Ubbergen

Plaats
Dorp
Berg en Dal
Rijk van Nijmegen
Gelderland

ubbergen_plaatsnaambord_kopie.jpg

Ubbergen is een dorp in de provincie Gelderland, in de streek Rijk van Nijmegen, gemeente Berg en Dal. Het was een zelfstandige gemeente t/m 2014. De hoofdplaats van de gemeente was Beek.

Ubbergen is een dorp in de provincie Gelderland, in de streek Rijk van Nijmegen, gemeente Berg en Dal. Het was een zelfstandige gemeente t/m 2014. De hoofdplaats van de gemeente was Beek.

ubbergen_heemkundekring_de_duffelt.jpg

Bijzonder aan Heemkundekring De Duffelt is dat haar werkgebied de voormalige gemeente Ubbergen beslaat met omliggend gebied in Nederland en Duitsland. Internationaal dus!

Bijzonder aan Heemkundekring De Duffelt is dat haar werkgebied de voormalige gemeente Ubbergen beslaat met omliggend gebied in Nederland en Duitsland. Internationaal dus!

gemeente_ubbergen_kadastraal_anno_ca._1870_kaart_j._kuijper_kopie.jpg

Gemeente Ubbergen anno ca. 1870, kaart J. Kuijper, exclusief de in 1814 opgeheven gemeente Leuth

Gemeente Ubbergen anno ca. 1870, kaart J. Kuijper, exclusief de in 1814 opgeheven gemeente Leuth

gemeente_leuth_kadastraal_anno_ca._1870_kaart_j._kuijper_kopie.jpg

Kaart van de in 1814 opgeheven gemeente Leuth (die volgens deze kaart - ook wel? - Leuth en Kekerdom heette), situatie anno ca. 1870, kaart J. Kuijper

Kaart van de in 1814 opgeheven gemeente Leuth (die volgens deze kaart - ook wel? - Leuth en Kekerdom heette), situatie anno ca. 1870, kaart J. Kuijper

Ubbergen

Terug naar boven

Status

- Ubbergen is een dorp in de provincie Gelderland, in de streek Rijk van Nijmegen, gemeente Berg en Dal. Het was een zelfstandige gemeente t/m 2014. De hoofdplaats van de gemeente was Beek.

- De gemeente Ubbergen is in 1818 ontstaan uit samenvoeging van de gemeenten Beek en 'Ooij en Persingen' (nadat eerder al, in de Franse Tijd, de gemeenten Ooij en Persingen waren gefuseerd tot een gemeente, en vervolgens per 1-3-1817 de gemeente Leuth daaraan was toegevoegd).

- In 1873 is er een verzoek ingediend om een stukje grondgebied aan deze gemeente toe te voegen, en wel een aangrenzend stukje van de gemeente Groesbeek. Dat verzoek is niet gehonoreerd. Dat zit als volgt: "In 1852 koopt de Beekse notaris Cornelis van de Goes het Groesbeekse landgoed Watermeerwijk en gaat daar in de jaren zestig wonen, in het landhuis bij de vijver. Als hij in 1872 wordt benoemd tot burgemeester van de gemeente Ubbergen, wil hij graag in zijn mooie Watermeerwijk blijven wonen, maar dat mag niet omdat het landgoed in de gemeente Groesbeek ligt. In 1873 richten de grondeigenaren en boeren van de Meerwijk een verzoek aan de minister van Binnenlandse Zaken om hun gehucht bij de gemeente Ubbergen te voegen. Maar hun voorstel, dat duidelijk uit de koker van Van der Goes komt, maakt geen schijn van kans." (aldus geograaf dr. Klaas Bouwer in het artikel onder de link)

- Wapen van de voormalige gemeente Ubbergen.

- Onder de gemeente Ubbergen vielen naast het gelijknamige dorp verder nog de dorpen Beek, Berg en Dal (deels), Kekerdom, Leuth, Ooij en Persingen en de buurtschappen De Vlietberg, Erlecom, Groenlanden, Holdeurn (deels), Haukes, Tiengeboden, Wercheren en Wyler (zijnde een stuk buitengebied van het Duitse dorp Wyler dat na de Tweede Wereldoorlog Nederlands grondgebied is geworden).

Terug naar boven

Naam

Oudere vermeldingen
1277 Ubburgen, 1403 Vbbergen*, 1415 Upbergen.
* De V te lezen als een U.

Naamsverklaring
Combinatie van het voorzetsel up 'op' en datief meervoud van berg 'heuvel', betekent '(nederzetting) op de heuvel'.(1)

Terug naar boven

Ligging

De voormalige gemeente Ubbergen ligt direct O en NO van Nijmegen en grenst in het N aan de Waal, in het Z aan de voormalige gemeente Groesbeek en in het O aan de gemeente Millingen aan de Rijn en aan Duitsland. De voormalige gemeente ligt qua grondgebied voor een groot deel in de Ooijpolder, een gebied N van de kernen Beek en Ubbergen.

