Veenhuizen

Plaats
Dorp
Noordenveld
Drenthe

veenhuizen_plaatsnaambord_in_steen_kopie.jpg

Veenhuizen is een dorp in de provincie Drenthe, gemeente Noordenveld. T/m 1997 gemeente Norg.

Veenhuizen is een dorp in de provincie Drenthe, gemeente Noordenveld. T/m 1997 gemeente Norg.

veenhuizen_pand_controle_kopie.jpg

Veenhuizen, het pand Controle was de woning van de huismeester van het hospitaal.

Veenhuizen, het pand Controle was de woning van de huismeester van het hospitaal.

Veenhuizen

Terug naar boven

Status

Veenhuizen is een dorp in de provincie Drenthe, gemeente Noordenveld. T/m 1997 gemeente Norg. Het is een zeer uitgestrekt dorp, dat bestaat uit meerdere bewoonde delen. Tevens is het de naam van de omliggende streek.

Terug naar boven

Naam

Uitspraak in het dialect
Veenhoezen.

Oudere vermeldingen
1381-1383 Fenehuosen, 1487 Veenhuesen, 1491 Veenhusen.

Naamsverklaring
Betekent 'woonplaats in het veen'.(1)

Bij- en spotnamen
Gezien het verleden van deze nederzetting is het niet verwonderlijk dat de schimpnaam voor de inwoners nog altijd Koloniebonken of Koloniepoepen is.

Terug naar boven

Ligging

Veenhuizen ligt op de grens van Drenthe en Friesland, ZW van Norg en Westervelde, Z van Een, ZO van Haulerwijk (Fr.) en NO van Oosterwolde (Fr.).

Terug naar boven

Statistische gegevens

In 1840 woonden er in het tot Veenhuizen behorende zogenoemde 1e Gesticht 2.043, in het 2e Gesticht 2.161 en in het 3e Gesticht 2.059 mensen, in totaal 59 panden met 6.263 inwoners. In de hoogtijdagen van de kolonie waren er soms 10.000 bewoners (ter vergelijking: voor de gehele rest van het grondgebied van de uitgestrekte gemeente Norg waren dat er toen ca. 1.200...).

Tegenwoordig omvat het dorp Veenhuizen qua 'reguliere inwoners' ca. 400 huizen met ca. 1.000 inwoners. Het totale aantal inwoners van dit dorp volgens het 'bevolkingsregister' (de gemeentelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)) is enkele honderden hoger. Dit 'surplus-aantal' kan jaarlijks nogal wisselen, omdat dit een aantal langgestraften in de gevangenissen van het dorp betreft. En aangezien de samenstelling van die populatie én de bezettingsgraad van de gevangenissen jaarlijks kan wisselen - zo worden soms delen tijdelijk gesloten en wordt anderzijds soms onderdak geboden aan gevangenen uit andere landen - wisselt dus ook dat getal. Vandaar dat wij daar geen concreet getal voor kunnen vermelden. Dit verklaart overigens ook het feit dat er volgens de statistieken in het dorp veel meer mannen dan vrouwen wonen.

"Veenhuizen heeft 3 penitentiaire inrichtingen: Norgerhaven, Esserheem en Groot Bankenbosch. Norgerhaven ligt in het eerste gesticht en geldt als een van de strengst beveiligde gevangenissen van Nederland waar over het algemeen de zwaarst gestraften zitten. Esserheem bevindt zich in het tweede gesticht. De strafmaat varieert hier van enkele maanden tot vele jaren. Samen bieden ze plaats aan ongeveer 450 veroordeelden. In het derde gesticht ligt Groot Bankenbosch, temidden van de bossen. Groot Bankenbosch is een half-open inrichting waar ruim 180 veroordeelden met een lagere straf verblijven. Ten slotte is er nog een jeugdgevangenis, Het Poortje, waar een kleine 100 jongeren verblijven." (bron: gemeente Noordenveld)

Terug naar boven

Geschiedenis

In den beginne
Aan het eind van de 14e eeuw werd op deze plek een randveenontginning gesticht vanuit moederdorp Norg. Het esgehucht Veenhuizen bestond uit zeven boerderijen met een kapel, waarvan bijna niets meer over is. Eind 16e eeuw werd een eerste poging ondernomen dit deel van de Smilde(ge)rvenen af te graven, doch zonder succes in verband met gebrek aan kapitaal. In 1640 werd een meer serieuze poging ondernomen door een compagnie te Amsterdam. De bedoeling was het gebied af te wateren via het Peizerdiep (zie onder Peize). Echter dat stuitte op verzet vanuit de Stad Groningen en het omliggende waterschap Aduarderzijlvest, waar men sterke vertroebeling van het water verwachtte, wat velerlei negatieve gevolgen zou hebben, waaronder voor de watervoorziening en de beëindiging van het bierbrouwen in de Stad. Onder druk van de Groningers werd de reeds aangevangen ontginning in 1652 gestaakt. Later kwam het gebied in handen van de familie Tonckens te Westervelde.

Weg naar Haule v.v.
De Veenhuizer ondernemer Frederik van der Donk wilde in 1727 een voor paard en wagen begaanbare weg aanleggen op een dijkje door het hoogveen tussen het Drentse Veenhuizen en het Friese Haule. Voor die moeite en het toekomstig wegonderhoud verzocht hij om tol te mogen heffen van de wagens en het vee die gebruik maakten van die weg. De toenmalige Drentse Staten zagen hier echter niets in. Het plan werd zonder opgaaf van redenen afgewezen. Het zou kunnen dat die afwijzing was ingegeven door defensieve motieven; de weg maakte de Zwartendijksterschans bij Een-West immers overbodig. Maar binnen een eeuw kwam die weg er alsnog, zoals het kaartje op deze pagina laat zien.

Ontginning door de Maatschappij van Weldadigheid
Pas rond 1823 werd de ontginning hier echt ter hand genomen. De Maatschappij van Weldadigheid, opgericht in 1818 onder leiding van Generaal Johannes van den Bosch, stichtte op diverse plaatsen in het land nieuwe kolonies om het hoofd te bieden aan het schrikbarend hoge aantal armen in het begin van de 19e eeuw. De bedoeling was de behoeftige klasse tijdelijk te werk te stellen in landbouwontginningsprojecten, waarbij tegelijk re-socialisatie zou kunnen plaatsvinden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Frederiksoord, Boschoord en later Wilhelminaoord in Zuidwest-Drenthe, was Veenhuizen niet een vrijwillige verblijfsplaats, maar een opvangplaats onder dwang voor vele ‘verpleegden’, waaronder duizenden wezen, vondelingen, bedelaars, landlopers en vagebonden.

