Zuidwestelijke Delta

Streek
Zuid-HollandZeelandNoord-Brabant

Zuidwestelijke Delta

Terug naar boven

Status en ligging

De Zuidwestelijke Delta betreft de provincie Zeeland plus een aangrenzend, geografisch soortgelijk gebied in Zuid-Holland (tot en met het Haringvliet) en het westen van Noord-Brabant. In de laatstgenoemde provincies betreft het met name de gebieden rond de Nieuwe Waterweg, Dordrecht, Biesbosch, Hollands Diep (Moerdijk), Krammer / Volkerak en Bergen op Zoom. Tot deze regio hoort ook het Belgische gebied tussen de stad Antwerpen en Zeeuws-Vlaanderen.

Terug naar boven

Naam

Naamgeving
De Zuidwestelijke Delta is genoemd naar de ligging in het ZW van ons land, gecombineerd met de ligging in een delta. Een delta is een stelsel van aftakkingen van een rivier, voordat deze in zee of in een groot meer uitmondt.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- "In november 2020 heeft het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) Zuidwest de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050 definitief vastgesteld. Inmiddels is de Gebiedsagenda aangeboden aan de Tweede Kamer. Een mijlpaal! En tegelijk een uitnodiging van het Gebiedsoverleg om, met de Gebiedsagenda als inspiratie, samen verder te bouwen aan de toekomst van de Delta. De Gebiedsagenda is een initiatief van minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Het is het resultaat van een intensief gebiedsproces dat onder regie van het Gebiedsoverleg de afgelopen 1,5 jaar is doorlopen. Een proces waarin maatschappelijke organisaties, ondernemers, inwoners, provincies, waterschappen, gemeenten en Rijk open en constructief hebben samengewerkt. In vier werkateliers is de basis gelegd voor het werkdocument van de Gebiedsagenda. In augustus en september 2020 is het werkdocument besproken tijdens zes bijeenkomsten verspreid over het gebied. De input uit deze bijeenkomsten heeft een prominente plek gekregen in de Gebiedsagenda zoals die nu is vastgesteld.

Urgentie samen opgaven aanpakken. In het voorwoord benadrukken de minister van IenW, de voorzitter van het Gebiedsoverleg Peter Smit en de vicevoorzitter van de Adviesgroep Zuidwestelijke Delta Rian de Feijter de urgentie om samen te werken aan een klimaatbestendige Delta: ‘Het besef groeit dat we elkaar hard nodig hebben voor een passend antwoord op de uitdagingen van de klimaatverandering en de gevolgen ervan voor de waterveiligheid, de zoetwaterbeschikbaarheid, de ecologie, het landschap en de regionale economie.’ ‘De Gebiedsagenda kan daarbij structuur geven,’ vervolgen zij. ‘Er zijn belangrijke opgaven uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) zoals klimaatadaptatie, energietransitie, kringlooplandbouw en circulaire economie die om oplossingen op regionaal niveau vragen. De Gebiedsagenda daagt uit om de water- en andere (NOVI-)opgaven zoveel mogelijk met elkaar te verbinden tot een inspirerende aanpak voor de toekomstige ontwikkeling van de Zuidwestelijke Delta.’

Start van een breed debat. Ook kijken zij vooruit: ‘De Gebiedsagenda is niet de eindstreep maar de start van een breed maatschappelijk en bestuurlijk debat over het toekomstperspectief van de delta. De kracht van de Gebiedsagenda zit vooral in het vervolgtraject, waarin de Gebiedsagenda concreet wordt gemaakt en verder wordt uitgewerkt. Het zou prachtig zijn als we zo de Zuidwestelijke Delta kunnen uitbouwen tot een icoon van klimaatrobuustheid, innovatieve deltatechnologie en creatief samenwerken vanuit het DNA van de delta. Wij nodigen iedereen uit om daaraan bij te dragen.’ In deze video blikken we terug op de totstandkoming van de Gebiedsagenda en komen deelnemers van de gebiedsbijeenkomsten aan het woord. Peter Smit benadrukt te kijken naar de kansen voor de Zuidwestelijke Delta en dynamisch om te gaan met de uitdagingen die op ons pad komen." De Gebiedsagenda bestaat uit: een gezamenlijk, richtinggevend perspectief voor 2050; oriënterende Uitvoeringsagenda 2030; een Kennis- en Innovatieprogramma.