Terug naar boven

Statistische gegevens

- In 1840 heeft de gemeente Ubbergen 301 huizen met 2.261 inwoners, verdeeld in het gelijknamige dorp 46/272 (= huizen/inwoners) en de dorpen Beek 94/715, Rijks-Ooij 28/172, Heerlijkheid Ooij 30/291, Persingen 3/24 (begin 19e eeuw was een groot deel van dit dorp overstroomd), Leuth 25/234, Kekerdom 53/351 en Erlecom 22/202.

- Vlak voor haar opheffing in 2015 heeft de gemeente Ubbergen ca. 4.000 huizen met ca. 9.400 inwoners. Het gelijknamige dorp heeft tegenwoordig ca. 200 huizen met ca. 500 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

Kasteeltuin
"Dat er in de 18e eeuw in Ubbergen onder de rook van Nijmegen een prestigieuze baroktuin lag, was in de vergetelheid geraakt. Begrijpelijk, want het huis waar de tuin omheen lag, is al anderhalve eeuw geleden gesloopt. De tuin zelf is verdwenen door ontwikkelingen in de 19e en 20e eeuw: herinrichting in landschappelijke stijl, opdeling voor villabouw, kloosterbouw en natuurontwikkeling. Historicus en geograaf Paul van der Heijden, landschapshistoricus Paul Klinkenberg en historisch geograaf Paul Thissen hebben van 2018 t/m 2020 de geschiedenis van de tuin achterhaald aan de hand van kaarten, historische literatuur, reisbeschrijvingen, foto’s, veldwerk en archiefonderzoek. Startpunt voor het onderzoek was de ontwerptekening van omstreeks 1715 die de Universiteit Leiden bewaart. Het ontwerp wordt toegeschreven aan (de omgeving van) Daniel Marot, die veel tuinen, gebouwen en interieurs ontwierp voor de Oranjes en hun kring. De tekening geeft een ambitieuze tuin weer die gebruik maakt van de ligging op de helling van de stuwwal en van overvloedig sprengwater. De vraag was wat van dit ontwerp zou zijn uitgevoerd, wat vooraf ging aan de baroktuin en wat er na.

Kasteel. Ubbergen was een kleine Heerlijkheid die tegen de stad Nijmegen aan lag, op de flank van de stuwwal. In 1582 verwoestten Nijmegenaren het kasteel om Spaanse troepen te verhinderen een sterke positie vlakbij de stad in te kunnen nemen. Omstreeks 1630 maakte de toenmalige heer van Ubbergen, Nicolaas Vijgh, het kasteel weer bewoonbaar. Hij legde ook een tuin aan. Deze kende drie niveaus. De tuin had zowel een sier- als nutsfunctie en was doorkruist met lanen. Aan de tuin lag de watermolen van de heerlijkheid.

Bernard van Welderen. In 1712 ging de eigendom van kasteel en tuin over naar Bernard van Welderen, die vanaf 1715 Heer van Ubbergen was. Hij behoorde tot de kring van Nijmeegse regentenfamilies. In het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747) trad hij, in dienst van de Staten-Generaal, in binnen- en buitenland op als vertegenwoordiger van de Republiek. Vanaf 1715 verving Van Welderen het middeleeuwse kasteel door een bij-de-tijds huis en vernieuwde hij de tuinen. Waarschijnlijk liet hij zich inspireren door wat hij gezien had op Het Loo, Middachten en Rosendael. Het ontwerp uit 1715 vertoont namelijk veel vormovereenkomsten met deze tuinen waar Marot de hand in had, zoals terrassen, broderies de parterres, door sprengwater gevoede cascades, fonteinen en vijvers, een in de stuwwal gegraven zichtas en een theekoepel die sprekend lijkt op die van Rosendael. De watermolen werd ingepast in de tuinaanleg.

Herinrichting in landschappelijke stijl. De bloeiperiode van deze tuin was kort. Halverwege de eeuw al trad verwaarlozing in. Na de Bataafs-Franse Tijd kocht Gijsbert Jan Dommer huis en tuin. Hij blies het complex nieuw leven in, passend bij zijn status sinds 1818, toen hij door koning Willem I in de adelstand was verheven. Vanaf die tijd voegde hij aan zijn naam ‘van Poldersveld’ toe. Dommer van Poldersveld knapte Huis Ubbergen op en bouwde er vleugels aan. De tuin onderging een herinrichting in landschappelijke stijl. Het gebruik van sprengwater bleef, nu voor de voeding van vijvers met rondlopende oevers, een stuk of tien watervalletjes en in de grotkamer van het huis, een fontein die 15 voet hoog sprong.