De Maatschappij zocht een zeer ruim terrein, liefst verlaten en ver weg gelegen van de verleidingen van alledag. Men besloot in 1818 dit grote gebied van 2500 ha te kopen en koos voor een grootse opzet. Gelijk werd begonnen met het graven van de Kolonievaart, in de richting van de Smildervaart (de huidige Drentse Hoofdvaart). In 1839 werd de 4 kilometer lange vaart in westelijke richting verlengd, om ook aan te sluiten op de Friese waterwegen. Officieel is dit deel Veenhuizerkanaal geheten, doch in de volksmond wordt het hele kanaal aangeduid als Kolonievaart; een grens is er ook niet echt. Haaks op de vaart werden 6 genummerde wijken gegraven, allemaal op een afstand van precies 750 meter van elkaar. Het is nog immer goed zichtbaar dat Veenhuizen geen oorspronkelijk Drents dorp is, maar geheel bedacht achter de tekentafel, net als bijvoorbeeld de poldernederzettingen.

De bewoners werden permanent bewaakt en werden vanaf 1823 verdeeld over drie gedeelten, in de geest van die tijd aangeduid met 1e, 2e en 3e Gesticht. Er verrezen landbouwbedrijven en er werden bossen aangeplant voor de tewerkgestelden, omdat de hoofdgedachte was dat alle lieden na verloop van tijd zouden terugkeren in de samenleving als kleine boeren. Omdat de maatschappij in die tijd ook industrialiseerde, werden er in Veenhuizen ook enkele kleine fabrieken gesticht, o.a. een stoomkatoenspinnerij, een melkfabriek en een weverij. Hier werkten ook degenen die lichamelijke gebreken hadden om te werken op het land, alsmede veel vrouwen en kinderen.

Het aantal bewoners nam onvoorstelbaar snel toe tot enkele duizenden, waarmee het gelijk een van de grootste nederzettingen in die tijd van Drenthe werd. Er werden kerken, scholen en andere voorzieningen uit de grond gestampt en de kolonie was geheel zelfvoorzienend, waardoor contact met de buitenwereld minimaal was: er was een eigen energievoorziening, ziekenhuis, er werd voedsel verbouwd en er was werk. Veenhuizen werd wel beschouwd als 'het Siberië van Nederland’. Ondanks de wellicht nobele gedachten van Van den Bosch en de zijnen werd het project uiteindelijk toch een fiasco, als gevolg van de hoge kosten, terwijl de opbrengsten lager dan verwacht waren, wat te maken kan hebben gehad met de onvrijwilligheid van de arbeiders, waardoor die niet bijzonder gemotiveerd waren. Uiteindelijk leidde dit in 1859 tot het failliet van de Maatschappij en werd het gehele gebied overgedragen aan de Staat.

De volgende fase: Straf- en Rijkswerkinrichting
In 1875 kwam het dorp in handen van Justitie en dit betekende het begin van een geheel nieuwe fase voor dit gebied. Nederland had toen net een eigen Wetboek van Strafrecht, dat voorschreef dat veroordeelden slechts in officiële strafinrichtingen mochten worden opgenomen. Deze locatie werd daar uitermate geschikt voor geacht, mede omdat er genoeg werk voor handen was, een van de uitgangspunten destijds. De naam ‘Gesticht’ bleef, al was het nu officieel Straf- en Rijkswerkinrichting Veenhuizen. Justitie besloot de barakken en veel oude gebouwen te vervangen door stenen exemplaren, deels gebouwd door de gedetineerden zelf. Er werd een bouwmeester aangesteld, de Rotterdammer J.F. Metzelaar. Hij begon openbare gebouwen te ontwerpen, alsmede de vele dienstwoningen, verdeeld over een aantal typen. Hij werd gaandeweg opgevold door zijn zoon W.C. Metzelaar, die een nog groter stempel op de kolonie heeft gedrukt.

Penitentiaire inrichting en herinrichting dorp
Aanvankelijk zat er niet alleen ‘geboefte’, maar werden er ook andere groepen ondergebracht, zoals vluchtelingen uit België en dienstweigeraars. Langzamerhand groeide Veenhuizen steeds meer uit tot een gevangenisdorp, dat nog steeds grotendeels gesloten was voor de buitenwereld, ondanks de verbeterde infrastructuur. Na de Tweede Wereldoorlog werden de inrichtingen hervormd en kregen ze steeds meer het aanzien van gevangenissen elders in Nederland. De naam ‘gesticht’ werd vervangen door ‘penitentiaire inrichting’* en het bewerken van het land als hoofdactiviteit nam in betekenis af. Tegelijk werd, net als elders, het landschap aangepast aan nieuwere landbouwtechnieken. Zo werden kanalen gedempt, bruggetjes verdwenen, oude gebouwen werden afgebroken en sommige percelen herkaveld. Ook kwam er aan de nieuwe betonweg richting Norg een grote opslagplaats voor munitie.
* In het dorp bevinden zich nog altijd de penitentiaire inrichtingen Esserheem, Norgerhaven en Groot Bankenbosch.

Bouw dorp voor het gevangenispersoneel
Ondanks het feit dat op deze manier een aantal markante elementen uit het landschap verdween, bleef het een bijzondere plaats. Voor de gevangenbewaarders en overig personeel werden nieuwe woningen gebouwd, in een nieuwe woonwijk nabij de kerken, voor het merendeel bestaand uit geschakelde en rijtjeswoningen. Dit is uitgegroeid tot 'Veenhuizen-Dorp’ en verschilt niet heel veel van een willekeurige andere woonwijk in de omgeving. Wat bleef was de bijzondere status van de nederzetting: tot begin jaren negentig was een groot deel nog steeds gesloten voor publiek, alleen de doorgaande Hoofdweg en Norgerweg, de woonbuurt aan de Kerklaan en de buitengelegen landbouwgebieden, zoals de Ds. Germsweg waren vrij toegankelijk. Wonen in het dorp was slechts voorbehouden aan personeel en hun familie. Hier stond een heel lage woning- of huurprijs tegenover, verder hadden de inwoners gratis toegang tot het zwembad en sportvoorzieningen, soms gratis vervoer en waren er voor een dorp van deze omvang veel voorzieningen, waaronder een supermarkt, twee scholen, twee kerken en een riant dorpshuis.

