporatie voor de Krimpenerwaard. Zij bieden goede huisvesting aan mensen die zelf moeilijk kunnen slagen op de woningmarkt en dragen bij aan vitale kernen en leefbare wijken. De organisatie is stevig lokaal verankerd. Ze werken nauw samen met huurders, gemeenten en zorg- en welzijnsorganisaties. Ze handelen klantgericht en met aandacht voor het milieu.

- Veiligheid: - Jeugdbrandweer Krimpenerwaard is een enthousiaste groep jongens en meisjes van 12-18 jaar. Elke twee weken oefenen ze op vrijdagavond om steeds meer te weten te komen over het brandweervak. Onder leiding van ervaren brandweermannen en -vrouwen doen ze mee aan wedstrijden, helpen ze bij oefeningen van de 'grote' brandweer, gaan ze elk jaar op kamp, draaien ze een 24-uursdienst en ga zo maar door. Samen zijn zij de volgdende generatie brandweermannen en -vrouwen!

- Bedrijfsleven / ondernemen: - Ondernemerskringen Krimpenerwaard is de overkoepelende organisatie van de 6 ondernemerskringen in de streek. Zij namens het lokale bedrijfsleven een gesprekspartner voor de provincie, gemeente en andere organisaties.

- Open Coffee Krimpenerwaard is een laagdrempelige informele netwerkbijeenkomst voor ondernemers in en om deze streek. De bijeenkomst wordt elke 3e dinsdag van de maand van 9.00-11.00 uur gehouden op telkens een andere locatie in de regio.

- "De kracht van Beauty & Brains Krimpenerwaard is dat we vrouwelijke ondernemers in de streek verbinden en zichtbaar maken in de gemeente en regio. Dat doen we tijdens netwerkactiviteiten en events. Onze aanpak is enthousiasmerend, informeel, energiek en low budget. Ons doel is dat vrouwelijke ondernemers zichtbaar zijn en meer/gemakkelijker kunnen samenwerken met andere ondernemers, overheid en maatschappelijke organisaties. De kleinschaligheid maakt duurzame verbanden mogelijk, die ook bijdragen aan welzijn en meer verbinding tussen mensen in onze gemeente. Bij de lokale overheid brengen we belangen van zzp-ers en vrouwelijke ondernemers onder de aandacht. Ben je onderneemster in deze regio? Lijkt het je leuk andere onderneemsters te ontmoeten, kennis uit te wisselen en mee te doen op het digitale platform van social media? Kortom, wil je vriendin worden van Stichting Beauty & Brains Krimpenerwaard? Welkom!"

- Waterbeheer: - Het Hoogheemraadschap van Schieland is in 2005 samen met het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard opgegaan in het in dat jaar opgerichte Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). "Het hoogheemraadschap werkt aan een goede waterkwaliteit. Een goede waterkwaliteit is belangrijk zodat we allemaal het water in de natuur kunnen gebruiken (bijvoorbeeld als zwemwater, bron voor drinkwater of om vee te laten drinken) en voor planten en dieren om in te leven. Als waterschap controleren wij of er via het water geen schadelijke stoffen de natuur in gaan. In de glastuinbouw worden onder andere meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt om groentes, planten en bloemen goed te laten groeien. Deze stoffen mogen na gebruik niet terecht komen in de sloot.

Onze handhavers sporen eventuele lozingen op. Dit doen zij met metingen van bijvoorbeeld meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, maar ook met andere hulpmiddelen zoals een warmtebeeldcamera. Een warmtebeeldcamera geeft door middel van kleurverschillen aan waar er warmer water de sloot in stroomt. Water dat uit een kas komt is vaak warmer dan het water in de sloot. Met de warmtebeeldcamera kunnen wij zien waar er buizen water op de sloot lozen en zo gerichter metingen uitvoeren op meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen. Met dit hulpmiddel kunnen we lozingen zien die normaal niet snel te zien zijn. Ook kunnen we hierdoor mogelijke verstopte leidingen en leidingen die onder water liggen, opsporen."

Reactie toevoegen