Sloop en verkaveling. Huis Ubbergen stond op de plaats van het afgebroken middeleeuwse kasteel, laag gelegen aan de riviervlakte van de Waal. Daar trad in de 19e eeuw steeds vaker wateroverlast op. Dat heeft bijgedragen aan de verkoop in 1865 van huis en tuin door de familie Dommer van Poldersveld. De familie betrok een villa hogerop de stuwwalhelling. Een opkoper uit Dordrecht verwierf vrijwel het gehele complex. Hij kapte de houtopstanden en verkocht de gronden in grote kavels voor villabouw. In een van de villa’s met het grootste terrein begonnen Franse nonnen in 1903 het internaat Notre Dame des Anges. Dit internaat groeide uit tot een imposant neorenaissance gebouwencomplex, dat na vertrek van de congregatie in de jaren ’80 heringericht werd door en voor de woon- en werkgemeenschap De Refter. Het lage deel van de bijbehorende tuin is nu het Bronnenbos, dat door de hoge kwelwaterkwaliteit een zeer bijzondere flora kent.

Restanten van de baroktuin. Op de speurtocht is het terrein nauwkeurig nagezocht op relicten van de tuinen uit de 18e en 19e eeuw. Van de baroktuinen resteren aan de westkant een stuk tuinmuur en opvallende overblijfselen van de terrassen. Verspreid over het terrein liggen sprengkoppen, vergraven vijvers en enkele natuurstenen artefacten waarvan sommige ornamentaal. Aan de onderzijde stroomt een watergang in de vorm van een accolade. De in de stuwwal uitgegraven zichtas is nog duidelijk herkenbaar. Het grootste deel van de terreinen is niet toegankelijk. Aan de bovenkant loopt de fraaie Rijksstraatweg van Ubbergen naar Beek. Aan de linkerhand is eerst de laagte met vijver zichtbaar waarachter het huis stond. Iets verder, op de hoogste plek van de verdwenen tuinen, rijst plotseling als een kasteel het kloostercomplex Notre Dame des Anges op. En onderlangs loopt de Kasteelselaan, waaraan het kwelwater, dat eens de cascades en fonteinen voedde, zorgt voor fraaie natuur.

Wil je meer lezen over de tuinen van Huis Ubbergen? Zie dan het uitgebreide artikel van Paul van der Heijden, Paul Klinkenberg en Paul Thissen, ‘De kasteeltuin van Ubbergen, een monumentale geschiedenis’ in Jaarboek Numaga 67 (2020), p. 110-149. Het jaarboek kost € 20 en is te bestellen via nabestelling@numaga.nl of via de boekhandel." (bron: stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen (sKBL), maart 2021)

Heemkunde
Als je je nader wilt verdiepen in de geschiedenis van (de kernen van de voormalige gemeente) Ubbergen, kun je terecht bij Heemkundekring De Duffelt. Het doel van de in 1970 opgerichte vereniging is het bevorderen van de kennis van en de liefde voor de geschiedenis van land en volk van de Duffelt (globaal het gebied tussen Nijmegen en Kleve). De vereniging beoogt dit doel te bereiken door de uitgave van een tijdschrift, het organiseren van excursies, lezingen, voordrachten en tentoonstellingen, het bevorderen van het behoud van historische objecten, plaatsen en kunstwerken, plaatselijk onderzoek op historisch gebied en door het steunen van en samenwerken met instellingen, stichtingen en verenigingen die een soortgelijk doel nastreven.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Ubbergen heeft 25 rijksmonumenten, zijnde Villa Waalheuvel op Rijksstraatweg 24 met voormalig koetshuis en dienstwoningen op nr. 7, voormalig tolhuis op nr. 26, woonhuis op nr. 28, Huize Oubergzicht op nr. 29, Avalon met koetshuis op nr. 31, Rozendal op nr. 33, Huis Schoonoord op nr. 34, Ter Meer op nr. 37, Hervormde kerk op nr. 38, begraafplaats bij de kerk (vanwege de grafkelders, de omtuining van het pereceel, en het toegangshek), De Refter op nr. 39, voormalig klooster van de Franse Zusters op nr. 41, Huize Rozenhof op nr. 43, Dennenheuvel op nr. 46, Maartenshof op nr. 48, Beukenheim op nr. 50, Heuvellust op nr. 52, Bronhuize op nr. 56, Villa Montana op Pompweg 11, Eik en Dal op Ubbergensedijk 1, Kopsendal op Ubbergse Holleweg 18, Torensigt op Jan Dommer van Poldersveldtweg 4, en het archeologisch monument 'terrein waarin twee kasteelbergen' op de Duivelsberg.