Van 'gevangenispersoneeldorp' naar 'gewoon' dorp voor iedereen
Een nieuwe fase ging eind jaren negentig in, toen Justitie besloot zich meer op haar hoofdtaak te concentreren; het onderbrengen van gedetineerden. Een aparte status voor het dorp werd ongepast en onevenredig kostbaar geacht, terwijl er tegelijk van buiten steeds meer belangstelling was om in het fraaie dorp midden in de natuur te komen wonen. Sindsdien is er het een en ander veranderd in het dorp: het is nu vrij toegankelijk, iedereen mag er wonen en het functioneert meer en meer als een voor Drentse begrippen tamelijk groot buitendorp met een hoog voorzieningenniveau. Een nieuwe woonbuurt in 'Veenhuizen-Dorp', gelegen ten westen van de Kerklaan, omvat huizen van een modern type, maar wel met ‘ambachtelijke elementen’, met een knipoog naar de oudere typen rijkswoningen.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

Dorpsbelevingsonderzoek
"In december 2021 hebben studenten van Van Hall Larenstein enquêtes in het dorp uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan is het Rapport Dorpsbelevingsonderzoek Veenhuizen verschenen. In januari 2022 hebben de studenten er een digitale presentatie over gehouden. Aan de hand van dit rapport zullen wij, Stichting Bewonersbelangen, samen met de inwoners besluiten wat we hiervan en hoe in de nieuwe Bewonersvisie gaan opnemen."

Bewonersvisie
"Gewoon bijzonder... Veenhuizen is een bijzonder dorp. De ontstaansgeschiedenis is uniek, net als de ruimtelijke inrichting, de historische gebouwen, de prominente aanwezigheid van Justitie en de omliggende natuur. Daarom trekt het dorp de aandacht van bezoekers, bestuurders en bedrijven.

... bijzonder gewoon. Tegelijkertijd is Veenhuizen een ‘gewoon’ dorp van ruim duizend inwoners. Meer dan duizend mensen met ideeën en behoeften voor een prettig leven in een mooie en veilige woonomgeving. Deze Bewonersvisie (2020) is een weerslag van die ideeën en behoeften. Zodat ons dorp een goede woonplaats is en blijft voor jong en oud.

Het gaat goed... Het gaat goed met Veenhuizen. In vergelijking met tien jaar geleden is het dorp mooier geworden, zijn veel panden opgeknapt en hebben zich verschillende nieuwe bedrijven gevestigd. Bestuurders – lokaal, provinciaal en landelijk – willen in het dorp investeren. Ook weten steeds meer bezoekers ons dorp te vinden en is, mede daardoor, het aantal activiteiten en evenementen toegenomen.

... maar nog veel te doen. Het is van belang een balans te vinden tussen het Veenhuizen van de bezoekers en dat van de bewoners. Minstens zo belangrijk zijn investeringen in de leefbaarheid van het dorp: woningen die aansluiten bij de behoefte, goede voorzieningen en voldoende mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Ook investeren in werkgelegenheid is en blijft nodig voor de leefbaarheid van het dorp.

1 + 1 = 3. Deze Bewonersvisie bevat een aantal concrete ideeën voor investeringen in de leefbaarheid van ons dorp. Aangezien Veenhuizen een bijzonder dorp is, biedt dat ook bijzondere kansen. Door verbinding te zoeken met Justitie en het bedrijfsleven, kunnen bewoners profiteren van het feit dat wij op een unieke plek wonen.

Opzet van de Bewonersvisie. De Bewonersvisie begint met een algemene beschrijving van het huidige dorp: wie wonen er, welke voorzieningen zijn er en wat voor ontwikkelingen worden verwacht. Daarna volgt de uitwerking van zeven
thema’s waarvoor Stichting Bewonersbelangen Veenhuizen (SBV) zich de komende jaren wil inzetten. De visie eindigt met een aantal ideeën over de financiering van de gewenste investeringen.

Hoe verder? Het bestuur van SBV wil graag met de inwoners van Veenhuizen in gesprek over de ideeën in deze Bewonersvisie. Op basis van de uitkomsten van dat gesprek, volgt een uitwerking en wordt een planning gemaakt voor met wie en wanneer we aan de slag gaan om de ideeën daadwerkelijk te realiseren."

Toekomst
- Site met rapporten e.d. over de toekomst van Veenhuizen.

Terugtrekking Rijksvastgoedbedrijf
"Het Rijksvastgoedbedrijf heeft in 2021 een deel van zijn vastgoed in dit dorp verkocht aan het consortium van de Nationale Monumentenorganisatie (NMO), BOEi (een maatschappelijke onderneming gespecialiseerd in herbestemming) en Stichting Het Drentse Landschap.* Deze nieuwe eigenaar krijgt de mogelijkheid het bijzondere verhaal van Veenhuizen een vervolg te geven. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft besloten het ensemble met ca. 80 gebouwen te gunnen aan het consortium, omdat door hen is voldaan aan de drie belangrijkste criteria. Leidend was een aansprekende visie rondom de monumentale waarde van de gebouwen en de bijzondere samenhang tussen functie (arbeid, detentie en zorg), gebouwen en verkaveling. Daarnaast was de voorwaarde dat het ensemble als geheel zou worden overgenomen. Tot slot moest de koper kunnen aantonen in staat te zijn het ensemble te beheren.

* Het Drents Landschap is al vele jaren meer dan enkel een ‘groene’ club. Inmiddels is de stichting de grootste monumentenbeheerder van de provincie. Hun doelstelling is om alles wat Drenthe tot Drenthe maakt te behouden: de landschappen, de monumenten, maar ook de cultuurhistorie. Wat hen betreft past Veenhuizen daar zeker ook bij.

Toekomst. De visie van het consortium ademt ambitie uit: 'Veenhuizen wordt straks een plek voor Nieuwe Kolonisten, een plek voor maatschappelijke en ruimtelijke experimenten binnen een uniek monumentaal ensemble. Het vormt de historische setting voor culturele en maatschappelijk bevlogen ondernemers en bewoners die met de thema’s aan de slag kunnen en voor bezoekers die dat actief en passief willen beleven. Ook is het een bestemming voor mensen die fysiek en mentaal op adem willen komen in een bijzondere omgeving. Tot slot biedt ze nog een derde groep een toekomst: de huidige en nieuwe bewoners van het dorp.'