- De provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant streven naar een Zuidwestelijke Delta die economisch vitaal, ecologisch veerkrachtig, klimaatbestendig en veilig is en blijft in de toekomst. Op korte termijn moeten de provincies nog een aantal strategische keuzes maken. Hoe gaan de provincies gezamenlijk om met de transitie van de economisch belangrijke sectoren energie, chemie en transport? Wat is de gewenste mate van natuurlijke dynamiek in de deltawateren? Hoe kan de regio kansen benutten door de kwaliteiten van de delta te vergroten ter versterking van de leefomgevingskwaliteit en daarmee het internationale vestigingsklimaat? En hoe hangen deze keuzes samen?

De provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant hebben het Planbureau voor de Leefomgeving gevraagd de ruimtelijke langetermijnopgaven voor de Zuidwestelijke Delta te verkennen. Het PBL heeft zich vooral gericht op de ruimtelijk-economische en ecologische ontwikkelingen en mogelijkheden. Daarmee vormt deze verkenning een aanvulling op het Deltaprogramma, dat vooral kijkt naar waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Het rapport Samenhang in de Zuidwestelijke Delta. Naar een vitale, veerkrachtige en veilige delta (okt. 2013) biedt de provinciale beleidsmakers een agenda om voor deze regio op een samenhangende wijze beleidskeuzes te maken voor de korte en langere termijn.

- Een veilige, economisch aantrekkelijke en gezonde Nederlandse Delta en voldoende zoetwater. Dat staat de samenwerkende partijen binnen de Zuidwestelijke Delta voor ogen: het Rijk, drie provincies, gemeenten, waterschappen en samenwerkende ondernemers en maatschappelijke partijen. De Deltawerken hebben in deze regio gezorgd voor veiligheid en goede infrastructurele verbindingen. Ze hebben echter ook schaduwkanten voor natuur, waterkwaliteit en economie. Daarnaast staat het gebied onder druk door de stijgende zeespiegel en hogere rivierafvoeren in de toekomst. En als er niet wordt ingegrepen, is voldoende zoet water op termijn niet vanzelfsprekend. De opgave voor deze regio is helder. Het verder versterken van de veiligheid, zorgen voor voldoende zoetwater en het stimuleren van de economische vitaliteit. Een gezond ecologisch systeem is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Blijven investeren is een must. Zorgen voor een klimaatbestendig veilige, ecologisch veerkrachtige en economisch vitale Zuidwestelijke Delta: dat is de ambitie. Om dit alles te bereiken werken ze aan volgende opdrachten:

. Het Deltaprogramma is een nationaal programma met als doel: Nederland ook voor de volgende generaties beschermen tegen overstromingen en zorgen voor voldoende zoet water. Het Deltaprogramma kent negen deelprogramma’s, waaronder de Zuidwestelijke Delta.

. In 2014 is de Voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta vastgesteld. De Voorkeursstrategie is onderdeel van het Deltaprogramma 2015.

. Het Voortschrijdend Uitvoeringsprogramma uit 2010 is de concrete uitwerking voor de Zuidwestelijke Delta van het Nationaal Waterplan, het nationale Deltaprogramma en de plannen van provincies, gemeenten en waterschappen. Het programma zorgt dat het gebied bestand is tegen de klimaatverandering en economisch vitaal en ecologisch veerkrachtig is.