- Ubbergen heeft 15 gemeentelijke monumenten, zijnde het voormalige koetshuis van Villa Beukenheim op Jan Dommer van Poldersveldtweg 5, de dubbelwoning met voormalige wasserij op Kasteelselaan 4-6, het voormalige dubbele wasboerderijtje op nr. 24, Villa Schoon-Zicht op Pompweg 12, Hartenbeek op nr. 18, voormalige vakantiewoning op nr. 22, woonhuis op Rijksstraatweg 17, Huize Dennendal met tuinhuis op nr. 35, Zusterebegraafplaats van De Refter bij nr. 37, voormalig koetshuis van Villa Oubergzicht op Ubbergensdijk 8, dubbel woonhuis op nr. 26-28, voormalig billard café Bergzicht op Ubbergse Holleweg 2-10, woonhuis op nr. 12 en voormalige tuinderswoning op nr. 16.

- Het eenbeukige, witgepleisterde Hervormde kerkje van Ubbergen (Rijksstraatweg 38) dateert uit de 15e eeuw en is niet meer als kerk in gebruik. Tegenwoordig is het een sportcentrum.

- Kloosterkapel De Refter (Rijksstraatweg 37) uit 1890. In de 19e eeuw worden de voormalige tuinen van het Huys te Ubbergen verdeeld in meerdere percelen. Een van deze percelen is het huidige terrein van De Refter. Op dit terrein bouwt de rijke familie Van der Meer rond 1885 de Villa ter Meer en een koetshuis. Eromheen legt de familie een wandelpark aan. Rond de eeuwwisseling verkopen de Van der Meers het pand en het terrein aan een uit Frankrijk uitgeweken Augustijner nonnenorde. Door anti-religieuze wetten in Frankrijk mochten religieuzen daar geen les meer geven.

De nonnen betrekken het gebouw in 1903 en vestigen er een pensionaat (kostschool) met Franstalig onderwijs voor meisjes van gegoede huize. Het pensionaat heet Notre Dame des Anges. In 1910 wordt de kerk gebouwd. Begin jaren 1970 is er nog maar weinig animo voor kostscholen en de nonnen vertrekken. Na diverse andere tijdelijke bestemmingen in de loop der jaren koopt Stichting De Refter het gebouw in 1983 en herbestemt het tot woon-werkcomplex De Refter. De kapel wordt niet meer als zodanig gebruikt.

- De voormalige RK kapel Het Rondeel uit 1958 bij de St. Maartenskliniek (Hengstdal 3, Ubbergen) is tegenwoordig in gebruik als reataurant.

- Voorheen Stichting tot Behoud van Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen is ontstaan in 1975. Dat jaar was uitgeroepen tot 'Nationaal Monumentenjaar', met de bedoeling meer aandacht te vragen voor gebouwde monumenten. Nederland had toen juist een periode van sterke economische groei achter de rug waarin nauwelijks aandacht werd besteed aan behoud van monumenten of het landschap. In de gemeente Ubbergen dreigde dat jaar de sloop van villa Waalheuvel, die zou moeten wijken voor appartementen. Ton Gijsbers, de latere oprichter van Monument en Landschap, is er toen met enkele geestverwanten in geslaagd om net op tijd een rijksmonumentenstatus voor Waalheuvel te verkrijgen, waardoor de villa behouden bleef.

De stichting heeft sindsdien veel betekend voor de monumentale gebouwen in de gemeente Ubbergen. Het gemeentelijke monumentenbeleid, de selectie van monumenten en de instelling van een gemeentelijke monumentencommissie zijn allemaal op initiatief van de stichting tot stand gekomen. Verder heeft zij gezorgd voor de redding van diverse andere monumenten, waaronder ook kleinere monumenten, zoals de spoelput in de Smorenhoek, het Huisje van Salm bij de toegang naar Kalorama en de grenswijzer in het Keteldal. Ook heeft de stichting zich ingezet voor het herstel van de zichtlijnen in de bossen, zodat iedereen weer van de prachtige uitzichten kan genieten. Sinds de herindeling van 2015, waarbij de nieuwe gemeente Berg en Dal is ontstaan, heeft de stichting zich hernoemd tot Stichting tot Behoud van Monument en Landschap in de gemeente Berg en Dal, en heeft zij ook haar werkgebied tot die hele gemeente verbreed.

- Stichting tot Behoud van Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen heeft de toenmalige gemeente in 2013 verzocht om een kleine 30 monumentale erfgoederen in die gemeente op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Ze wilde daarmee voorkomen dat er na de gemeentelijke herindeling onvoldoende aandacht voor het behoud van dit deel van het historische erfgoed zou zijn. Onder de link vind je 18 panden ervan afgebeeld. Kennelijk is dat er, in ieder geval deels, niet van gekomen, want op deze lijst, maar (nog) niet op de gemeentelijke monumentenlijst, staat o.a. Huize Sint Elisabeth in Beek. Voor een beschrijving van dat pand zie bij Beek.

- Gevelstenen in Ubbergen.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Met zelfbedienings-kettingveerpontje het Persingse Veer bij het hieronder vermelde natuurgebied 't Zwanenbroekje kun je per fiets of te voet van Ubbergen naar Persingen v.v., over de waterloop Het Meer. - Filmpje over het Persingse Veer. - Beschrijving wandelroute van Ubbergen naar de Ooijpolder via het pontje.

