Wat is een plaats en welke soorten plaatsen zijn er?

middelrode_plaatsnaambord.jpg

Een veel voorkomend misverstand is dat in het postcodeboek en de BAG alle plaatsnamen zouden staan. Die missen echter bijna alle ca. 4.000 buurtschappen plus nog ca. 200 dorpen. Het Brabantse Middelrode is een van die 'vergeten' dorpen.

Een veel voorkomend misverstand is dat in het postcodeboek en de BAG alle plaatsnamen zouden staan. Die missen echter bijna alle ca. 4.000 buurtschappen plus nog ca. 200 dorpen. Het Brabantse Middelrode is een van die 'vergeten' dorpen.

In het kader van deze site, bedoelen wij met het begrip ´plaats´ een ´woonplaats´ (en niet plaats in de zin van ´plek, anders dan woonplaats´), welk woord gemakshalve vaak tot ´plaats´ wordt ingekort. Maar dan kom je op het volgende punt: wat is eigenlijk een (woon)plaats?

Woonplaats:
Vandaag de dag kunnen wij 3 verschillende dingen verstaan onder het begrip 'woonplaats':
1) De definitie zoals die vanouds en nog altijd geldt:
´Plaats waar gewoond wordt´, en die door de inwoners, en/of vanuit cultuurhistorisch, geografisch en/of maatschappelijk oogpunt, als aparte woonplaats met een eigen plaatsnaam wordt beschouwd. Vandaag de dag heeft ons land in die zin nog ca. 6.500 (woon)plaatsen, verdeeld in ca. 2.500 steden en dorpen en ca. 4.000 buurtschappen. Dit is ook de definitie die Plaatsengids.nl hanteert voor het vervaardigen van haar 6.500 plaatshomepages.
2) en 3) zijn betrekkelijk recente definities, bovendien voor specifieke, hieronder nader omschreven doeleinden:
2) Woonplaats als begrip in het - in 1978 ingevoerde - postcodeboek, oftewel de plaatsnaam die in de postadressen van de postcodetabellen staat. Aanvankelijk was dit postcodesysteem alleen bedoeld om de postsortering te vergemakkelijken en te mechaniseren. De maatschappelijke functies van de postcode - bijvoorbeeld in systemen zoeken op postcode / huisnummer en dat je dan de straatnaam en woonplaats ebij krijgt - kwamen pas vele jaren later. Het postcodeboek kent slechts ca. 2.500 plaatsnamen, omdat in dit kader veel kleinere plaatsen (= vrijwel alle 4.000 buurtschappen plus ca. 200 dorpen) 'postaal/administratief gemakshalve' onder een nabijgelegen grotere plaats zijn samengevoegd. Een onzuiverheid die hier bovendien, ten opzichte van de 'echte woonplaatsen' zoals bedoeld onder 1. in zit, is dat ook een aantal bedrijventerreinen een eigen postcode en plaatsnaam heeft gekregen en daarmee een 'woonplaats' is volgens het postcodeboek en de onder 3. genoemde BAG, hoewel op een bedrijventerrein doorgaans geen mensen (mogen) wonen (hooguit in enkele bedrijfswoningen).
3) Woonplaats als begrip in de - in 2009 ingevoerde - gemeentelijke Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Dit bestand is voor het plaatsnamengedeelte gebaseerd op - en komt daarom vrijwel overeen met - het postcodeboek en omvat daarom eveneens slechts ca. 2.500 plaatsnamen.

Soorten woonplaatsen
Vervolgens kom je op het punt: welke soorten woonplaatsen kennen wij eigenlijk? Het begrip ´woonplaats´ of kortweg ´plaats' is namelijk een containerbegrip, een verzamelnaam voor de verschillende soorten woonplaatsen die er zijn.