. Met de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer biedt het kabinet helderheid over de waterhuishoudkundige toekomst van de meren. Het ontwikkelperspectief omvat het terugbrengen van beperkt getij in Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Het Volkerak-Zoommeer moet daarvoor opnieuw zout worden. Hieraan gaan maatregelen vooraf om landbouwgebieden die nu afhankelijk zijn van zoet water uit het Volkerak-Zoommeer op een andere wijze van zoet water te voorzien. Tegelijk zijn maatregelen nodig om zoutindringing naar omliggende wateren en polders te beperken. In oktober 2014 is de Rijksstructuurvisie als ontwerp vastgesteld. Definitieve vaststelling is gekoppeld aan sluitende financiering voor de maatregelen. De route naar realisatie is vastgelegd in de bestuursovereenkomst en ondertekend door het Rijk, de drie provincies en waterschappen.

. Het programma Gebiedsontwikkeling Grevelingen Volkerak-Zoommeer zorgt voor afspraken tussen regionale overheden, marktpartijen en maatschappelijke organisaties over duurzaamheid en economische vernieuwing in en rond de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. In het ontwikkelperspectief is de waterkwaliteit direct gekoppeld aan maatschappelijke doelen. Getijdenwerking in de Grevelingen en het opwekken van duurzame energie met een getijdencentrale in de Brouwersdam gaan hand in hand. Het getij en zout water in het Volkerak-Zoommeer zijn verbonden aan een klimaatbestendige zoetwatervoorziening voor landbouw in omliggende gebieden, maar ook aan een soepele doorvaart door de sluizen op de route Rotterdam-Antwerpen dankzij innovatieve zoet-zout scheidingstechnieken.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Natuurgebieden in de Zuidwestelijke Delta van Natuurmonumenten.

- Het werkgebied van Natuur- en Recreatieschap Zuidwestelijke Delta bevindt zich in de Grevelingen en het Haringvliet. Dit gebied is zeer in trek bij watersporters. Het is ook een eldorado voor broed- en kustvogels en er komen veel bijzondere planten voor.

- "De effecten van klimaatverandering worden snel zichtbaar. In 2020 hebben we voor het derde jaar op rij een zeer droge zomer en dat is naar verwachting de komende jaren niet anders. Weersextremen met hittestress, hoosbuien, maar ook zeespiegelstijging en toenemende verzilting. Het is de nieuwe tijd voor Waterschap Brabantse Delta. 1000 dagen dijkgraaf. Dijkgraaf Kees Jan de Vet was in de zomer van 2020 1000 dagen dijkgraaf van Waterschap Brabantse Delta. Een mijlpaal die hij aangrijpt om in dit artikel vooruit te blikken op de toekomst van het waterschap en zijn werkgebied. Een toekomst vol uitdagingen, maar ook kansen, waarin hij samenwerken als sleutelwoord ziet. Kansen en uitdagingen. Het klimaatrobuust maken van de Zuidwestelijke Delta is een grote opgave. “Het gaat om de toekomstige, ruimtelijke inrichting van steden en het buitengebied. In essentie raakt het de kern van het leefklimaat van onze inwoners op de korte en langere termijn”, aldus De Vet. Ad hoc beheersmaatregelen lijken uitgewerkt. De Vet: “Drie seizoenen van droogte, waarin veel partijen een afzonderlijk stukje verantwoordelijkheid hebben, leren ons dat voor de komende tijd een grondige aanpak nodig is.”