Aanwezigheid Rijk. Een deel van Veenhuizen blijft eigendom van de Nederlandse staat. Denk daarbij onder meer aan de twee nog functionerende gevangenissen en de agrarische gronden. Omdat de rest van de grond en gebouwen geen rijksdoel meer dienen, is dit vastgoed afgestoten." (bron: Rijksvastgoedbedrijf)

Supermarkt
In 2005 is de enige supermarkt die Veenhuizen ooit had, gesloten. Na de opening in 1989 heeft het jaren goed gelopen, niet in de laatste plaats vanwege het contract met de Penitentiaire Inrichting. "We leverden aan Esserheem en aan Norgerhaven, maar ook aan de gedetineerden zelf", aldus Jonno van Goinga, die de supermarkt met zijn vrouw Roelie heeft gerund. Toen later de levering van producten aan de gevangenis Europees moest worden aanbesteed, nam een ander bedrijf dit over. Het luidde het einde in van de supermarkt. "Tweederde van onze omzet kwam van de gevangenis", schat Roelie in. Na 16 jaar leegstand is het pand eind 2021 afgebroken.

Jeugdgevangenis Het Poortje Juvaid
In juni 2019 heeft het kabinet besloten dat Jeugdgevangenis Het Poortje Juvaid in Veenhuizen in 2021 dicht gaat. Reden voor de sluiting is dat anno 2019 veel jeugdcellen leeg staan. Van de 753 plaatsen zijn er in 2024 nog slechts 358 nodig, stelde minister Sander Dekker van Rechtsbescherming. Besloten is 180 plaatsen af te stoten. Het gaat om de 90 cellen van Juvaid en de cellen van jeugdgevangenis Het Keerpunt in het Limburgse Cadier en Keer. Bij Juviad worden anno 2019 nog maximaal 44 jongeren opgevangen. Het kabinet wil af van dit type jeugdgevangenis. Er komen in het vervolg twee soorten instellingen: kleinschalige voorzieningen in de regio en landelijke specialistische instellingen. Het merendeel van de jongeren zit maar voor een korte tijd, de helft staat na een maand weer buiten. In de nieuwe kleine inrichtingen houden veroordeelde jongeren tijdens hun detentie meer contact met de maatschappij. Ze kunnen overdag naar school of naar hun werk.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Veenhuizen heeft 124 rijksmonumenten, wat erg veel is voor zo'n klein dorp. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het bijzondere verleden van het dorp, zoals beschreven onder Geschiedenis. Een deel van het dorp is beschermd dorpsgezicht. Gezien het unieke karakter van de 6 Koloniën van Weldadigheid - naast dit dorp zijn dat verder nog de dorpen Frederiksoord / Wilhelminaoord, Ommerschans en Willemsoord in Nederland en Wortel en Merksplas in België - beogen zij in 2018 gezamenlijk de status van Werelderfgoed te bereiken.

- De ‘verpleegden’ en later gedetineerden moesten verplicht naar de kerk, waarbij ze konden kiezen tussen tussen de hervormde kerk of de schuin tegenovergelegen RK Hieronymus Aemilianuskerk. Deze zaalkerk was in 1893 gereed en ontworpen in neo-gotische stijl door W.C. Metzelaar, al bouwde hij zelf liever in de ambachtelijke stijl. Voor die tijd stond op deze plaats een kleiner exemplaar uit 1826. Het was destijds slechts een van de drie katholieke kerken in heel Drenthe (naast Coevorden en Frederiksoord). Het bouwwerk bestaat uit acht traveeën, met gotische vensters, een zevenhoekige absis en een sacristie die is aangebouwd. De zijgevels hebben spitsbogen en steunberen, terwijl op het zadeldak een kleine dakruiter is geplaatst. Geheel conform de eisen: niet te veel pracht en praal, eenvoudig, doch toch met uitstraling.

In een gewelf hiernaast maakte politiek-gevangene A.C.E. Gantzert in 1948 een muurschildering met de Hemelvaart van Christus. Hierbij beeldde hij ook zichzelf klein af met een herdersstaf, en wel in het linker groepje apostelen tussen de ramen. Bijzonder in het interieur is ook het orgel uit 1822 in het oksaal, dat afkomstig is van een voormalige bioscoop in Tilburg. In het koor staat ook nog een Engels orgel uit 1843. Het bisdom heeft de kerk in 2011 aan de eredienst onttrokken, omdat zij de parochie te klein vond geworden om nog levensvatbaar te zijn.

- Hervormde kerk aan de Kerklaan uit 1825-1826. Deze koepelkerk is een kopie van het exemplaar te Smilde, dat ontworpen werd door Abraham Sorg in 1788. De kerk is zeer bijzonder, zowel van binnen als van buiten en wordt bekroond door een gedeeltelijk opengewerkte houten lantaarn bovenin. Er zijn vier ingangen en het pand is grotendeels neoclassicistisch van stijl. Opvallend is ook het interieur, met een preekstoel uit 1825. Het witte en blauwgrijze interieur is door de gedetineerden gemaakt, tijdens de restauratie in 1960-1961. Het orgel is gebouwd door de bekende orgelbouwer P. van Oeckelen in 1820 voor de kerk van het Friese Akkrum. Hij heeft er zelf zorg voor gedragen dat het instrument in 1856 naar hier werd overgebracht.

- Zeer karakteristiek voor het dorp zijn de speciale dienstwoningen, voor het merendeel gebouwd tussen 1883 en 1914. De architect, J.F. Metzelaar, aanvankelijk timmerman, maar later uitgegroeid tot bouwmeester voor Veenhuizen, ontwierp naast een kerk, scholen en speciale voorzieningen in het dorp ook de dienstwoningen. Geheel in de geest van de tijd waren deze woningen aangepast aan de strikte behoeften, zonder veel franje, en volledig volgens de ambtelijke hiërarchie die hier gold: er waren 4 typen woningen, afhankelijk van de rang kreeg een ambtenaar er een toegwezen; bij promotie volgde dikwijls ook verhuizing.

Als uitgangspunt koos vader Metzelaar de ambachtelijke bouwstijl, populair in die tijd. Zijn zoon W.C. Metzelaar nam deze over en breidde het aantal uit van 4 tot 7 typen. De overige gebouwen werden voornamelijk in de neo-renaissancistische en neo-gotische stijl gebouwd, wat hun uiterlijk nog grootser deed lijken, als leek het om de hiërarchische verhoudingen te benadrukken. De woningen van het lagere personeel staan voor het merendeel nabij de gestichten (o.a. Meidoornlaan, Hospitaallaan, en rond Norgerhaven), al zijn er ook diverse verspreid over het gebied te vinden, soms midden in de weilanden. Op deze manier was er ook toezicht bij de landbouwbedrijven en kon er in het geval van ontsnapping altijd een oogje in het zeil worden gehouden.