- Direct N van Ubbergen, in de 'oksel' waar de waterloop Het Meer en de Rijksweg N325 bij elkaar komen, vind je natuurgebied 't Zwanenbroekje, dat de afgelopen jaren is omgevormd van landbouwgebied naar natuurgebied. Het gebied zelf is niet toegankelijk (behalve middels excursies onder begeleiding), maar het is vanaf de paden eromheen goed te overzien.

- De Ooijpolder N van - en voorheen gemeente - Ubbergen was in 2006 het eerste gebied in Nederland dat helemaal klaar is voor toekomstige extreme neerslag. Waterschap Rivierenland heeft er een groot aantal sloten breder gemaakt, zodat ook bij een extreme regenbui al het water in de sloten past. Daarmee behoort regenwateroverlast in de Ooijpolder tot het verleden. Een aantal jaren geleden kreeg Waterschap Rivierenland een aanbod van de Landinrichtingscommissie Ooijpolder om langs bijna iedere sloot een strook grond te kopen. Door die extra grond konden de slootkanten minder steil gemaakt worden, waardoor er meer water in kan. Bovendien zijn de leefomstandigheden voor planten en dieren beter op een flauwe oever.

Ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen hebben in 2001 het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend. In die overeenkomst is afgesproken hoe overheden om moeten gaan met extreme neerslag. Het gaat in de toekomst namelijk vaker en harder regenen door klimaatsverandering. Een van de afspraken is dat overheden zoeken naar mogelijkheden om regenwater in het gebied waar het valt vast te houden of tijdelijk te bergen. Uit dat onderzoek is gebleken dat het verbreden van sloten de beste oplossing is. In de Ooijpolder is dat sinds 2006 dus goed geregeld.

- In 2010 is het Deltaplan Ooijpolder - genoemd naar de in de voormalige gemeente Ubbergen gelegen Ooijpolder - van start gegaan. Met de rente uit een landschapsfonds worden boeren en particulieren marktconform en duurzaam betaald voor aanleg en beheer van landschap en voor de inzet van hun grond. Door de aanleg van nieuwe landschapselementen worden de al bestaande elementen opgenomen in een aaneengesloten netwerk van heggen, moerasoevers en bloemrijke stroken. Veel planten- en diersoorten profiteren hiervan, en dankzij de aanleg van veel nieuwe wandel- en fietspaden kunnen ook omwonenden en toeristen ervan meegenieten.

- De Ooijpolder en De Duffelt vormen samen een prachtig gebied om in te wandelen en te recreëren. Het gebied ligt ten oosten van de stad Nijmegen en ten zuiden van de Waal; aan Nederlandse zijde bestrijkt het een oppervlakte van ongeveer 50 km2. Het gebied wordt gekenmerkt door een uitgestrekt landschap met kleine dorpen, boerderijen en een mooie natuur. De afgelopen jaren heeft de Landinrichtingscommissie Ooijpolder veel gedaan aan extra natuurontwikkeling, waardoor het gebied nog aantrekkelijker is geworden. Om dit resultaat publiekelijk te delen, zijn in 2008 wandelroutes over boerenland gerealiseerd. De 11 routes variëren in lengte van 3 tot 10 kilometer en leiden langs opvallende elementen in het landschap. Omdat de routes veelal over boerenland lopen, worden ze onderhouden door de boeren uit het gebied. Je kunt de wandelroutes met beschrijving en plattegrond gratis downloaden op de site Wandelen in de Ooijpolder.

- Stichting Van Steen en Natuur zet zich in voor behoud en restauratie van de restanten van de vroegere steenindustrie in de Ooijpolder in de voormalige gemeente Ubbergen, en voor de natuur die hieruit voortgekomen is. De oevers van de Waal zijn door de aanwezigheid van rivierklei een geschikte locatie voor de baksteenindustrie. Alleen al in de Ooijpolder waren tot in de jaren zestig van de 20e eeuw nog 9 steenovens in bedrijf: de Vlietberg (2x), Robert Janssen / De Groenlanden, de Ooij, Bouwkamp I en II, Erlecom, Kekerdom en Klaverland. Alleen de steenfabriek van Erlecom is nog operationeel.

De andere zijn in de jaren zestig en zeventig gesloten, doordat de vraag naar baksteen afnam. Oorzaken: de wederopbouw was nagenoeg voltooid en de vraag naar metselstenen nam af / het asfalt verdrong nogal wat klinkerwegen / modernere productiemethoden leidden tot het afbreken van een aantal steenovens. Halverwege de 20e eeuw bakten de steenovens in de Ooijpolder en naastgelegen Duffelt (Duitsland) samen ca. 900.000 stenen per week. Tegenwoordig is alleen de Erlecomse steenoven al goed voor meer dan 1 miljoen stenen per week.