Er zijn praktisch gezien - dat wil zeggen geografisch, cultuurhistorisch en maatschappelijk; wettelijk is er sinds 1851 geen onderscheid meer - vandaag de dag nog 3 hoofdsoorten plaatsen te onderscheiden: stad, dorp en buurtschap. Voor de duidelijkheid: het heeft wettelijk geen enkele consequentie - meer - of een plaats als buurtschap, dorp of stad wordt benoemd. Tegenwoordig is het dus puur nog een 'gevoelsmatige' zaak. Wettelijk zijn er alleen nog de begrippen 'woonplaats' en 'gemeente'. Hieronder lichten wij de soorten plaatsen toe, zoals zij in de praktijk vandaag de dag worden gehanteerd:

1) Stad
a: plaats die ooit stadsrechten heeft gekregen én in brede kring - vanwege de geografische en economische aspecten, en niet om nostalgische redenen - nog steeds als stad wordt betiteld:
b: grote plaats die tegenwoordig algemeen gangbaar als stad wordt beschouwd, hoewel er formeel nooit stadsrechten zijn verleend (bijvoorbeeld plaatsen die pas na het stadsrechtverleningstijdperk zijn ontstaan, zoals Almere, dan wel zich na dat tijdperk pas tot stad hebben ontwikkeld - gezien aspecten zoals grootte, industriële ontwikkeling en regionale verzorgingsfunctie - zoals Apeldoorn). Overigens heeft het al dan niet in het verleden toegekend zijn van stadsrechten al sinds medio 19e eeuw formeel geen betekenis en consequenties meer. Tegenwoordig zijn het de inwoners en de gemeente die vandaag de dag bepalen of ze hun/een plaats ja of nee een stad of een dorp vinden.

Toelichting op a: er zijn plaatsen die ooit stadsrechten hebben gekregen, maar in de praktijk nooit tot stad zijn uitgegroeid (qua omvang, economische ontwikkeling e.d.), dus praktisch gezien een dorp of buurtschap zijn gebleven. Soms hecht men lokaal dan toch nog wel aan het predicaat stad, en soms profilieert men zich daar zelfs mee om toeristische redenen. Zo zet men de kleine buurtschap Staverden en het kleine dorpje Bronkhorst toeristisch op de kaart als 'kleinste stad van Nederland', vanwege de stadsrechten die in de middeleeuwen aan deze plaatsjes zijn verleend. In dergelijke gevallen lichten wij dat ter plekke in het hoofdstuk Status toe.

Toelichting op b: op veel definities/richtlijnen zijn uitzonderingen, zo ook hier: in de praktijk zijn er deels kleine stadjes en grote dorpen. In Fryslân hecht men bijvoorbeeld aan de vanouds al bestaande elf steden (waar men kennelijk - vermoedelijk om cultuurhistorische en/of toeristische redenen - geen wijziging in wenst aan te brengen), wat niet altijd iets zegt over de actuele situatie in de zin van grootte, industrie en regionale verzorgingsfunctie. Zo hecht men daar aan de status 'stad' voor het plaatsje Sloten met ca. 750 inwoners, en blijven grote kernen met een regionale verzorgingsfunctie zoals Drachten (45.000 inwoners) en Heerenveen (30.000 inwoners) formeel dorpen, hoewel ze in de praktijk eigenlijk wel als stad beschouwd kunnen worden.

Er zijn ook plaatsen die later weer tot dorp zijn "gedegradeerd" (zoals Baarn), dan wel waar in de praktijk tegenwoordig de status 'dorp' weer gangbaar is geworden (zoals Gendt). Daarnaast zijn in 1825 voor het laatst stadsrechten toegekend, maar heeft een aantal plaatsen zich later toch tot stad ontwikkeld. Op onze site houden wij daarom, al het voorgaande overwegende, voor de status van een plaats de status aan die de (meeste) inwoners eraan toekennen (dus dorp dan wel stad), en in gevallen waar daar verschillende visies over (kunnen) zijn, lichten wij dat ter plekke toe.