Kenmerkend is dat diverse huizen stichtelijke spreuken op de gevel meekregen, die verband hielden met het beroep van de bewoners; zo woonde in het huis met ‘Orde en Tucht’ de hoofdonderwijzer, in ‘Zorg en Vlijt’ leefde de winkelier, de predikant in ‘Humaniteit’, terwijl er bij de dokter ‘Toewijding’ en bij de apotheek ‘Bitter en Zoet’ op de voorgevel stond te lezen. De pedagogische gedachte was om de gevangenen tijdens hun dagelijkse tocht naar de arbeid op deze manier de deugden bij te brengen.

- Voor de hoofddirecteur werd eind 19e eeuw door de Metzelaars een eigen dienstwoning gebouwd, die vanwege de ruime afmetingen van huis en perceel plaatselijk de naam Klein Soestdijk meekreeg, een naam die later ook op de gevel verscheen. Tot 1972 woonden hier de achtereenvolgende directeuren van ‘Veenhuizen’, daarna was het tot 1990 in gebruik als pastorie, sindsdien is het in particuliere handen en is het met name van binnen gerenoveerd.

- Op Hoofdweg 159 staat het voormalige Directiehotel uit 1901, wederom een ontwerp van W.C. Metzelaar. Het diende voor Haagse ambtenaren die op bezoek kwamen.

- De te werk gestelden werkten naast in enkele fabrieken met name in de bosbouw en bij enkele boerderijen. Hiervan staan er in het gehele gebied nog enkele uit de koloniale periode, zoals aan de Generaal van den Boschweg 20, uit 1890. In de 20e eeuw zijn aan de rand van Veenhuizen ook enkele private bedrijven opgericht, alsmede zijn enkele andere oorspronkelijke bedrijven omgevormd. Bijzonder is boerderij ‘De Jachthoeve’ aan de Oude Norgerweg, nabij het voormalige 3e Gesticht. Dit exemplaar stamt oorspronkelijk uit 1724 en is het laatste bouwwerk dat nog rest van het oorspronkelijke esgehucht, van voor de koloniale periode. Hier niet ver vandaan stond vroeger een kapelletje.

- In Veenhuizen bevinden zich enkele begraafplaatsen. De grootste is gelegen aan de Eikenlaan (te bereiken door de Kerklaan uit te rijden en dan de weg naar rechts te volgen), waar het personeel en de gedetineerden begraven liggen, zij het van elkaar gescheiden. Deze relatief grote dodenakker is rustiek gelegen in het bos en wordt o.a. gekenmerkt door de vele gietijzeren 19e- en vroeg 20e-eeuwse grafzerken. Ze zijn vrijwel allemaal geproduceerd in Assen, door de plaatselijke ijzergieterij. Soms nam men het niet altijd even nauw met de tekst, spelfouten waren niet uitzonderlijk. Opmerkelijk zijn de vele symbolen, zoals zandlopers, gekeerde fakkels en soms zelfs doodshoofden.

Voor veel ‘verpleegden’ en tewerkgestelden is er slechts een kruis met een nummer, om hun identiteit voor vreemdelingen verborgen te houden. Sommige andere groepen liggen bij elkaar met slechts een korte algemene vermelding, zoals de ‘Belgische vluchtelingen’. Bij binnenkomst gelijk rechts bevindt zich een massagraf voor de slachtoffers van de Spaanse Griep van 1918. - Beschrijving begraafplaats Eikenlaan. - Overzicht van begravenen op de begraafplaats van Veenhuizen.

Even verderop, aan het (onverharde) verlengde van de Kerklaan ligt een kleine joodse begraafplaats.

In het noordelijke deel van het gebied, nabij de Stoomhoeve aan het einde van de Oude Norgerweg (een zijweg van de Eikenlaan, nabij de Ds. Germsweg) ligt midden in het bos een verhoging met een diameter van 40 m., die plaatselijk het Spaanse Kerkhof wordt genoemd. Deze plek is te bereiken over de zandweg die het vervolg is van de asfaltweg en dan direct links een bospad in. Op deze plek lag de kapel van de oorspronkelijke nederzetting Veenhuizen, die kort na 1594 is afgebroken. Dit was tijdens de Tachtigjarige Oorlog en behalve oorspronkelijke bewoners zouden er volgens de overlevering ook gesneuvelde Spaanse soldaten liggen. Dat laatste is echter niet het geval, zo bleek uit opgravingen. Behalve de oorlogstijd heeft de plaats niets te maken met Spanjaarden.

- Stoomhoeve, aan de Oude Norgerweg (hoek Stoomweg). Hier bevinden zich de laatste restanten van het 3e Gesticht. Nu volgens de filosofie van de Maatschappij van Weldadigheid niet iedereen geschikt was voor de landbouw en ook de samenleving behoefte had aan gereïntegreerde fabrieksarbeiders, werden er ook enkele fabrieksgebouwen opgericht. In dit gebouw was sinds 1842 een stoomkatoenspinnerij gevestigd, die echter reeds in 1860, na het failliet van de Maatschappij, werd verbouwd tot verblijf voor verlaten kinderen en wezen. Aan het begin van de 20e eeuw werd er een oudemannenhuis van gemaakt. Bij een brand in 1961 brandde het middengedeelte van het complex af, dat niet werd herbouwd (deels vanwege de excentrische ligging).

- Van de oude ‘gestichten’ is alleen het voormalige 2e Gesticht nog bewaard gebleven, nu herbouw van het complex in 1900 gereedkwam naast het oorspronkelijke carrévormige gebouw, dat daardoor niet afgebroken hoefde te worden, maar bewaard kon blijven voor divers gebruik. Het pand uit 1823 is het oudste dat nog stamt uit de koloniale tijd en is gelegen aan de Oude Gracht, naast het huidige Esserheem. Het omgrachte geheel bood in dit grote gebouw (de lengte van de zijden is 125 m.) destijds plaats aan 1.200 ‘verpleegden’. Aan de voorkant van het gebouw staat een vlaggenmast met een noodklok, die werd geluid bij ontsnappingen; tegen schafttijd werd er een mand in de mast gehangen voor de landarbeiders. Sinds 2005 is in dit gebouw toepasselijk het geheel vernieuwde Gevangenismuseum gevestigd.

- Naast het Gevangenismuseum is de bij het museum horende elektriciteitscentrale van de kolonie te vinden (Oude Gracht 8a), die in 1912 in gebruik is genomen. Het rechter deel komt 7 jaar later gereed. Binnen staan een dieselmotor en een ‘Crossley’ turfgenerator (handig in deze streek), die na restauratie weer werken.