Samenwerken en omgeving. De dijkgraaf gaat in op het belang van samenwerken als overheden, maar ook met private partijen, zoals drinkwaterbedrijven. En hij geeft in zijn stuk aan dat waterschappen veel belangrijke taken op de achtergrond doen. “Juist nu is het van belang inwoners en bedrijven te betrekken bij vraagstukken. De meedenkkracht van de omgeving is bepalend voor succes. Het waterschap moet “ons waterschap” worden: van de inwoners en bedrijven in ons werkgebied.” De Vet roept ook op om de samenwerking en daarmee de rol van de Zuidwestelijke Delta te versterken. Dat gebied omvat Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en het Westelijke deel van Brabant. Een samenwerking die strategisch gezien steeds belangrijker wordt. “De grote inhoudelijke toekomstvragen als zeespiegelstijging, verzilting en waterbeschikbaarheid vergen een uitbouw van onze focus die meer westelijk is gericht.” Kees Jan De Vet na 1000 dagen dijkgraaf: “Ik voel de urgentie en een wake-up call om nu onze verantwoordelijkheid aan te scherpen en Midden- en West-Brabant sneller klimaatrobuust te maken. Juist als je nú dijkgraaf bent, heb je geen tijd te verliezen.” (bron: Waterschap Brabantse Delta, augustus 2020)

- "Pleidooi voor aanleg dubbele dijken in Zuidwestelijke Delta. Om Zeeland veilig te houden moet er werk worden gemaakt van alternatieven voor de klassieke dijken. Een kansrijke optie is een systeem met dubbele dijken, waarbij het water tijdelijk in het tussenliggende gebied wordt toegelaten. Dat stellen Jim van Belzen en Tjeerd Bouma van onderzoeksinstituut NIOZ in Yerseke, op basis van een studie die zij samen met zelfstandig beleidsonderzoeker Gerlof Rienstra hebben uitgevoerd. Verschillende delen van Zeeland hebben te maken met bodemdaling, waardor de gevolgen van een dijkdoorbraak groter worden. Een punt dat daarmee samenhangt is de verzilting, door infiltratie van zout water, kwel die onder de dijk doorkomt. Dat effect wordt sterker bij bodemdaling. Van Belzen en Bouma pleiten er voor om, waar het kan, met dubbele dijken te werken. Parallel aan de bestaande dijk wordt de slaperdijk hersteld of een nieuwe dijk aangelegd. Vervolgens wordt er een tijdelijke opening in de huidige zeedijk gemaakt, zodat het water met het getij in en uit kan stromen. Dat zorgt ervoor dat het gebied tussen de 2 dijken geleidelijk opslibt en hoger wordt. Zo kan er een brede, veilige kustzone worden gevormd die makkelijker met de zeespiegel kan meestijgen dan de huidige dijken.

Het proces van opslibben duurt 20 tot 50 jaar. In die periode kan het gebied verschillende functies krijgen, zoals aquacultuur, zoals zilte teelten of het kweken van schelpdieren. Later kan het worden omgevormd tot recreatie- of natuurgebied en uiteindelijk is het mogelijk om het gebied tussen de dijken zijn functie als landbouwgrond terug te geven. Volgens de onderzoekers komt alleen al langs de Westerschelde 100 kilometer dijk hiervoor in aanmerking. Dat zou de aanleg van ruim 8000 hectare aan wisselpolders betekenen. Volgens hun berekeningen komt dat neer op een totale investering van 8,5 miljard euro. Toch stellen de onderzoekers dat een systeem met dubbele dijken uiteindelijk aanzienlijk goedkoper is dan het blijven verhogen en versterken van de huidige dijken. Behalve dat het onderhoud veel minder kostbaar is, leveren de polders geld op door het gebruik voor aquacultuur of recreatie. Van elke miljoen die wordt geïnvesteerd komt bijna 700.000 euro aan extra omzet terug voor de regio. Voor nadere informatie zie het rapport 'Dubbele dijken als robuuste waterkerende landschappen voor een welvarende Zuidwestelijke Delta'." (bron: NIOZ, januari 2021)

- Hoewel de Zuidwestelijke Delta in Nederland voor kustvogels van groot belang is, zijn veel broedvogelpopulaties sinds de voltooiing van de Deltawerken sterk in omvang afgenomen. Veel broedende, pleisterende en overwinterende vogels gaan achteruit. Vooral kustvogels hebben het zwaar. Recente afnames zijn te zien bij viseters zoals fuut of geoorde fuut, maar ook bij sterns en veel steltlopers van slikken en schorren zoals scholekster, kanoet, rosse grutto, tureluur en zwarte ruiter. In het rapport 'Deltagebied: nationaal en internationaal topgebied voor vogels' (aug. 2017) dat is gemaakt in opdracht van de Provincie Zeeland en de Vogelbescherming, is een analyse gemaakt van de status, trends, bedreigingen en toekomst voor watervogels in het Deltagebied. Er worden zowel aanbevelingen gedaan voor een prioritering aan maatregelen als voor acties voor de korte termijn.

