Talen en dialecten

Nedersaksisch

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Provincies Groningen, Fryslân, Drenthe, Overijssel en Gelderland (met name betreffende de Noordoost Veluwe en de Achterhoek), en de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf, hebben op 10-10-2018 een convenant gesloten inzake het Nedersaksisch. Toelichting: Een expliciete erkenning van de maatschappelijke waarde en de positie van de Nedersaksische taal binnen Nederland heeft als belangrijk doel om expliciet tot uitdrukking te brengen dat de overheid het Nedersaksisch als wezenlijk onderdeel van de taalsystematiek binnen Nederland beschouwt. Van belang is dat als uitgangspunt wordt gehanteerd dat partijen in consensus bepalen wat de gevolgen zouden moeten zijn van een erkenning binnen Nederland. Het convenant is nadrukkelijk niet gericht op de totstandkoming van nieuwe verplichtingen, maar op het door de Nedersaksische overheden bevorderen van het gebruik van het Nedersaksisch.

Bij de betrokken nationale, regionale en lokale overheden bestaat draagvlak om een convenant op te stellen en te ondertekenen inzake een Nederlandse erkenning van de Nedersaksische taal. De minister neemt er kennis van dat het Nedersaksisch in afnemende mate aan jongeren wordt overgedragen en dat dat op den duur tot een ongewenste verzwakking zal leiden. Het is derhalve gewenst om het imago van het Nedersaksisch te verbeteren en de gebruiksmogelijkheden te stimuleren en te versterken, zodat oudere generaties sprekers eerder gemotiveerd zijn hun taal aan jongeren door te geven en jongeren gemakkelijker gemotiveerd raken het Nedersaksisch te leren en te gebruiken.

De minister en de Nedersaksische overheden onderschrijven gezamenlijk de wenselijkheid van het volwaardig bestaan van het Nedersaksisch in levend gebruik, in gesproken zowel als in geschreven vorm. Daarbij komt nog dat het gebruik van het Nedersaksisch gezamenlijk wordt ervaren als een bindende factor in de oostelijke en noordelijke samenleving. De minister is van opvatting dat de partijen samen een constructieve rol kunnen spelen bij het voorzien in behoeften die het plaatselijke en regionale beleid overstijgen, maar die daaraan wel complementair zijn en als nodig worden beschouwd voor het volwaardig functioneren van het Nedersaksisch in de regio’s. De minister kan een aanvullende rol
spelen in aanvulling op het beleid van de Nedersaksische overheden. In de verschillende regio’s wordt op de eigen situatie toegespitst beleid ontworpen en uitgewerkt.

De Nederlandse, nationale erkenning is complementair aan de bestaande impliciete en expliciete erkenningen op lokaal, regionaal en internationaal niveau, vervangt deze niet en doet niet af aan hun waarde. Het primaat van de ontwikkeling van beleid met betrekking tot het Nedersaksisch ligt bij de Nedersaksische overheden. Daar waar een praktische en complementaire rol weggelegd kan of moet zijn voor de landelijke overheid, is de minister bereid die te vervullen of te doen vervullen. Toenemend gebruik in de diverse domeinen (zoals het regionaal en lokaal bestuur, cultuur, media, en onderwijs en kennisontwikkeling) en toenemende waardering daarvoor draagt wezenlijk bij aan het in levend gebruik blijven en verder uitgroeien van het Nedersaksisch. Daarbij geldt dat hoe meer een taal in alle domeinen wordt gebruikt, hoe sterker die verankerd is in enerzijds het persoonlijk bewustzijn en anderzijds in maatschappelijke contexten en instituties. De minister zal met de Nedersaksische overheden nagaan in hoeverre het Nedersaksisch bevorderd kan worden in verschillende maatschappelijke domeinen. De Minister van Binnenlandse Zaken stemt waar nodig af met andere betrokken bewindspersonen.