Griend

Natuurgebied
Terschelling
Fryslân

Griend

Terug naar boven

Status

Griend is een eiland in de provincie Fryslân, in de regio Waddengebied, gemeente Terschelling.

Terug naar boven

Ligging

Griend ligt Z van West-Terschelling, NW van Harlingen.

Terug naar boven

Statistische gegevens

Griend is ca. 100 hectare groot en is doorgaans onbewoond. Alleen van april t/m juli wordt het eiland bewoond door twee vogelwachters van Natuurmonumenten, die het eiland beheert.

Terug naar boven

Geschiedenis

Begin 20e eeuw wordt het voortbestaan van grote sterns en andere kustvogels in de Waddenzee sterk bedreigd. In 1916 koopt Natuurmonumenten het recht om het gras op Griend te mogen maaien en kan daarmee de grote sterns die daar broeden beschermen. Het aankoopbedrag van duizend gulden wordt geschonken door een aantal leden, onder de voorwaarde dat streng wordt toegezien op het betreden van het terrein. Sindsdien waken vogelwachters over de rust op het eiland.

Terug naar boven

Beschrijving

Griend bestaat uit een strandwal, een begroeide kwelder en slikken. Het is alleen van april tot juli bewoond. Dan bivakkeren hier twee vogelwachters in een bijzonder onderkomen. Als je met de boot naar Terschelling of Vlieland vaart, zie je het staan. Om dit unieke vogelreservaat zo veel mogelijk met rust te laten, is het niet toegankelijk voor publiek, maar je kunt de belevenissen van de vogelwachters op de voet volgen via hun weblog op de site van Natuurmonumenten (zie de link onderaan deze pagina).

Griend is bij hoog water een vluchtplaats voor tienduizenden vogels. Het eiland biedt onderdak aan de grootste kolonie grote sterns van West-Europa. Tijdens de voorjaarstrek komen bijzondere vogels zoals zilverplevier, rosse grutto en kanoetstrandloper op het eiland uitrusten en ‘opvetten’. Duizenden vogels brengen hier hun jongen groot omdat er geen dreiging is van vossen en andere vleesetende zoogdieren.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- Natuurmonumenten heeft in 2016 herstelwerkzaamheden uitgevoerd op Griend. Het eiland dreigde weg te spoelen, doordat de beschermende zandhaak uit de jaren tachtig door de dynamiek van de zee is verdwenen. Door samenwerking met Rijkswaterstaat was het mogelijk om zand te gebruiken dat vrij komt uit vaargeulonderhoud. Boskalis heeft het zand uit de Blauwe Slenk via een persleiding naar het eiland getransporteerd. Daarmee is een 400 meter brede vooroever aangelegd. Deze beschermt het eiland de komende decennia tegen afslag. Op de vooroever zijn rijen schelpenbanken aangelegd. Hiermee wordt aangesloten bij de natuurlijke opbouw van het eiland. Van nature wordt het eiland beschermd door een wal van schelpen, plantenresten en zand. In de luwte ligt een kwelder.

Om de aantrekkelijkheid van Griend voor broedende vogels te vergroten, zijn delen van het eiland geplagd. Sterns en visdieven hebben een voorkeur voor kale en spaarzaam begroeide plekken. De hogere delen van het eiland zijn sterk verruigd. Boskalis heeft de plaggen in de vooroever verwerkt. In de noordelijke huisdijk is een kleine opening gemaakt. Hierdoor kan het zeewater bij hoge waterstanden de kwelder inlopen en klei afzetten. Daarmee krijgt de kwelder de kans om via natuurlijke weg op te hogen.

Na de herstelwerkzaamheden heeft Griend weer de ruimte om zich natuurlijk te ontwikkelen. Naar verwachting zal het eiland gemiddeld 7 meter per jaar naar het oosten gaan verschuiven. Om te leren van de maatregelen start Natuurmonumenten samen met onderzoeksinstituten een uitgebreid onderzoeks- en monitoringstraject naar de effecten op de ontwikkeling van het eiland, de planten en de vogels. Deze kennis komt ook van pas in andere delen van het Waddengebied. De tijd moet uitwijzen of het eiland zich in de toekomst zelf in stand kan houden.

- De wadbodem bij dit eiland is een van de meest dierenrijke van de Waddenzee. Dat blijkt uit een grootschalig bodemfaunaonderzoek van het NIOZ op Texel. Dat is goed nieuws voor de tienduizenden vogels die voedsel zoeken op het wad. ‘Vooral Griend is een hotspot voor biodiversiteit in de Waddenzee,’ vertelt onderzoeker Theunis Piersma. ‘Het eiland stond al bekend als belangrijk broedgebied voor kolonievogels zoals grote sterns en kokmeeuwen en als hoogwatervluchtplaats voor kanoeten en rosse grutto’s. Nu blijkt ook het aangrenzende wad rijk.’ Onderzoeksinstituut NIOZ onderzocht bijna 4.000 plekken in het Waddengebied op bodemdieren die groter zijn dan een millimeter, zoals schelpdieren, wormen en slakken. In totaal trof het NIOZ 76 verschillende diersoorten aan. De bodemdieren vormen het voedsel voor veel vissoorten en voor de vogels die er broeden of de Waddenzee aandoen tijdens de vogeltrek. Voldoende voedsel is cruciaal om de kilometers lange vlucht naar broed- en overwinteringgebieden te kunnen maken.