Redenen voor de afname van vogels in de Zuidwestelijke Delta zijn vooral de sterk verminderde beschikbaarheid van nestgelegenheid en voedsel. Maar ook bijkomende factoren als vervuiling, predatie, recreatie en verruiging van broedgebied spelen een rol. Door uiteenlopende ontwikkelingen neemt de druk op het gebied de komende jaren alleen nog maar toe. In de Delta wordt al wel veel gedaan om leefgebieden van vogels te verbeteren. Zo zijn alle grote wateren aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied en zijn er speciale broedeilanden aangelegd, zoals bij Scheelhoek. Ook nieuwe kansen dienen zich aan. Zoals het Haringvliet weer zout- en getij-invloed te geven, de aanleg van nieuwe broedeilandjes in de Grevelingen en het geven van begeleiding en voorlichting aan bezoekers om vogels die op het strand broeden te beschermen.

Om de voorgestelde beschermingsmaatregelen concreet te maken, wordt alle kennis gebundeld en werken verschillende natuurorganisaties, Rijkswaterstaat en de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland nauw samen. Een van de al concrete plannen is het Europese LIFE-IP-project ‘Rust voor Vogels, Ruimte voor Mensen in de Zuidwestelijke Delta’. In dit project gaan de samenwerkende partijen natuur herstellen en creëren. Dat gebeurt door samenwerken en maatregelen te verbinden met zaken die toch al gebeuren. Het herstel van waardevol leefgebied voor vogels in kust- en getijdengebieden gaat dan samen met het verkrijgen van draagvlak bij bezoekers en bewoners door middel van slimme ecologie-economie combinaties, en mogelijkheden om vogels kijken te verbeteren. Het project is een onderdeel van het grote Europese LIFE-IP-project gericht op de grote wateren in Nederland. Hiervoor is door de Europese Unie een subsidie van circa 17 miljoen euro toegekend.

- "Zuidwestelijke Delta kansrijk voor strandbroeders. Het broedseizoen van 2020 zit erop. Zo ook voor strandbroeders: vogels die hun eieren het liefst leggen in een eenvoudig kuiltje op het strand. Door vrijwilligers zijn tientallen nesten van strandplevier, bontbekplevier en dwergstern beschermd op de stranden van Zeeland en Zuid-Holland. Strandbroeders op de Rode Lijst. Strandplevier, bontbekplevier en dwergstern zijn alle drie soorten van de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Het zijn pioniervogels die hun broedplaats vinden in dynamische gebieden met weinig begroeiing zoals strandvlaktes, schelpenstrandjes, jonge duinen, schorren en kwelders. Marije Kuiper van Vogelbescherming: “Van oudsher broeden deze soorten ook op stranden, vandaar de naam ‘strandbroeders’. Met de toename van de recreatie op de stranden zijn deze vogelsoorten sterk in aantal afgenomen in Nederland. De aantallen strandplevier bijvoorbeeld zijn van zo’n 700-900 broedparen in de jaren zeventig afgenomen naar zo’n 120-160 paar in 2015.”

Beschermingsprogramma voor strandbroeders. Om strandbroeders een steuntje in de rug te geven is Vogelbescherming in 2019 gestart met een beschermingsprogramma in de Zuidwestelijke Delta. Tientallen vrijwilligers hebben zich aangemeld om op de stranden van de Maasvlakte in het noorden tot Oranjezon op Walcheren in het zuiden strandbroeders te helpen. De vrijwilligers speuren nesten op, plaatsen afzettingen, geven voorlichting aan strandgangers en monitoren de nesten op broedsucces.