- Planten, insecten, amfibieen en broedvogels lijken te profiteren van de ontwikkelingen in het Voorbeeldgebied Landschapsontwikkeling Ooijpolder N van - en voormalige gemeente - Ubbergen. In dit gebied is de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in kruidenstroken, struweel en ecologische oevers langs sloten en greppels. Hierdoor ontstond een netwerk van ‘groenblauwe dooradering’ waarmee de Nijmeegse stuwwal en de uiterwaarden van de Waal worden verbonden.

- "Grofweg duizend jaar geleden verdwenen de grote wilde grazers uit ons landschap. Daarmee verdwenen ook de stierenkuilen die de stieren van rund en wisent maakten om te imponeren. Deze kuilen boden onder andere nestgelegenheid voor wespen en bijen. Nu er weer natuurlijke kuddes rondlopen doet ARK Natuurontwikkeling in samenwerking met Wageningen Universiteit onderzoek naar dit bijzondere fenomeen. Stierenkuilen ontstaan vooral in de bronsttijd, bij runderen rond juni en bij wisenten in september. Dat is de periode waarin volwassen stieren worden uitgedaagd door de andere stieren in de kudde. De hormonen gieren door hun lijven en om indruk te maken op elkaar schrapen ze met hun poten over de grond en gooien het vrijgekomen zand omhoog. Vooral in droge tijden veroorzaakt dit indrukwekkende stofwolken. Het stof daalt weer neer op hun rug en dan zien de stieren er vervaarlijk uit. Dat schrapen doen ze graag op steeds dezelfde plekken, waardoor asymmetrische kuilen met vaak een steilrand in een halve cirkel ontstaan: de stierenkuil. De stier bewerkt deze steilrand regelmatig met zijn flanken, maar vooral met zijn kop. Grote brokken van de wand vliegen dan door de lucht. Hierdoor ‘wandelt’ de kuil met soms meer dan een meter per jaar door het landschap. Het steil blijven van de wanden is altijd het resultaat van een voortschrijdend proces. Soms komt een stier niet meer terug in de kuil en dan raken de steilranden in verval doordat passerende runderen of paarden de randen van de kuil af trappen. De kuil zelf raakt begroeid en verdwijnt langzaam weer in het landschap.

Deze kuilen komen vrijwel nooit voor op een boerenbedrijf, want kalveren worden daar al vroeg bij hun moeders weggehaald. Het enige moment waarop een volwassen stier weer bij een groep runderen staat is als er koeien gedekt moeten worden, als dat al niet kunstmatig gebeurt. Bovendien gaat een kuil ten koste van grasland en dus van efficiëntie. Een steilrand is mede hierom tegenwoordig een vrij zeldzaam fenomeen in Nederland. Weliswaar maken ook beken en rivieren steilranden als ze de ruimte krijgen om vrij te meanderen, maar dit proces is in Nederland grotendeels aan banden gelegd.

Maar het tij is gekeerd. Sinds 1984 lopen er op de Slikken van Flakkee in Zuid-Holland, als eerste plek in Europa, weer wilde runderen in een natuurlijk, sociaal kuddeverband. Inmiddels lopen in steeds meer natuurterreinen kuddes van rund en paard waarbij ruimte wordt gegeven aan het natuurlijke gedrag van de dieren. Ook hebben de kuddes een natuurlijke samenstelling. Zo lopen er meerdere stieren bij elkaar in een groep. Deze kuddes krijgen de kans zich heel natuurlijk te ontwikkelen. Er wordt alleen ingegrepen als er te veel dieren lopen in verhouding tot het aanwezige voedsel. Op Google-Earth opnames van de Slikken van Flakkee zijn anno 2019 meer dan 600 stierenkuilen te zien. Dit was voor ARK Natuurontwikkeling en Wageningen Universiteit aanleiding om te onderzoeken welke impact dit fenomeen heeft op flora en fauna. Voor een studie viel het oog op de kuilen van Gallowayrunderen in de Ooijpolder in de voormalige gemeente Ubbergen. Vijf kuilen zijn geselecteerd en worden onderzocht. Naast pionierplanten op de losgewerkte grond aan de ene kant van de kuil profiteren met name bijen en wespen van de steilrand aan de andere kant. Tot nu toe zijn er 23 soorten wespen en 16 soorten bijen opgemerkt.