- Aan de Hospitaallaan staat het oude hospitaal van Veenhuizen, gebouwd in 1894 naar een ontwerp van vader en zoon Metzelaar. In de tuin staat het zogenoemde leprozenhuisje, dat voor die tijd dienst deed als enige medische voorziening voor de nederzetting. In hetzelfde jaar werd naast het ziekenhuis een ijskoepel uitgegraven, een van de laatste resterende in Nederland. In de winter werd ijs uit de Kolonievaart gehakt en hier opgeslagen, om ’s zomers als koelplaats voor de medicijnen te dienen.

- Aan de Hoofdweg liggen 3 cultuurhistorisch belangrijke sluizen: de Friesche Schut en de Veenhuizersluis van Waterschap Noorderzijlvest en Sluis III van Staatsbosbeheer. De sluizen zijn in 2010 en 2011 gerestaureerd.

- De voormalige synagoge (Hoofdweg 120) is gebouwd in 1839 en in 1890 voor het laatst als synagoge in functie geweest. In 1894 werd het pand herbestemd tot hoofdkantoor van de Rijkswerkinrichting Veenhuizen. Rond 1900 verbouwd in opdracht van het Ministerie van Justitie volgens ontwerp van W.C. Metzelaar en van de naam 'Hoofdkantoor Directie' voorzien. Tegenwoordig heeft het pand nog altijd een kantoorfunctie.

- Tot begin 20e eeuw werd het westelijke deel van wat nu het Bankenbosch is ook wel aangeduid als Florisland (misschien naar een landeigenaar), terwijl het oostelijke deel bekend stond als Kolonieveld, thans nog de naam van een deel van het Fochteloërveen. De huidige penitentiaire inrichting Groot-Bankenbosch is genoemd naar het Bankenbosch, waarin het is gelegen. Het voorvoegsel slaat op het feit dat ook een paar andere dependances in Veenhuizen tot de inrichting behoren. Gelegen aan de doodlopende Bankenbosweg. Ook Nieuw-Bergveen bij Esserheem behoort tot Groot-Bankenbosch. Het complex heeft een gezamenlijke capaciteit van ca. 350 veroordeelden. In 1947 was in het Bankenbosch een barakkenkamp voor Indië-deserteurs opgericht, dat in 1961 werd omgebouwd tot een rijkswerkinrichting. De bewoners werden en worden gedeeltelijk te werk gesteld in het aangrenzende bos, dat gedeeltelijk is gesloten voor publiek.

- Esserheem. Bij nieuwbouw in 1949 werd de naam Esserheem bedacht, ter vervanging van het denigrerende, typisch 19e-eeuwse 2e Gesticht. De naam is afgeleid van de ‘essen’ in de omgeving, de bouwlanden voor de boeren in het traditionele Drentse landbouwsysteem. Esserheem is een deel van de nederzetting Veenhuizen, redelijk centraal gelegen in de kolonie, even ten noordoosten van de huidige kern van het dorp. Met ‘in Esserheem’ worden de cellen bedoeld, ‘bij Esserheem’ is de benaming voor dit deel van het dorp, de naastgelegen woningen aan de Oude Gracht, Meidoornlaan, Hospitaallaan en Generaal van den Boschweg. Aanvankelijk gebouwd voor bedelaars, landlopers, wezen, vondelingen en andere behoeftigen, door de Maatschappij van Weldadigheid. Later kwamen hier ook souteneurs en andere wetsovertreders bij. Met behulp van de ‘verpleegden’ zelf werd tussen 1895 en 1900 een nieuw complex gebouwd, inclusief een brede gracht, vrijwel naast het oorspronkelijke gesticht waar thans het Gevangenismuseum is gevestigd. In 1949 werd dit omgebouwd tot de huidige gevangenis en rijkswerkinrichting.

- Sinds 2005 is het Gevangenismuseum verplaatst en gehuisvest in het oudste nog bestaande gebouwencomplex van de kolonie, het carrévormige voormalige 2e Gesticht uit 1823 aan de Oude Gracht. Naast de geschiedenis van Veenhuizen biedt het museum een uitgebreide tentoonstelling van de geschiedenis van het gevangeniswezen in Nederland: Van lijfstraf, celstraf tot elektronische detentie; straffen door de eeuwen heen. Onder andere zijn een maquette van het historische gebouw te zien, een directie- en klerkenkamer en een stalen slaapkooi van 90x185 cm. Met een originele ‘boevenbus’ kan een rondrit door het dorp gemaakt worden.

- Norgerhaven is gelegen nabij een bocht en sluis in de Kolonievaart en omgeven door een brede gracht werd de naam Norgerhaven in 1949 bij nieuwbouw beter geschikt geacht dan de oude naam, 1e Gesticht. De naam verwijst naar de tijd van de turfscheepjes die hiervandaan vertrokken en natuurlijk naar de naam van de gemeente en oudste nederzetting nabij waar Veenhuizen was gelegen. Deel van het dorp, omvattende de huidige penitentiaire inrichting Norgerhaven en enkele omliggende gebouwen, alsmede de nabijgelegen woningen aan de Hoofdweg. In het dagelijkse spraakgebruik wordt met ‘in Norgerhaven’ doorgaans de ruimte binnen de dikke muren bedoeld. In 1840 woonden in wat destijds het 1e Gesticht was nog 2.043 mensen. In 2004 was er plaats voor ca. 240 gevangenen.

In 1823 stichtte de Maatschappij van Weldadigheid in Veenhuizen drie gestichten. Het 1e Gesticht was een bedelaarsgesticht, maar werd later ook gebruikt voor de opvang van Belgische vluchtelingen en later voor de opsluiting van smokkelaars, dienstweigeraars en vluchtelingen. Het oorspronkelijke gebouw werd tussen 1901 en 1906 afgebroken en vervangen door een nieuw complex, waarbij er later ook een ‘open gesticht’ met meer vrijheid bijgebouwd werd; de ca. 120 hier verblijvende gevangenen werden te werk gesteld op het land, bij de landbouwbedrijven in het dorp. Vanaf 1936 kregen zij gezelschap van de dienstweigeraars. In 1949 werd het complex geheel vernieuwd en vanaf die tijd is het een gevangenis en rijkswerkinrichting.

- Culinair Erfgoed Centrum Inmaak en Bewaar is in 2012 van start gegaan. Het centrum is gevestigd in het voormalige schoolgebouw aan de Oude Gracht, tegenover het Gevangenismuseum. Al jaren dragen Sandra Hoekman en Carolina Verhoeven het culinair erfgoed uit door oude technieken van het conserveren van voeding te combineren met de huidige methodes. Hiermee promoten zij het inmaken en bewaren van streekproducten. Rond 1900 woonden er ruim 5000 mensen in Veenhuizen en zij moesten ook in de barre wintermaanden over voldoende voedsel kunnen beschikken. Omliggende landerijen werden voor eigen gebruik bewerkt en wat niet verbouwd kon worden werd aangevoerd. Waar en hoe werd het voedsel bewaard en wie waren de toeleveranciers? Op deze en vele andere culinair-historische vragen krijg je antwoord in Culinair Historisch Centrum Inmaak en Bewaar.

