Garreweer

Plaats
Buurtschap
Eemsdelta
Groningen

Garreweer

Terug naar boven

Status

- Garreweer is een buurtschap in de provincie Groningen, in de streek Hoogeland, gemeente Eemsdelta. T/m 2020 gemeente Appingedam.

- De buurtschap Garreweer valt, ook voor de postadressen, onder de stad Appingedam.

- Niet te verwarren met het slechts 2 km naar het westen gelegen dorp Garrelsweer.

Terug naar boven

Naam

Oudere vermeldingen
Garreweerd, 1068-1090 munt: Geroievvere, 1325 Garreaweere, 1380 Gheerwere, 1385 kopie Garawere, 1396 Garrawere.

Naamsverklaring
De identificatie van de oudste vorm wordt betwijfeld. De betekenis van het eerste lid is onzeker, het tweede lid is weer 'kleine wierde, opgeworpen hoogte'. Voorgesteld zijn 'hoogte van de persoon Gere' of gâra were 'spits toelopende (gerende) hoogte', maar de oudste vormen sluiten niet aan. Ondersteuning voor de laatste verklaring wordt gezocht in het feit dat plaatselijk de boerderij Gheerweer midden in een driehoekig stuk land ligt, dat zeer puntig is.(1)

"Garreweer, Keerweer en Gheerwere zijn namen met dezelfde betekenis. De naam Gheerwere vinden we in oude oorkonden. In de volksmond werd dat dan Keerweer. In het woordenboek van Verwijs en Verdam vinden we: Geer = werpspiets, een voorwerp dat in vorm op het driehoekige spitsgepunte ijzer van een geer of werpspiets gelijkt. Ook kennen we het woord ‘geer’ nog in de betekenis van een huis dat geert, dat wil zeggen dat aan één of meer zijden schuin toeloopt. In Garreweer zou dat dan betrekking kunnen hebben op een stuk land. En dat is nu inderdaad het geval. Daar was een driehoekig stuk land, zeer puntig, ongeveer 2500 meter lang en aan de basis ongeveer 625 meter breed. Één van de benen van de driehoek werd gevormd door het Garreweerster maar, dat van het Schildmeer tot het Damsterdiep liep. Het Garreweerster maar werd vroeger door schepen bevaren en was op sommige plaatsen wel ongeveer 15 meter breed." (bron: Wijndelt van Dam, Groningen)

Terug naar boven

Ligging

De buurtschap Garreweer ligt W van Appingedam, rond de Garreweersterweg, een in het Z doodlopende zijweg van de Stadsweg. De weg grenst in het N aan het Damsterdiep en in het Z aan het Eemskanaal. De buurtschap grenst in het O aan de buurtschap Oling, en in het W aan de gemeente Loppersum (grondgebied van het dorp Wirdum).

Terug naar boven

Statistische gegevens

In 1840 omvat de buurtschap Garreweer 14 huizen met 104 inwoners. Tegenwoordig heeft de buurtschap een 10-tal panden, met ca. 25 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

"De plaats waar het Huis Garreweer heeft gestaan is nog gemakkelijk aan te wijzen. Op een ruim, door grachten omringd terrein staat daar nu een tamelijk nieuwe boerderij. Naar een der laatste bezitters, mevrouw de douairière Van den Appel van Midlum, werd het Huis te Garreweer in de volksmond gewoonlijk Appelburg genoemd. Waarschijnlijk heeft echter de oudste burcht van Garreweer daar niet gestaan. Historicus ds. N. Westendorp schreef: "Te Garreweer hebben een burcht en een kapel gestaan en er heeft een binnenzijl gelegen. Van die borg, in de overlevering Keerweer genoemd, zijn nog enkele brokken over. Appelburg, aan de zuidkant van de Delf, behoort eveneens onder dit gehucht. Dit gehucht heeft een eigen maar."

Als men dat leest, komt men tot de conclusie dat er te Garreweer twee burchten hebben gestaan, namelijk Keerweer en Appelburg. Dat is echter niet het geval. Het oude Keerweer, dat in de 13e eeuw met de grond gelijk is gemaakt, is waarschijnlijk op de plaats van de latere Appelburg herrezen. Het is een heel merkwaardig verschijnsel dat de burchten, die in de latere middeleeuwen door vijanden werden verwoest, in de regel op een andere plaats weer werden opgebouwd. De borg Keerweer heeft gestaan op de plaats van de eerste boerderij aan de linkerkant van de weg die van het Damsterdiep door Garreweer loopt. Dit hele terrein wijst erop dat we hier een oude middeleeuwse burchtklip voor ons hebben. Het huis zelf was opgetrokken uit brede grachten.