"Van de 11e tot de 19e eeuw is het zijn van stad van bijzondere betekenis. Bestuur en rechtspraak worden uitgeoefend door de stedelingen zelf; veelal heeft men het recht de stad - de eigen stedelijke vrijheid - te ommuren; men krijgt economische privileges op het gebied van markt en (soms) munt, accijnsheffing en tolvrijdom worden toegekend. In de meeste gevallen is er sprake van wederzijdse belangen van zowel verlener (de landsheer zoals graaf of bisschop) als ontvangers, de inwoners van de steden. Tussen circa 1068 (Staveren) en 1586 (Willemstad) krijgen ruim 190 plaatsen in huidig Nederland stadsrechten. Ook ná de landsheerlijke periode blijft het onderscheid tussen stad en dorp van belang. In de 17e en 18e eeuw maken de stemhebbende steden via hun positie in de Staten van de zeven Provinciën in feite de dienst uit in de Republiek. In en na de Bataafs-Franse tijd (1795-1813) wordt nog steeds bestuursrechtelijk onderscheid gemaakt tussen steden en dorpen. De laatste verheffing tot 'stad' betreft Delfshaven in 1825.

Pas door de invoering van de Gemeentewet van Thorbecke in 1851 vervalt dit onderscheid: sindsdien is formeel nog slechts sprake van gemeenten. Toch is iedere stad nog steeds trots op haar geschiedenis: vrijwel ieder jaar is er wel een plaats die haar zoveeljarige stadsrechten viert." Ruim 200 plaatsen in ons land hebben in de loop der eeuwen formeel stadsrechten verleend gekregen. Aldus dr. J.C.M. Cox in zijn - via de link ook grotendeels online te lezen - boek Repertorium van de stadsrechten in Nederland (1e editie 2005, 2e herziene editie 2012)*. In dit eerste gespecialiseerde wetenschappelijke werk in dit kader vind je nadere informatie over onze historische steden en de praktische betekenis van hun stadsrechten in het verleden.
* Het boek 'Repertorium van de stadsrechten in Nederland' is via deze link incidenteel nog tweedehands verkrijgbaar.

Een misverstand dat in dit kader ook nog weleens optreedt is dat men een gemeente met een groot aantal inwoners geneigd is als 'stad' te beschouwen, omdat men sec naar het aantal inwoners van de gemeente kijkt. Maar dat is niet altijd correct. Sommige gemeenten komen dan ook ten onrechte voor in lijstjes van 'grootste steden'. De gemeente Westland bijvoorbeeld met haar 100.000 inwoners is geen stad, maar een conglomeraat van 11 dorpen. De gemeente Sittard-Geleen met haar 94.000 inwoners is geen stad, maar omvat de steden Sittard en Geleen plus nog een 10-tal dorpen.

2) Dorp
- plaats met een kerk, die geen stad en geen buurtschap is, én:
- plaats zonder kerk, die ter plekke toch als dorp wordt beschouwd.

Toelichting: een algemeen gangbare opvatting in de geografie was lange tijd dat een buurtschap (zie de alinea hierna) tot dorp 'promoveert' zodra het een kerk en daarmee doorgaans een eigen parochie krijgt. Zoals vaak bevestigen ook hier uitzonderingen de regel. Er zijn namelijk ook kernen zonder kerk die toch als dorp worden beschouwd. Vooral in Fryslân en Drenthe is dit het geval. Maar dit geldt bijvoorbeeld ook voor een plaats als Vlist in Zuid-Holland. Andersom zijn er ook tientallen kleine plaatsen met een kerk die lokaal toch niet als dorp worden beschouwd, kennelijk omdat ze nooit tot een kern van enige omvang zijn uitgegroeid. Omdat dit toch best een bijzondere en schaarse categorie is, hebben wij die op een pagina verzameld onder de titel 'Buurtschappen met een kerk'. Dorpen worden soms nader gekwalificeerd aan de hand van de ligging of aard, zoals kerkdorp, streekdorp, lintdorp, veenkolonie.
(nostalgie: luister hier het lied "Het dorp" van Wim Sonneveld. Gebaseerd hierop is er ook nog een prachtig lied over Drachten in vroeger tijden; It alde doarp)