- Sinds 2016 is er in Veenhuizen het Museum voor Graftrommels. Het museum is ontstaan vanuit een restauratieproject van de begraafplaats. Voordat de Tweede Wereldoorlog begon waren de graftrommels erg populair. Alleen rijke mensen konden deze betalen. In de graftrommels lagen kransen met porseleinen kunstbloemen met metalen bladeren. De trommels werden op graven gelegd.

Terug naar boven

Jaarlijkse evenementen

- De Crossloop Veenhuizen (4x per jaar) voert over een afstand van 3, 5 of 10 km door de bossen rondom het dorp.

- Filmfestival (weekend eind maart). Geniet van bijzondere arthouse-/filmhuisfilms op mooie locaties in Veenhuizen. Eind maart wordt het jaarlijkse filmweekend gehouden en daarnaast worden er jaarlijks een aantal filmavonden georganiseerd. De films staan voor een goede kwaliteit met een hoge culturele en artistieke waarde.

- De Horsepowerrun (op een zondag in april) is een internationaal evenement voor motorrijwielen, zijspannen en driewielers met zogeheten 'forecars' d.w.z. die gebouwd zijn in de pioniertijd van het motorrijwiel. Deelname aan de Horsepowerrun is daarom alleen mogelijk voor een ieder die over een voertuig beschikt uit een van de genoemde categorieën, waarbij de productiedatum uiterlijk 31 december 1920 is. Het evenement in Veenhuizen kan als de continentale tegenhanger worden gezien van de beroemde Pioneer-run 'London-Brighton' in Engeland, en is mede opgezet omdat veel eigenaren van historische machines behoefte hadden aan een evenement speciaal voor de alleroudste machines. De HPR voorziet duidelijk in een behoefte, speciaal voor diegenen die de mogelijkheden en/of middelen missen om in het buitenland te rijden.

- Op een zaterdag eind augustus is er in Veenhuizen het Noordfolk Festival op het sfeervolle terrein van Coco Maria. Naast prachtige luisterconcerten zijn er kraampjes, gezellige straatacts en lekker eten.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Z van het dorp vind je het uitgestrekte natuurgebied Fochteloërveen, dat globaal half onder het Drentse Veenhuizen valt en half onder het Friese Fochteloo en aldaar beschreven wordt.

- Fietsroute Assen - Veenhuizen v.v. (ca. 50 km, van Het Drentse Landschap).

- Zwembad Veenhuizen is een schitterend openluchtbad in de mooie Drentse natuur. Gedurende het seizoen organiseren ze diverse evenementen en activiteiten zoals de Zwemvierdaagse, Midzomeravondzwemmen en duiken.

- Landinrichtingscommissie Veenhuizen en de gemeente Noordenveld zijn sinds 2019 aan de slag met het versterken van het lokale landschap, het verbeteren van de landbouwkundige structuur ten gunste van lokale agrariërs en de aanleg van een recreatief fietspad. Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben hiervoor 724.900 euro beschikbaar gesteld. De plannen komen voort uit het Landinrichtingsplan voor het dorp. (bron: Provincie Drenthe, 12-3-2019)

Terug naar boven

Beeld

- Reportage van het Rijksvastgoedbedrijf over verleden, heden en herbestemmingen in Veenhuizen.

Terug naar boven

Links

- Algemeen: - Site van en over Veenhuizen. - Artikel in de Volkskrant over het dorp, dec. 2008.

- Belangenorganisatie: - "Stichting Bewonersbelangen Veenhuizen heeft ten doel: - de behartiging van de belangen van de inwoners en het bijdragen aan de specifieke cultuurhistorische kenmerken van het dorp; - het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: - onderzoek te doen naar de meningen van de inwoners; - het vertegenwoordigen van de inwoners in verschillende overlegvormen; - het onderhouden van contacten met gemeente en andere instellingen; - het geven van informatie; - het samenwerken met instellingen en groepen die een soortgelijk doel nastreven. Visie. Belangrijk zijn investeringen in de leefbaarheid van het dorp: woningen die aansluiten bij de behoefte, goede voorzieningen en voldoende mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Ook van belang is het vinden van een goede balans tussen het Veenhuizen van de bewoners en van de bezoekers."

- Onderwijs: - Sinds schoolseizoen 2017-2018 gaan OBS De Vlinderhof en CBS De Veenster samen verder als Samenwerkingsschool Veenhuizen.

- Sport: - Centraal in het dorp liggen de twee voetbalvelden, een trainingsveld en het prachtige clubhuis van de in 1945 opgerichte voetbalvereniging v.v. Veenhuizen. Veel inwoners voelen zich er thuis en trappen er een balletje, helpen in de kantine, begeleiden de talenten of moedigen ze aan. Het is er altijd een drukte van belang en gezelligheid en sportiviteit gaan er hand in hand. Het 1e elftal heeft een eigen site.

- Zorg en welzijn: - De Tuinen van Weldadigheid is een kleinschalig biologisch bedrijf van ruim 3 ha. Er kunnen dagelijks max. 5 mensen terecht voor een zinvolle dagbesteding. Bijvoorbeeld mensen bij wie sprake is (geweest) van psychose, schozefrenie, depressie, angsten of autisme. Uiteraard zijn er veel planten maar er zijn ook dieren om te verzorgen. Er is voor iedereen wel geschikt werk te vinden, zowel alleen als samen.

- "Grietje Vording en Saskia Schotman zijn de oprichters van Stichting BijdeBuren. Een stichting met als doel het bieden van dagbesteding aan inwoners van Veenhuizen, die hierdoor langer zelfstandig kunnen blijven wonen. “We voelden allebei sterk de behoefte om iets te gaan doen om de leefbaarheid en samenhang in het dorp te bevorderen. Zo ontstonden voorzichtig ideeën waarin we elkaar helemaal vonden. Wij versterken elkaar, een soort yin en yang.” Grietje: “We wilden een sociale winkel beginnen in een leegstaande winkel hier in het dorp. Dames kunnen gaan haken, er is een sleutelkastje voor basisschoolkinderen die uit school hun huissleutel op kunnen halen, nadat ze een glaasje ranja hebben gekregen, medicijnen zouden er bezorgd en afgehaald kunnen worden. Een uitleenplek voor gereedschappen, groente uit de moestuin et cetera. En we zouden dan een beetje geld kunnen verdienen met bijvoorbeeld de verkoop van ijsjes. Geen dorpshuis, en ook niet alleen een ontmoetingsplek. We wilden echt wat extra’s bieden. Maar helaas, de eigenaar van het leegstaande winkelpand stond er niet positief tegenover.