Garreweer komt voor het eerst voor op de lijst van inkomsten van de abdij Werden. Dit klooster te Werden aan de Roer is gesticht door Ludger en de bezittingen daarvan hebben in hoofdzaak in Groningen en Friesland gelegen, het terrein van Ludger’s werk als zendeling. De rijkdom der kloosters aan grond en hoeven was in die tijden buitengewoon. Op een lijst van ongeveer het jaar 1000 vinden we Garreweer vermeld als een landhoeve, waarvan het klooster te Werden een jaarlijkse rente trok. Ook is de naam van Garreweer vermoedelijk te vinden in een stuk uit 1057, waarin koning Hendrik IV aan de aartsbisschop en de kerk van Hamburg het graafschap over Hunzingo en Fivelingo schenkt, met het recht daarin twee marktplaatsen met munt en tol te vestigen. Één van deze marktplaatsen is waarschijnlijk Garreweer geweest. In Garreweer werden dus munten geslagen.

Bewaard is gebleven o.a. een zogeheten Egbertusmunt, dat wil zeggen een munt die geslagen is tijdens de regering van graaf Egbert II, die van 1068–1090 het bewind had over Hunzingo en Fivelingo. De voorzijde van de munt toont het gezicht van keizer Hendrik IV en face, in een zogenaamde parelcirkel en daar omheen het opschrift: EGBERTUS. Op de keerzijde het zogenaamde Goslarsche type, te weten Simon en Judas en face en met knevels. Tussen hun hoofden een kruisje. Alles binnen een parelcirkel en daar omheen: GEROIEVVRE (met Simon wordt Simon de tovenaar bedoeld, van wie in Handelingen 8:18 e.v. verteld wordt dat hij de gave des H. Geestes voor geld wilde kopen).

Er moet in Garreweer ook een kapel hebben gestaan. De plaats is nog wel aan te wijzen. Rechts van de weg, die van het Damsterdiep naar Garreweer loopt, bevindt zich een verhoging. Men heeft daar veel stenen in de grond gevonden en ook een bronzen potje, dat misschien een wierookvat is geweest.

De overlevering geeft ons nog het volgende boeiende verhaal over Garreweer: Eeuwen geleden leefde er in de buurt van het tegenwoordige Garreweer een machtig heer, wiens gebied zich uitstrekte langs de oude ‘Konrebbersweg’, die van Farmsum, ten zuiden van Appingedam en Opwierde over Oling en Garreweer westwaarts liep. Deze heer was een roofridder en hij kon uit zijn slotgrachten met schepen naar de Eems komen. Deze machtige man, die op de burcht Keerweer woonde, had een groot bezit aan landerijen, vooral te Oling, Garreweer en Opwierde. De hoofdweg was ook zijn eigendom. Hij stond aan het hoofd van de godsdienst, had de rechtspraak en was oppermachtig. Ook vonden we in de buurt een Godeke- of Goekeweg.

Past dat alles nu niet wondermooi in elkaar? Een oude burcht, een kapel, een eigen maar, een binnenzijl of sluis en een Godeke- of Goekeweg. Wat rijst er uit deze weinige gegevens voor onze verbeelding op? Een oud, verweerd en sterk huis, omringd door wallen en grachten en in deze grachten, die een veilige schuilplaats boden, enige kleine kaperscheepjes. Op en bij die scheepjes een aantal mannen met ruwe koppen, stevig gebouwd, door weer en wind gebruind, bezig met het in orde brengen van het want en het zeilree maken van de scheepjes. Vanuit de burchtgrachten, afgesloten door een primitief sluisje, een klein maartje leidend naar breder en dieper vaarwater. En dan die Godekeweg, die als vanzelf doet denken aan een zekere Godeke Michaël, de grootste van alle zeeschuimers. Hier heeft de fantasie volop gelegenheid om de wildste en meest romantische taferelen te verzinnen.