Nesten weggespoeld. Het broedseizoen van 2020 is zo goed als ten einde. De vogels verzamelen zich voor de trek en vliegen naar het zuiden om te overwinteren. Vrijwilligers kijken terug op een wisselend broedseizoen. In mei, juni en juli is de combinatie van harde wind en hoogwater desastreus geweest voor de aanwezige nesten. Kuiper: “Strandbroeders zijn typische pioniersvogels. Ze broeden op de grens van water en land en nemen daarmee het risico dat nesten wegspoelen. Helaas is dat dit jaar op cruciale momenten gebeurd.”

Kansen op de stranden. De potentie van stranden als broedplaats voor strandbroeders is erg hoog, blijkt uit de resultaten van afgelopen broedseizoen. Marije Kuiper van Vogelbescherming: “Op de stranden van de Zuidwestelijke Delta zijn circa 50 broedpogingen ondernomen door plevieren en er zijn minimaal 39 jongen uit het ei gekropen. Ook vestigden zich enkele kolonies dwergsterns op stranden in het Zuid-Hollandse deel van het Deltagebied. In totaal zijn er op de stranden zo’n 52 broedparen dwergsterns geteld. Helaas kwam het hoge water ook hier op het verkeerde moment, maar een deel van de jongen is op tijd uitgevlogen.”

Kuikendakjes. Het succes van het broedseizoen is te danken aan een goede samenwerking tussen de vrijwilligers en terreinbeherende organisaties. Kuiper: “Vanaf het moment dat een nest ontdekt wordt, wordt er alles aan gedaan om de kansen voor de vogels te vergroten. ”De vrijwilligers zetten de nesten af met paaltjes, touw of gaas en plaatsen bordjes zodat recreanten de nesten niet per ongeluk vertrappen. Ook vertellen vrijwilligers aan strandgangers over de aanwezigheid van de vogels, laten zij de vogels zien en delen flyers uit over het beschermingswerk. Zo weten ze steeds meer mensen enthousiast te maken. Tegen de tijd dat de eieren uit komen zetten vrijwilligers zogenoemde ‘kuikendakjes’ neer, zodat de jongen kunnen schuilen tegen predatoren.” Ook in het broedseizoen van 2021 zullen de vrijwilligers vanaf april weer klaarstaan om de nesten van plevieren en sterns op te zoeken.

Het strandbroedersproject is een samenwerkingsverband van Vogelbescherming Nederland, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Nationaal park Oosterschelde, Het Zeeuwse Landschap, gemeente Schouwen-Duiveland, Zuid-Hollands Landschap, Rijkswaterstaat, Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland, KNNV Vogelwerkgroep Voorne, VWG Walcheren en Deltamilieu Projecten. Meehelpen strandbroeders te beschermen? We zoeken vrijwillige vogelwachten die op verschillende stranden in de Zuidwestelijke Delta broedvogels beschermen door toezicht te houden en voorlichting te geven aan bezoekers. Ook het helpen bij afzettingen en doen van waarnemingen is mogelijk. Kijk hier voor meer informatie." (bron: Vogelbescherming Nederland, september 2020)

- "Deltadijken blijken bijenparadijs. De Hollandse dijken staan van oudsher bekend om hun waarde voor onder andere vaatplanten en paddenstoelen. Het project ‘Rijke Dijken van de Delta’ wijst uit dat sommige dijken ook veel te bieden hebben op het gebied van insecten, in het bijzonder voor wilde bijen. Het blijkt dat de slaperdijken een toevluchtsoord bieden aan bijzondere soorten die het elders in het landschap moeilijk hebben. Na enkele spectaculaire vondsten op dijken in Rhoon (Zuid-Holland) in 2017-2018 kwamen de dijken in beeld als potentieel waardevol leefgebied voor insecten en andere ongewervelden. In de daaropvolgende jaren werden door diverse waarnemers allerlei bijzonderheden gezien op dijken in de Zuidwestelijke Delta. Uitgebreid onderzoek naar insecten op dijken ontbrak echter. Reden genoeg voor EIS Kenniscentrum Insecten om in samenwerking met Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels het project ‘Rijke Dijken van de Delta’ te starten.