3) Buurtschap
- Dit is de tegenwoordig algemeen gangbare term voor een huizengroep in het buitengebied (dat wil zeggen buiten de bebouwde kom dan wel kern van een stad of dorp), doorgaans zonder kerk*, die door een bepaalde naam wordt aangeduid.
* Ook hier zijn uitzonderingen op: van de ca. 4.000 buurtschappen zijn er ca. 70 met een kerk.

Toelichting: soms hanteert men voor een deel van deze entiteiten ook de term gehucht. Omdat 1) hier geografisch slechts marginale en ons inziens niet significante verschillen tussen zijn (gehucht werd doorgaans gebruikt als aanduiding voor een huizengroep met een zekere bebouwingsconcentratie, en buurtschap voor een lintbebouwing of louter verspreide bebouwing), en 2) de term buurtschap, vanwege de associaties die er vaak zijn met de termen buurschap* en noaberschap, een positievere lading heeft dan de term gehucht (die soms namelijk kleinerend wordt gebruikt: "het is maar een gehucht"), beschouwen wij de termen buurtschap en gehucht als synoniem en hanteren wij op Plaatsengids.nl eenduidig de term 'buurtschap'.

* Buurschap, zonder t dus, is een kwalificatie die al uit de middeleeuwen stamt, en die zowel stond voor een bepaalde bestuursvorm als voor de aanduiding van de nederzetting zelf. Voor nadere informatie zie de link. Zo waren er vroeger nog meer kwalificaties. Een buurschap kon bijvoorbeeld ook een marke zijn, wat ook een bepaalde bestuurlijke betekenis had. Een aantal dorpen en buurtschappen heeft tegenwoordig nog wel een marke, maar dat is niet meer in bestuurlijke zin, maar bijv. een samenwerkingsverband van lokale landbouwers die gezamenlijke een bepaald stuk grond en/of apparatuur beheren.

Buurtschappen liggen meestal met dunbebouwde lintbebouwing of verspreide bebouwing buiten de bebouwde kom (van een stad of dorp waartoe zij - maatschappelijk en/of voor de postadressen - behoren) en hebben daarom doorgaans witte plaatsnaamborden. En ook hier zijn weer uitzonderingen op; er is namelijk ook een relatief beperkt aantal buurtschappen (naar schatting 'een paar honderd' van de 4.000) dat gezien de bebouwingsdichtheid een eigen bebouwde kom heeft en dus blauwe plaatsnaamborden heeft (bijv. de buurtschap Kelmond in de gemeente Beek). Gemeenten zijn hier bepalend in. Een bebouwde kom wordt (wettelijk verplicht) aangegeven met blauwe plaatsnaamborden, die daarom formeel 'komborden´ heten. Witte plaatsnaamborden (voor plaatsen buiten een bebouwde kom, voor wijken binnen een bebouwde kom of voor bedrijventerreinen) duiden alleen de naam van een bepaalde entiteit ter plekke aan, en hebben wettelijk gezien verder geen betekenis.

De meeste buurtschappen zijn geen formele 'woonplaats' in de zin van postcodeboek en BAG, waardoor ze niet in een Woonplaatsbesluit van de gemeente voorkomen, waarmee naam en spelling van de buurtschappen doorgaans ook niet formeel zijn vastgesteld. Wat in de praktijk nogal eens leidt tot oneenduidige spellingen (op plaatsnaamborden, richtingwijzers, in atlassen e.d.).