Juist in die tijd gingen de beide basisscholen in Veenhuizen, christelijk en openbaar, samen in een nieuw onderkomen. Daarmee kwam het monumentale witte schoolgebouw leeg te staan. Saskia: “Al snel hadden we hier een oogje op. Centraal gelegen. We kwamen in gesprek met Ad Hoc, die dit onderhoudt, en binnen een paar dagen was de handtekening onder het huurcontract gezet. Op 1 januari 2018 hadden we de beschikking over het voormalige kleuterlokaal. Binnen enkele weken was het ingericht. Alles wat hier staat, van fauteuil tot piano, van het Wedgewood servies tot het zilveren bestek, hebben we gekregen. De mensen wisten ons te vinden. Ze stonden achter ons initiatief, het werd direct op handen gedragen.” Grietje: “Doordat alle materialen werden gegeven door dorpsbewoners, werd er al direct een ‘wij’-gevoel gecreëerd. We hebben dat binnen een razend tempo weten te bewerkstelligen.

Maar hoe krijg je de mensen nu hier? Saskia is hier op die bewuste woensdagochtend gaan zitten, en ik ben het dorp rond gegaan. Veel mensen kennen mij als de vrouw van de boswachter. Ik belde letterlijk bij mensen aan en vroeg of ze zin hadden om met mij een kop koffie te gaan drinken, en een boterham eten. Als ze dan ja zeiden, nam ik ze mee hiernaartoe. Verschillende mensen wilden niet direct meekomen, maar kwamen een volgende keer. Of pas de zesde keer. Of kwamen helemaal niet, maar waardeerden het heel erg dat ik iedere week aan de deur kwam. Dat bevestigde het vermoeden dat ons initiatief in een behoefte voorzag! Zo gingen we van vier bezoekers op de eerste woensdag, naar achttien bezoekers drie maanden later.

“Wij bieden de gelegenheid om mensen met elkaar in contact te laten komen. Tegen de tijdsgeest van het individualisme in. Sommige dames kenden elkaar via de echtgenoten, die bij leven collega’s waren geweest. Hier zijn oude contacten aangehaald en versterkt.” Saskia en Grietje hebben zijn beide werkzaam in de zorg, Grietje ook in het sociaal cultureel werk. Ze zijn eraan gewend om te luisteren, zowel professioneel als van mens tot mens. En dat laatste bleek snel de grote waarde die aan hun initiatief gegeven werd. Grietje: “Aanvankelijk hadden we een heel programma bedacht, met rummikub, blokgooien en andere spelletjes. Maar al snel gaf men aan daar geen behoefte aan te hebben. Ze zeiden: “jullie luisteren tenminste”. Dat was al genoeg. En we dragen echt niet altijd een oplossing aan, maar ze voelen zich wel gehoord.” "Soms hebben we ook een bord bij de weg waarop staat ‘vandaag soep’, of ‘koffie met een verhaal’, en dan komen er spontaan fietsers langs. Toeristen krijgen soms complete geschiedenislessen over Veenhuizen, ‘live’ van de oudste bewoners. Hoe mooi is dat?” Grietje: “We krijgen inmiddels ook hulp van andere vrijwilligers. Maar het succes zit hier. We kunnen niet tegelijk op vakantie, maar wij leven voor hoe het moet. Wij zijn uitgerust met een extra antenne.”

Saskia: “Sinds kort zijn we ook twee keer per maand open op de maandagavond, van vier tot acht. En dan spreek je automatisch weer een ander publiek aan. Grietje: “We bieden dan een warme voedzame maaltijd aan. Het gaat om het samen eten. Eenzaamheid speelt vaak een rol, leeftijd maakt daarin niet uit. En dit tijdstip is handig. Je kunt na het werk komen, begint met een aperitief of koffie, dan het eten dat bestaat uit drie gangen. En dan heb je de avond nog. Dit hebben we nu twee keer gedaan. Niet met een te grote groep, we willen zorgvuldige aandacht kunnen geven. En krijgen we wel meer dan 20 personen te eten, dan gaan we naar twee keer in de maand.”

Grietje: “We liepen aan tegen het feit dat wij buiten de kaders werken en organiseren. We zijn niet in een hokje te stoppen. Het gaat vaak om mensen die toeleven naar meer zorg, maar daar nu nog niet aan toe zijn. Mede door ons initiatief, hulp van mantelzorgers, familie en buren, kunnen deze mensen langer in eigen omgeving blijven wonen. Eigenlijk lopen wij voor de muziek uit. Nederland is er nog niet op ingericht en het wordt nog niet gefinancierd. Maar de waarden waar het om draait, die hebben wij wel. Eigenlijk bieden wij menselijkheid in een periode van eenzaamheid of verwarring. Aandacht en warmte. En dat kan met beperkte middelen. Gelukkig heeft Ouderenfonds Norg ons financieel geholpen.”

Grietje en Saskia hebben ook andere inkomstenbronnen verzonnen. Zo maken de ouderen tassen, mutsen, sjaals en sokken, die worden verkocht bij het Gevangenismuseum in Veenhuizen. Ze verhuren de ruimte aan de plaatselijke zangclub, of aan een theatergroep. Ook worden er taarten gebakken en verjaardagsfeesten voor de bezoekers verzorgd. Of een soepbuffet voor een wandelclub. En sinds kort huurt de huisarts uit Norg een lokaal om een wekelijks spreekuur te houden. Saskia: “Onze ambitie is om nog meer open te gaan, ook in de avond. Zodat we ook een jongere leeftijdsgroep aanspreken. Je moet iets bieden waardoor het aantrekkelijk is om te komen, en daaruit voortkomend hef je iets op: bijvoorbeeld eenzaamheid." Grietje: “De afgelopen vier jaar haken steeds meer mensen aan, en zij bedenken ook weer nieuwe dingen. Zo hebben we vrijwilligers die voorlezen, een uurtje bewegen met de mensen, of pianospelen en zingen. We hebben nog plannen genoeg.” Saskia: “We zijn in ons eigen dorp aan de slag gegaan, als onderdeel van de gemeenschap. En we hebben geen seconde spijt!” (bron en voor nadere informatie zie BOKD, maart 2022)

- Genealogie: - Overzicht van begravenen op de begraafplaats van Veenhuizen.

Reactie toevoegen