Opvallend is het voorkomen van de zeldzame steilrandgroefbij. Dit kleine bijtje moet het van actieve kuilen en steilranden hebben. In verlaten stierenkuilen komt zij niet voor. Er zijn twee kerngebieden: de duinen bij Den Haag en de uiterwaarden van de Gelderse Poort bij Nijmegen. In de duinen zit ze in stuifkuilen die ontstaan als reeën de grond opengraven op zoek naar wortels. In de Gelderse Poort zit ze soms langs de rivier en in door mensen gegraven taluds, maar die laatste zijn onderhevig aan verval en raken begroeid. Zolang er bronstige stieren rondlopen zijn er altijd verse steilranden en deze bij zit in elke onderzochte actieve stierenkuil. Het voordeel van een steilrand is dat de holen die insecten erin graven relatief droog blijven tijdens regenbuien en lastig bereikbaar zijn voor indringers. Maar het bewonen van zo’n steilrand is niet zonder risico. De drijvende kracht achter het ontstaan van die kleine kliffen breekt deels de holen ook weer af want de stier keert regelmatig terug. Veel bijen en wespen maken daarom lange gangen van vijftig tot wel honderd centimeter. Dan duurt het even voordat erosie het nest bloot legt. Maar in het geval dat alleen de gang wordt dichtgesmeerd door een stier en de cel intact blijft, profiteert de bij of wesp juist: de larve zit dan onvindbaar voor de vele parasieten veilig in zijn cel.

De dynamiek van stierenkuilen is aantrekkelijk voor diverse planten en dieren waarvan een aantal zelfs een specifieke voorkeur lijkt te hebben voor dit hormoongestuurde proces. ARK Natuurontwikkeling breekt een lans voor natuurlijke processen. Een van die processen is natuurlijke begrazing in de breedste zin van het woord: van worm tot wisent. Stierenkuilen, zandbaden, schone poep en kadavers zijn processen die daaruit voortvloeien met elk hun eigen kansen voor andere dieren en planten. Processen staan zo aan de bron van biodiversiteit. Het onderzoek naar de stierenkuilen in de Ooijpolder in de voormalige gemeente Ubbergen loopt tot eind 2020. (bron: ARK Natuurontwikkeling, mei 2019)

- "Een ‘Living Lab’ in de regio Ooijpolder-Groesbeek is in 2020 subsidie toegekend uit het programma van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Het project onder leiding van Radboud-onderzoeker Hans de Kroon beoogt herstel van de biodiversiteit in het landelijk gebied. Doel van de subsidie is om meer inzicht te verkrijgen in succesvolle maatregelen voor biodiversteitsherstel en de mogelijkheden voor opschaling ervan. In totaal geeft NWO voor dit programma ruim 4 miljoen euro aan drie zogeheten ‘living labs’. Dit zijn grote consortia van kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties die in de praktijk op verschillende plekken in het land de mogelijkheden voor biodiversiteitsherstel onderzoeken.

De polder als proeftuin. In de regio Ooijpolder (voormalige gemeente Ubbergen) / Groesbeek wordt al 25 jaar met succes geëxperimenteerd met vernieuwende vormen van biodiversiteitsherstel. In de uiterwaarden werd de eerste ‘nieuwe natuur’ gerealiseerd waarbij rivier en grote grazers weer vrij spel kregen. Op veel dijken is de bloemrijke vegetatie hersteld, zodat migratieroutes voor insecten zijn ontstaan. In het agrarisch gebied achter de dijken is in een unieke samenwerking met agrariërs een kilometerslang netwerk van boerenlandpaden, bloemranden, hagen, poelen en knotbomen aangelegd. De Ooijpolder is daarmee een voorbeeld voor andere gebieden in Nederland en daarbuiten.

De experimenten zijn succesvol omdat de betrokken partijen hebben onderkend dat biodiversiteitsherstel niet alleen een vraagstuk is van de juiste ecologische oplossingen, maar ook van economische draagkracht en sociaal draagvlak. Zo werd met beheercontracten van 30 jaar zekerheid gegeven aan boeren en daarmee ook aan het landschap. De experimenten zijn geslaagd te noemen, maar het gebied is nog niet af: de groenblauwe dooradering moet verder worden uitgebreid en er kan nog meer natuurinclusief worden geboerd. Opschaling door samenwerking. In het living lab wordt onderzocht hoe de bestaande pilots en initiatieven de biodiversiteit hebben verbeterd. De onderzoekers brengen in kaart wat de belangrijke succescondities waren en wat we daarvan kunnen leren voor de resterende opgaven in het gebied zelf en hoe ze kunnen worden toegepast in de rest van Nederland.

Ook gaan de onderzoekers samen met de betrokken partijen in het gebied op zoek naar nieuwe verdienmodellen en samenwerkingsverbanden, zodat de bestaande successen kunnen worden bestendigd en opgeschaald. Doordat er binnen de Radboud Universiteit al eerder een interdisciplinaire samenwerking is gestart met Healthy Landscape en er al langdurige samenwerking is met de partijen in het gebied, verwachten de onderzoekers hier nieuwe successen te kunnen boeken. Behalve de Ooijpolder in de voormalige gemeente Ubbergen zijn ook Living Labs in het veenweidegebied in de Alblasserwaard en in de Zuid-Hollandse duin- en bollenstreek gehonoreerd. In het tweede halfjaar van 2020 worden de drie toegekende projecten aaneengesmeed tot één groot project onder auspiciën van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, in nauwe afstemming met het ministerie van LNV. Begin 2021 zal het onderzoek beginnen.