De meeste buurtschappen hebben daarnaast ook geen 'bebouwde kom', waardoor er wettelijk geen verplichting is tot het plaatsen van plaatsnaamborden (ca. de helft van de 4.000 buurtschappen is - daarom? - niet voorzien van plaatsnaamborden). Onze stelling is echter:
- dat bij een woonplaats plaatsnaamborden horen te staan (opdat inwoners expliciet kunnen zien dat ze daar wonen, en opdat bezoekers, leveranciers, toeristen en hulpdiensten kunnen zien wanneer ze een bepaalde plaats binnenkomen en weer verlaten);
- en dat buurtschappen ook woonplaatsen zijn (in cultuurhistorisch, geografisch en maatschappelijk opzicht, even los van de 'wettelijke woonplaatsen' zoals die deels nogal oneenduidig en pragmatisch in postcodeboek en BAG terecht zijn gekomen);
- en dat dus, volgend uit de vorige 2 stellingen, ook buurtschappen plaatsnaamborden horen te hebben. Gelukkig zien steeds meer gemeenten dit ook in en zijn zij hier 'inhaalslagen' mee aan het maken. Soms op initiatief van de gemeente, soms op initiatief van de lokale heemkundekring of dorps- of wijkraad, die het uit cultuurhistorisch, maatschappelijk en/of toeristisch oogpunt gewenst vinden dat de buurtschappen van plaatsnaamborden worden voorzien.

Op al deze regels zijn uitzonderingen, waarvan wij er zo veel mogelijk hebben vermeld (hoewel vast nog niet uitputtend, maar het moet ook nog een beetje leesbaar blijven). Het zijn geen dogma’s. Wij proberen slechts de complexe topografische werkelijkheid in ons land er zo goed mogelijk mee te beschrijven. In de praktijk hanteren wij de 'status' van een plaats zoals deze door de (meerderheid van de) inwoners ter plekke als de facto standaard wordt gehanteerd.

Verder hebben wij op de site ook een beperkt aantal wijken opgenomen. Wijken behoren weliswaar niet tot de categorie "plaats" zoals hierboven omschreven. Waarom wij ze deels toch hebben opgenomen motiveren wij hierna:

Wijken e.d.
- onderdeel van de bebouwde kom van een stad of dorp, met een eigen naam. Een wijk is zelf dus geen (woon)plaats; een wijk is immers een onderdeel van een plaats. Wij beschrijven in principe geen wijken (als aparte pagina), omdat het geen woonplaatsen zijn en onze focus ligt op het beschrijven van alle plaatsnamen. Een aantal wijken is echter toch op deze site opgenomen, met name voor zover zij ooit een woonplaats in de zin van dorp of buurtschap zijn geweest, of zelfs een stad (zoals Delfshaven) en/of gemeente (zoals Watergraafsmeer). Waarbij wij onder meer vermelden wanneer en waarom de plaats en/of gemeente als zodanig - met die status - verdwenen is.

Naast de term ‘wijk’ wordt ook de term ‘buurt’ gehanteerd voor een ‘huizengroep binnen de bebouwde kom met een eigen naam’. Doorgaans is een buurt een onderdeel van een wijk, en kan een wijk weer een onderdeel zijn van een stadsdeel. Of andersom gesteld: een grote stad kan opgedeeld zijn in een aantal stadsdelen, een stadsdeel kan verschillende wijken omvatten, en een wijk kan verschillende buurten omvatten. Vroeger was er ook nog het begrip 'voorstad', bijv. in Utrecht, als aanduiding voor een bevolkingsconcentratie buiten het stadscentrum. Door de groei van de steden liggen die tegenwoordig doorgaans in de stad zelf, als stadsdeel, wijk of buurt. Ook zelfstandige kernen/gemeenten nabij een grote stad, die vaak voor een groot deel uit oud-inwoners van die stad bestaan en daar hun vaak explosieve groei van de laatste decennia aan te danken hebben, worden soms wel als 'voorstad' of 'satellietstad' beschouwd (zoals Amstelveen bij Amsterdam, Zoetermeer bij Den Haag).