Rijke bodemmonsters. Vooral de hooggelegen gebieden, zoals de zone langs de Nederlandse kust en de waddeneilanden, en het wad ten oosten van Griend zijn het rijkst. ‘Gemiddeld troffen we daar rond de twintig diersoorten aan in een bodemmonster, terwijl op veel andere plekken in de Waddenzee maar maximaal zeven diersoorten in een bodemmonster werden aangetroffen.’ Zandkokerwormen en zeeduizendpoten. Vanuit het perspectief van de voedselzoekende vogels leggen de kokkel, zandkokerworm, strandgaper, gewone zeepier, mossel, veelkleurige zeeduizendpoot en nonnetje het meeste gewicht in de schaal. Ook de uit het buitenland afkomstige Amerikaanse zwaardschede komt in grote aantallen voor en hier en daar vinden we banken van de Japanse oester. Deze laatste schelp is zo stevig dat deze voor vogels moeilijk eetbaar is. Mogelijk speelt de Japanse oester een belangrijke rol als rifvormer, structuren die net als mosselbanken op hun beurt allerlei verrijkende effecten op het omliggende wad hebben.

Naar een rijke zee. Het jaarlijkse terugkerende onderzoek van het NIOZ naar het wadbodemleven levert belangrijke informatie voor het programma ‘naar een rijke zee’. Hierin werken overheden, bedrijfsleven, natuurorganisaties en onderzoeksinstituten samen aan herstel van de natuurwaarden van de Waddenzee. De onderzoeksgegevens geven zicht op de effecten van natuurlijke ontwikkelingen in en menselijke invloed op de Waddenzee. Herstel bodem. Tot 2002 kwamen mechanische kokkelvissers nog heel dicht bij het eiland Griend, wat leidde tot schade aan de bodem. Het onderzoek toont aan dat de bodem rond het eiland herstellende is. Natuurmonumenten hoopt dat met het programma ‘naar een rijke zee’ bijdraagt aan verder herstel en dat op veel meer plekken in de Waddenzee een hoge biodiversiteit ontstaat.

- In 2010 hebben er voor het eerst lepelaars op Griend gebroed.

- In 2017 zijn zeegrasvelden en kunstmatige mosselbanken middels 'mosselkratten' (gemaakt van biologisch afbreekbaar aardappelzetmeel en kokostouw) aangelegd op en rond Griend, om het eiland te beschermen. Dit lijkt succesvol; aan de luwe zijde van de kratten beginnen zich zandheuveltjes te ontwikkelen. Dit beoogt een bijdrage te leveren aan het definitieve herstel van het eiland. De kratjes raken begroeid met mosselzaad en groeien uit tot kleine mosselbankjes. Achter de mosselbankjes is zeegraszaad gezaaid. Het gaat in eerste instantie om een experiment. Natuurmonumenten wil daarmee zicht krijgen op de werking van deze structuren en de mogelijkheden voor toekomstig herstel onderzoeken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een groep onderzoekers van Rijksuniversiteit Groningen, Radboud Universiteit Nijmegen en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. De onderzoekers maken verschillende combinaties zodat de effecten van de verschillende structuren van elkaar te onderscheiden zijn. De komende jaren volgen de onderzoekers de effecten op de voet.

Vervolg anno 2021: "De kunstriffen op Griend bleken een succes: er vestigden zich op de kunstriffen zelfs meer mosselen dan op de natuurlijke mosselbanken. Metingen laten zien dat de kunstriffen ongeveer dertig procent van de golfhoogte kunnen dempen bij waterstanden onder de halve meter. Op de landzijde van de kunstriffen is plaatselijk elf centimeter zand afgezet. Ook zorgden de kunstriffen voor een toename in het aantal soorten garnalen, krabben, vis en overige marine fauna.

Een beter functionerend systeem. Hoewel de resultaten van het onderzoek in principe positief zijn, liet de stevigheid van de kunstriffen behoorlijk te wensen over. Ze vielen vrij snel uit elkaar, vanwege de sterke golfslag en stroming, kruiend ijs en zware stormen, maar ook door de biologische afbraak van het materiaal. Voor grootschalig mosselbankherstel op Griend moet daarom eerst een beter functionerend systeem worden ontwikkeld. Het onderzoek laat wel duidelijk zien dat de relatie tussen het wad en het schoorwaleiland zeer belangrijk is voor de stabiliteit en biodiversiteit van het eiland. Bij toekomstige beheerstrategieën moet daarom het hele dynamische systeem in de ruimere omgeving worden geïntegreerd." (bron en voor nadere informatie zie Nature Today, 5-10-2021)

Terug naar boven

Links

- Algemeen: - Nadere informatie over Griend op de site van beheerder Natuurmonumenten.

- Zwerfafval: - "In het rapport 'Resultaten bronanalyse zwerfafval Griend' (september 2020) staan de resultaten van een gedetailleerde bronanalyse van zwerfafval dat in september 2019 op dit Waddeneiland is verzameld. Deze analyse vond plaats tijdens een Litter-ID-sessie, een door Wageningen University & Research ontwikkelde interactieve methode waarbij samen met lokale stakeholders en experts zo gedetailleerd mogelijk de bronnen, herkomst, oorzaken, interactie met het ecosysteem en waar mogelijk de oplossingen van dit verzamelde afval in kaart worden gebracht. Op basis daarvan is het mogelijk om gerichter en effectiever actie te ondernemen. Hieruit bleek dat op basis van aantal én gewicht consumentenafval en visserijafval de belangrijkste soorten afval vormen. Qua herkomst is het meeste afval uit Nederland afkomstig, inclusief de Waddenregio. Afval dat van buiten Nederland afkomstig is, komt grotendeels (met zeestromingen mee) uit Frankrijk en Groot Brittannië."

Reactie toevoegen