Maar laten we proberen met beide benen op de grond te blijven. Met weglating van de fantasie houden we de volgende nuchtere feiten over:
1. Er heeft in oude tijden te Garreweer een sterke burcht gestaan, waarvan de fundamenten nog in de grond zitten en waarvan het burchtterrein nog in zijn aanleg aanwezig is.
2. Egbert II* heeft hier een muntplaats gehad, die vermoedelijk onder bescherming heeft gestaan van de bewoner van deze oude burcht.
3. De burcht, die er eens stond, kan vanwege zijn ligging heel goed een zeeroversnest zijn geweest.
4. Garreweer wordt reeds omstreeks het jaar 1000 als een aanzienlijke landhoeve genoemd.
5. Er heeft een kapel gestaan.
6. In de 15e eeuw wordt Garreweer nog als kerkdorp genoemd.

Maar met dat al weten we nog niet wanneer en door wie die oude burcht in Garreweer werd gesticht en waarschijnlijk zullen we dat ook nooit weten. Wel zijn ons de namen van enkele der oudste bewoners bewaard gebleven, want die worden genoemd in een aantal oorkonden. In 1301 was er een geschil tussen enige ingezetenen van Garmerwolde en Ten Boer over het maken en onderhouden van de dijk, de Burgwal genaamd. Er werden van weerskanten ‘dedigslieden’ gekozen om de zaak in het reine te brengen. Dit geschiedde op verzoek van de abt van Ten Boer en van o.a. Gayko, dictus Gaykinga. Onder de scheidsrechters komt de naam voor van Liudo Gaykinga. In een oorkonde uit 1317 komt de naam Gayko Rodberna voor. In datzelfde jaar werden de wetten in instellingen voor de drie Delfzijlen opgesteld. Hierbij horen we van een Hayconem Gaykinga.

In 1325 wordt er een verdrag gesloten tussen Hessel, proost van Farmsum, “ende die van ’t Old-ampt ende Holwert”. Onder de personen die zich voor de nakoming van dit verdrag borg stelden, komt een Gayko Gaykinga te Garreweer voor. Uit een nadere studie van deze vier oorkonden blijkt dan, dat Gayko, dictus Gaykinga van 1301, Gayko Rodberna van 1317, Gayko Gaykinga van 1317 en Gayko Gaykinga tho Garreaweere van 1325 één en dezelfde persoon zijn. Mogelijk is de in de oorkonde van 1301 genoemde Liudo Gaykinga een broer van Gayko. Hoewel het misschien wat vreemd lijkt dat Gayko Rodberna dezelfde is als Gayko Gaykinga, is dat toch wel verklaarbaar. Vroeger noemde een man zich namelijk ook wel eens naar zijn grootvader of nog verder verwijderde voorvader. Waarschijnlijk is dat hier ook het geval.

De borg Keerweer werd verwoest in 1271 en niet op dezelfde plaats herbouwd. Een dergelijke handelwijze kwam in de middeleeuwen meer voor. Het is niet bekend waarom, maar het is niet onmogelijk, dat men dat deed uit bijgelovige vrees. Men kan bang geweest zijn voor de geesten van de gesneuvelden die op de plek waar zij gevallen waren, bleven rondspoken. Maar er kan ook nog een andere reden geweest zijn om de borg Keerweer op een andere plaats te herbouwen. Toen de eerste burcht Keerweer gebouwd, werd zal de Delf er nog niet geweest zijn. De weg van de Eems naar Groningen liep toen nog van Farmsum ten zuiden van Opwierde en de Hoogewerf en vervolgens over Oling, Garreweer en zo verder. Als ”òlle weg” is hij nog bij het volk bekend. Op een kaart in het raadhuis van Emden staat die “òlle weg” nog getekend. Hij moet ten zuiden en vlak langs het oude Keerweer hebben gelopen. Maar toen de Delf was gegraven, werd de weg naar Groningen daarlangs gelegd, aan de zuidzijde. En misschien heeft men de burcht toen van de oude naar de nieuwe Stadsweg verplaatst, omdat men graag bij een belangrijke verkeersweg wilde wonen.

