Volkscultuur en immaterieel erfgoed

immaterieel_erfgoed_op_de_kaart.jpg

Sinds 2012 erkent Nederland het Unesco Verdrag ter Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed (= tradities en rituelen), wat heeft geleid tot een Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Inmiddels staan daar al meer dan 200 tradities op.

Sinds 2012 erkent Nederland het Unesco Verdrag ter Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed (= tradities en rituelen), wat heeft geleid tot een Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Inmiddels staan daar al meer dan 200 tradities op.

Volkscultuur is de manier waarop mensen hun dagelijks leven vormgeven. Het zijn de alledaagse dingen, gewoonten en gebruiken, normen en waarden, tradities en rituelen die in ieders leven een rol spelen. Volkscultuur heeft dus veel te maken met roots en identiteit.

Volkscultuur is de levensstijl van mensen in een bepaalde tijd en in een bepaalde regio. Volkscultuur gaat over groepsculturen en gaat dus uit van culturele diversiteit. Iedereen neemt deel aan meerdere groepsculturen: familie, vrienden, collega's, hobbyvrienden, straatgenoten enzovoort.
Het woord "volks" in volkscultuur staat voor "groep". Werd er vroeger onderscheid gemaakt tussen hogere cultuur (literatuur, kunst, godsdienst, wetenschap) en lagere cultuur (volkscultuur), tegenwoordig neemt deze hiërarchie af en staat volkscultuur voor de levensstijl van groepen mensen. Voor de vormgeving van het dagelijks leven. Aan die levensstijl, die way of life, ontlenen mensen hun identiteit.

Belangrijke thema's binnen de volkscultuur zijn bijvoorbeeld levenslooprituelen (geboortekaartjes sturen, samen de bruidstaart aansnijden, ballonnen op een kerkhof oplaten), jaarfeesten (Sinterklaas, Koningsdag, Suikerfeest), eten en drinken (zoute haring, stamppot, nasi, broodje pom) en normen en waarden (iemand wel of niet aankijken bij het spreken, hoofddoek dragen).

Volkscultuur is de vormgeving van het dagelijks leven. Het gaat over geschiedenis en erfgoed en het mensen bewust maken van de waarde van tradities. Het gaat dus om kennis en om zichtbaar maken. Bijna iedere kern heeft wel een historische vereniging of heemkundekring die de lokale cultuurhistorie en volkscultuur bestudeert en daarover publiceert. Zie verder bij 'Heemkunde'.

Immaterieel erfgoed
Naast 'volkscultuur' onderkennen we het verwante 'immaterieel erfgoed'. Volkscultuur en immaterieel erfgoed hebben allebei te maken met tradities: met de gewoonten en gebruiken die iedereen van huis uit meekrijgt en die van generatie op generatie worden doorgegeven. Volkscultuur omvat alle tradities en immaterieel erfgoed is een selectie van belangrijke tradities die wij niet verloren willen laten gaan en dus willen beschermen.

Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed
Sinds 2012 erkent Nederland het Unesco Verdrag ter Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed. Het verdrag houdt in dat nu ook tradities en rituelen tot het erfgoed kunnen worden gerekend. Op deze manier willen de aangesloten landen de culturele diversiteit in de wereld behouden. Door het ondertekenen van het Unesco-verdrag heeft Nederland zich o.a. verplicht om een Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed op te stellen. In die inventaris staan tradities, rituelen, sociale gewoonten, voorstellingen, uitdrukkingen, bijzondere kennis van de natuur en ambachtelijke vaardigheden die gemeenschappen en groepen erkennen als vorm van cultureel erfgoed. Mensen en gemeenschappen kunnen zich aanmelden, als ze een bepaalde traditie in stand willen houden. De coördinatie ligt bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN).

Ineke Strouken is 32 jaar lang (1985-2017) directeur geweest van aanvankelijk het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed, het huidige Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN). Zij heeft aan de wieg gestaan van de aandacht voor volkscultuur en immaterieel erfgoed in Nederland. In haar lange loopbaan heeft ze veel ontwikkelingen vormgegeven. Strouken was de trekker van grote projecten, zoals Brieven aan de Toekomst (1998), FotoMonument (2000), Nationale Verteldag (2004), Jaar van het Circus (2006), Jaar van de Tradities (2009), Jaar van het Immaterieel Erfgoed (2012) en Jaar van het Ambacht (2013). In 2008 leidde ze een onderzoek naar de tradities in Nederland, waar iedereen werd opgeroepen om zijn of haar belangrijke tradities op te geven. Dit onderzoek mondde uit in de publicatie DIT ZIJN WIJ.

Vanaf 2012 heeft Strouken zich, nadat Nederland het UNESCO Verdrag ter bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed geratificeerd had, ingezet om het immaterieel erfgoed in Nederland op poten te zetten. Strouken: "Ik ga het KIEN erg missen, want ik vond het de leukste baan van de wereld. Je bent tenslotte bezig met een vak dat gaat over wat mensen van nu belangrijk vinden. Ik hoop van harte dat het immaterieel erfgoed de status krijgt dat het verdient. Critici willen nog weleens minderwaardig doen over de inventaris. Maar als je ziet hoeveel mensen bij immaterieel erfgoed betrokken zijn en hoe gepassioneerd ze hun traditie levend houden, dan kun je alleen met heel veel respect daar over praten."

Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland geeft 4x per jaar het vakblad Immaterieel Erfgoed digitaal uit. Hierin vind je artikelen over boeiende tradities, verslagen van belangrijke congressen en informatie over ontwikkelingen en over de mensen die betrokken zijn bij immaterieel erfgoed. Waarom willen zij hun traditie doorgeven aan volgende generaties, waar lopen ze tegenaan als ze hun traditie levensvatbaar willen houden en hoe belangrijk is een plekje op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland voor hen. Via de link kun je de nummers van Immaterieel Erfgoed digitaal inkijken (ook de eerder verschenen nummers), en ook de voorheen papieren en thans gedigitaliseerde uitgaven van de jaargangen 2012-2015.

- "Sinds april 2019 kan men een aanvraag doen bij de Subsidieregeling Immaterieel Erfgoed. Met deze regeling stimuleren we het ontwikkelen en doorgeven van immaterieel erfgoed. Door een extra impuls vergroten we de aandacht, erkenning en waardering hiervoor. Immaterieel erfgoed is levende cultuur die wordt doorgegeven van generatie op generatie en van persoon op persoon. Het kan bijvoorbeeld gaan om rituelen, gebruiken, ambachten of festiviteiten. De subsidie bedraagt minimaal € 1.000,- en maximaal € 10.000,- per project. Aanvragen kan tot en met 18 december 2020 of tot het budget (€ 1.500.000) op is. Heb jij een project dat gericht is op eigentijdse beoefening van immaterieel erfgoed? Kijk dan op de subsidiepagina. Naast bestaande mogelijkheden ontwikkelen we de komende periode ook nieuwe subsidieregelingen Toekomstige onderwerpen zijn: creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren, verbreding en nieuwe vormen van archeologieparticipatie en ondersteuning van erfgoedvrijwilligers." (bron: Fonds voor Cultuurparticipatie, april 2019)

- "De Omgevingswet geeft gemeenten mogelijkheden om in hun omgevingsbeleid rekening te houden met immaterieel erfgoed - voor zover dit verbonden is aan specifieke locaties. De brochure 'Ruimte voor immaterieel erfgoed' (2020) biedt praktische tips en inspirerende voorbeelden om immaterieel erfgoed een plek te geven in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. De brochure is een uitgave van Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN), in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)."

Overige landelijke organisaties op het gebied van volkscultuur en immaterieel efgoed
- Federatie van Folkloristische Groepen in Nederland. Deze federatie is in 1950 opgericht. Binnen deze organisatie werken ca. 70 verenigingen samen, uit alle delen van het land. Het doel van de federatie is het stimuleren van de interesse in de Nederlandse volkscultuur en streekcultuur van vroeger. In het nastreven van deze doelstelling richt de federatie zich met name op muziek en dans, streektaal, volkskunst en klederdrachten, ambachten, volksgebruiken en sport en spel.

- Het in 1998 opgerichte Landelijk Platform voor Levende Geschiedenis (LPLG) is een overkoepelend orgaan voor Nederlandse verenigingen die zich bezig houden met levende geschiedenis en met opnieuw opvoeren ('re-enactment') van historische gebeurtenissen. Bij de meeste aangesloten clubs speelt het militaire aspect een rol, soms een hoofdrol. Maar er wordt heus niet alleen maar gevochten: veel mensen houden zich liever bezig met huishoudelijke zaken, met ambachten, kleermaken, koken, of met muziek. Levende geschiedenis is een heel veelzijdige hobby!

De lid-verenigingen van het platform bestrijken een periode van twee millennia: van de Romeinen tot en met de laatste wereldoorlog. De grootste clubs tellen ruim 100 leden, andere bestaan uit een handvol mensen. Enthousiasme, creativiteit, authenticiteit en plezier in de hobby zijn de gemeenschappelijke kenmerken. Alle verenigingen doen op de een of andere manier aan presentaties voor het publiek: educatieve voorstellingen op scholen en in musea, demonstraties van handwerk, muzikale uitvoeringen, of spectaculaire opvoeringen van veldslagen of belegeringen. Er zijn ongeveer 30 verenigingen aangesloten bij het LPLG.

- Ook de Vereniging Levende Geschiedenis Nederland (VLGN) is een multi-period re-enactment vereniging, die zich richt op de jaren 1568 tot 1912.

- Stichting Toverbal in Borne stelt zich ten doel het bestuderen en bevorderen van de folkloristische dans en de daarmee verband houdende folkloristische gebeurtenissen in het algemeen en in het bijzonder de folkloristische dansen uit Nederland en hun varianten in het buitenland. Zij tracht dit doel o.a. te bereiken door: het organiseren of doen organiseren van studiereizen; het uitgeven of doen uitgeven van publicaties; het organiseren van workshops en cursussen; het presenteren van voorstellingen en concerten; het maken van choreografieën t.b.v. amateur- en professionele dansgezelschappen; het verstrekken van achtergrondinformatie over dans, dansdocenten, dansmuziek etc.; het geven van advies bij de keuze van dansgroepen t.b.v. optredens op feesten, festivals en andere speciale gelegenheden.

Reactie toevoegen