Bijenrijkdom. In 2020 is de eerste helft van het veldwerk uitgevoerd, waarbij 22 dijken (acht kilometer) onderzocht zijn. Tot op heden zijn er al 112 soorten bijen vastgesteld, grofweg een derde van de Nederlandse bijenfauna! Sommige soorten worden opvallend veel aangetroffen op dijken, zoals de weidebij en de grashommel. Dit lijken karakteristieke dijksoorten. Ook de aantallen zijn indrukwekkend: lokaal zijn vele honderden tot soms wel duizenden exemplaren waarneembaar, zoals ook te zien is in deze video. Het grote aandeel van nestparasieten (koekoeksbijen), zoals de dikkopbloedbij en de borstelwespbij, laat zien dat de dijken van de Zuidwestelijke Delta een geliefde voortplantingsplek vormen voor wilde bijen. Dat maakt de dijken een cruciaal onderdeel van het leefgebied.

Rijke Dijken van de Delta. Tijdens dit onderzoeksproject worden de ecologische waarden van slaperdijken in het zuidwestelijk Deltagebied in kaart gebracht. Het onderzoeksgebied bestrijkt Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en West-Brabant. 60 dijkvakken in de Zuidwestelijke Delta worden geïnventariseerd op bijen, dagvlinders en andere insectengroepen. Een belangrijk doel van ‘Rijke Dijken van de Delta’ is om de entomologische waarden van dijken beter in beeld te krijgen, zodat de waardevolle delen de aandacht kunnen krijgen die zij verdienen. Met een verbeterd inzicht in de factoren die de aanwezigheid van omvangrijke bijenpopulaties op dijken bepalen, kunnen ook verwaarloosde dijken effectief worden hersteld. Vanwege de hoge aantallen en soortenrijkdom kunnen dijken mogelijk een sleutelrol spelen bij het herstel van insectenpopulaties in het agrarisch gebied.

Na afronding van het veldwerk medio 2021 zullen de complete resultaten worden gepubliceerd. Tot die tijd verschijnt periodiek meer informatie op de webpagina van het project ‘Rijke Dijken van de Delta’. Het dijkenproject in de Zuidwestelijke Delta wordt financieel mogelijk gemaakt door HommelHulp Nederland (met bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, Zabawas, Dioraphte en EIS Kenniscentrum Insecten), het Wereld Natuur Fonds, Kenniscentrum Akkervogels, de provincie Noord-Brabant en Waterschap Brabantse Delta." (bron: Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels en EIS Kenniscentrum Insecten, januari 2021)

- "In februari 2021 is de zesde en laatste aflevering verschenen van de filmserie ‘Een zegen in de Delta’. Een filmverslag van zes virtuele excursies rondom de Haringvlietdam waarin Stichting RAVON onderzoek doet naar de kraamkamerfunctie van de Zuidwestelijke Delta. Hiermee is de serie compleet en in zijn geheel terug te kijken. Het project brengt in kaart welke jonge vissen gebruik maken van welke gebieden en in welke habitats ze het goed doen.
Dit gebeurt door wadend te vissen met een broedzegen, een groot visnet. Hiermee wordt inzichtelijk welke gebieden belangrijk zijn als kraamkamer voor welke vissoorten. Een belangrijk onderdeel van het project is om te kijken óf en hoe de samenstelling van de juveniele (jonge) visgemeenschap verandert nu de Haringvlietsluizen op een kier staan en er weer zout water het Haringvliet in mag stromen. Omdat excursies, die normaal een belangrijk onderdeel zijn van het project, door covid zijn uitgesteld, heeft RAVON het initiatief tot de filmserie genomen. Via het YouTube-kanaal van RAVON kun je de afleveringen een voor een terugkijken door op de playlist te klikken. Ga op pad met onderzoeker Mick Vos en cameraman Max van Gils tijdens het veldwerk, ga met Rijkswaterstaat naar de Haringvlietsluizen en bezoek de mooiste zoete en zoute delen van de Zuid-Hollandse Delta." (bron: RAVON, februari 2021)