Behalve de reeds genoemde, zijn er nog een paar belangrijke oorkonden, waarin Garreweer wordt genoemd. Deze oorkonden zijn uit de jaren 1380 en 1385 en in beide komt de naam voor van Sjabbo in Garreweer. Ze betroffen een verbond tegen de Drenten, die hun water moesten lozen via de lager gelegen Groningse kleistreken. Zo lezen we in de oorkonde van 1385 bijvoorbeeld: “umbe thet jamerlicke mamer ande grata urweld and thet unryucht, thet us scyet fon ta Thrantum ande Gha, the da Ommerke ande Edykan tohakiath an tobrekath and us hera weter sunder rethene and sunder ryuchte uppen hals hlapa lethat... thet Ghode mote clagad wesa an syna helgun and alle goda lyuduum”, wat betekent: “om de grote ellende en de grote last en het onrecht, dat ons door de Drenten en de bewoners van Goo geschiedt, die de Ommerke en Edijken (twee dijken) doorsteken en breken en ons hun water zonder reden en zonder recht op de hals laten lopen... hetgeen God en zijn Heiligen en alle goede mensen geklaagd moge wezen”. Goo, oudtijds Gha geheten, is het zuidelijke deel van Goorecht.

Van deze Sjabbo tho Garreaweere, ook wel genoemd Siabbo te Garrawere of Sjabe van Gheerwere, weten we niet veel. We weten dat hij een der machtigste hoofdelingen was van Oost-Fivelingo, want zijn naam wordt steeds het eerst genoemd. Verder weten we, dat hij er ‘woners’ of ‘ruters’ op na hield en dat hij een burcht bezat. Uit een andere oorkonde uit het jaar 1396 blijkt, dat er nog iemand was, die zich ‘to Garrawere’ noemde. Bij een verordening betreffende de herstelling van dijken is één der zegelaars een zekere Edseconis in Garrawere. Was dit mogelijk de vader van Sjabbo? We weten van Sjabbo nog één belangrijk ding, namelijk dat hij niet alleen heer van Garreweer, maar ook van Dijkhuizen geweest is. Hij komt namelijk voor in een genealogie van het geslacht Ripperda als echtgenoot van Ailska in Witwert. Hij heet daar Siabbo in Gerwer en Dijckhuisen. Het is heel goed mogelijk, dat deze Sjabbo een zoon of kleinzoon van de al eerder genoemde Gayko Gaykinga geweest is, want in de loop der 14e eeuw kwam de gewoonte op om zich in plaats van naar de vader, naar de burcht te noemen. Zekerheid hierover hebben we echter niet.

Uit de genealogie van Ripperda weten we dat er omstreeks het jaar 1300 een Haico in Witwert geleefd heeft. Witwert is Oosterwijtwerd. Dat deze Haico een man van geld en aanzien geweest moet zijn blijkt uit het feit, dat zijn dochter trouwde met een zekere Caspar in Farmsum en Loppersum. Wie deze Caspar was is niet bekend, maar hij moet één der voorvaderen van het geslacht Ripperda geweest zijn. De Ripperda’s waren namelijk in de regel proosten van Farmsum en Loppersum en het is niet bekend of er in Farmsum nog een ander aanzienlijk geslacht heeft gewoond dat de Ripperda’s. Uit het huwelijk van deze Caspar van Farmsum en Loppersum met Bawa in Witwert werd slechts één dochter geboren. Deze dochter, Ailska genaamd, werd de vrouw van Sjabbo van Garreweer. Daar deze Ailska geen broers of zusters had, kwamen door haar huwelijk de borgen Garreweer, Dikhuizen en Witwert in één hand. En deze eigenaar was Sjabbo. De beide laatstgenoemde huizen zijn enige eeuwen lang in het bezit van zijn nakomelingen geweest. Dit echtpaar moet heel rijk geweest zijn. Het schijnt dat het ook nog een huis in Winsum en Oterdum gehad heeft." (bron: Wijndelt van Dam, Groningen)

- Pagina over het voorkomen van de naam Garreweer in relatie tot oude 'steenhuizen' vanaf de 14e eeuw.

- In de buurtschap heeft ooit een watermolen gestaan.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Garreweer heeft 2 rijksmonumenten.

- Waarschijnlijk wordt het voormalige borgterrein van Huis Garreweer/Appelborg de komende jaren in ere hersteld.

Terug naar boven

Beeld

- Filmpje over dorsen te Garreweer in 1974.

Reactie toevoegen