Terug naar boven

Literatuur

- In 2009 heeft de fa. Posad ontwerpend onderzoek gedaan naar deze regio. Zij heeft onder meer gewerkt aan deelonderzoeken voor de zoetwatervoorziening en de onderlinge samenhang van de grote projecten Volkerak-Zoommeer, Veerman, en Grevelingen. Buiten het ontwerpend onderzoek maakte Posad de ‘Atlas van de Zuidwestelijke Delta’, een inventarisatie van gebiedskenmerken, statistische gegevens en bestaande plannen voor het gebied. Deze Atlas is grensoverschrijdend: drie provincies, vier ministeries, zeven waterschappen, een groot aantal gemeenten en het havenbedrijf leverden gegevens voor wat een standaardwerk voor de regio is geworden.

Terug naar boven

Links

- Algemeen: - Officiële site van het samenwerkingsverband Zuidwestelijke Delta. - Nieuws van het samenwerkingsverband op Twitter.

- Onderwijs: - HAS Hogeschool uit Den Bosch en Venlo kiest voor fysieke aanwezigheid in de Zuidwestelijke Delta, omdat de agrofoodsector daar een belangrijke economische sector en een grote werkgever is. De sector biedt veel innovatiekansen en er zijn crossovers mogelijk met Biobased Economy en High Tech/Maintenance. Bovendien zijn er in de regio verschillende sterke subclusters die er internationaal toe doen, zoals de teelt van suikerbieten en de productie van suiker, het telen en verwerken van groenten, het veredelen van gewassen en de teelt van en handel in zacht fruit.

HAS Hogeschool wil zich meer profileren in deze regio. Anno 2017 komt 30% van de studenten in Den Bosch uit deze regio, terwijl maar 7% van de activiteiten hier plaatsvindt. De goede relaties die HAS Hogeschool heeft met het middelbaar onderwijs in de regio en de samenwerking tussen HAS Hogeschool – Avans Hogeschool – Hogeschool Zeeland kunnen zorgen voor een doorlopende leerlijn mbo – hbo. De ambitie voor de komende 5 jaar is om onderwijsactiviteiten - zoals stages, beroepsopdrachten en onderwijsprojecten - evenals bedrijfsopleidingen gericht op vragen van de markt, beide met circa 150% te laten groeien. HAS Hogeschool wil groeien van 7 naar 25 activiteiten. Vanaf herfst 2017 werken HAS Hogeschool, gemeenten, regio en bedrijfsleven verder aan het vormgeven van de fysieke aanwezigheid van HAS Hogeschool in de Zuidwestelijke Delta. (bron: gemeente Bergen op Zoom, 15-09-2017)

- Circulaire economie / energietransitie / klimaatadaptatie - "Binnen de Zuidwestelijke Delta werken de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Economische Zaken en Klimaat, de provincies Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland, de waterschappen Brabantse Delta, Scheldestromen en Hollandse Delta en de gemeenten samen met maatschappelijke partijen, kennisinstellingen en ondernemers aan één doel: een economisch vitale, ecologisch veerkrachtige, veilige en klimaatbestendige Delta. Zee en rivieren komen hier samen. Land en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit zorgt voor volop kansen op het gebied van natuur, circulaire economie, energietransitie en klimaatadaptatie."

Reactie toevoegen