Samenwerkingspartners: NIOO-KNAW, EIS Kenniscentrum, Hogeschool van Hall Larenstein, Via Natura, Vereniging Nederlands Natuurlandschap, Stichting Ark, Landschapsbeheer Gelderland, Soorten NL, Stichting Bargerveen, ZLTO/Rijk van Nijmegen, De Ploegdriever, Collectief Rivierenland, burgerinitiatief ‘Naar een duurzame Ooijpolder’, gemeenten Nijmegen en Berg en Dal, Waterschap Rivierenland, Provincie Gelderland, Louis Bolk Instituut, Natuurkinderdagverblijf Struin, IVN Rijk van Nijmegen, de Bastei." (bron: Radboud Universiteit, juli 2020)

- "DNA-onderzoek wijst uit dat de dode schapen in de Ooijpolder bij Nijmegen in oktober 2020 het slachtoffer zijn van een goudjakhals. Voor Nederland is de goudjakhals een relatief nieuwe soort. Pas 3 keer eerder was er bewijs van een goudjakhals in Nederland, waarvan 2 keer op de Veluwe. Dit is de 1e keer dat we een aanval op schapen zien door een goudjakhals. Provincie Gelderland heeft de schade vergoed. Verder onderzoek. De goudjakhals is sinds 29 oktober 2020 niet meer gezien in de Ooijpolder. Mogelijk is het dier verder getrokken. Onderzoekers van de Zoogdiervereniging doen in het gebied nog aanvullend veldonderzoek. We hebben in Nederland nog weinig ervaring met de goudjakhals. De eerste waarnemingen waren in 2016 en 2017 op de Veluwe. In 2019 liep een goudjakhals langs een cameraval in Drenthe. DNA-onderzoek. In de Ooijpolder is in eerste instantie DNA-onderzoek gedaan in opdracht van de provincie, omdat er mogelijk sprake was van wolvenschade. Daarbij is er rekening mee gehouden dat het om een goudjakhals zou kunnen gaan. Die was eerder dit najaar dichtbij over de grens in Duitsland waargenomen.

Provincie vergoedt schade. De goudjakhals is een Europees beschermde soort die op eigen kracht zijn verspreidingsgebied uitbreidt. In Nederland is het een nieuwe soort. De wet moet daarvoor nog worden aangepast. Dit betekent ook dat er geen landelijke schaderegeling is. Provincie Gelderland vindt dat schapenhouders hier niet de dupe van mogen zijn. We vergoeden daarom de schade, net zoals voor schade door de wolf. Dat doen we totdat er landelijk meer duidelijkheid is over hoe we omgaan met de goudjakhals. We verwachten wel dat dierhouders zelf ook zoveel mogelijk doen om schade te voorkomen.

Sinds 2016 waarnemingen. De eerste goudjakhals is in Nederland gezien op de Veluwe in 2016. Sindsdien is de soort ook in 2017 en 2019 waargenomen. De goudjakhals komt oorspronkelijk uit Azië en oost Europa en laat zich niet snel zien. De goudjakhals verspreidt zich zelfstandig steeds verder richting het westen van Europa. Er zijn inmiddels populaties in Tsjechië, Kroatië en Slovenië en komt de soort sinds 2000 ook voor in Duitsland en Italië. Meer informatie over de goudjakhals kun je vinden op de site van BIJ12 en op de site van de Zoogdiervereniging." (bron: Provincie Gelderland, november 2020)

Terug naar boven

Overnachten

- Boek hier je B&B e.d. in omgeving Ubbergen, met laagsteprijsgarantie!

Terug naar boven

Beeld

- Oude foto's en ansichtkaarten van Beek, Ubbergen en Berg en Dal van Tolhuis-bewoner Theo Leether.

- Filmpje van het voormalige 'bergspoor', de tram Nijmegen - Ubbergen - Beek - Berg en Dal.

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Ubbergen (online te bestellen).

Terug naar boven

Links

- Nieuws: - Nieuwssite voor de Ooijpolder e.o., oftewel de voormalige gemeente Ubbergen, van Henk Baron. - Nog een nieuwssite voor de Ooijpolder e,o..

- Onderwijs: - Ubbergen heeft één - voor zo'n klein dorp - grote instelling, en wel Havo Notre Dame des Anges. De school heeft ca. 600 leerlingen (wat voor een Havo tegenwoordig dan weer klein schijnt te zijn). Bijzonder is ook dat Notre Dame de enige categorale Havo van Nederland is. De school is een onafhankelijke, eigenzinnige eenpitter, die wel samenwerkt met anderen waar mogelijk. Het schoolgebouw staat op een bijzondere locatie, midden in de natuur, op de grens van platteland en stad.

De school heeft een rijke geschiedenis van meer dan 100 jaar, maar staat met beide benen in de tegenwoordige tijd. In 2011 is een compleet nieuw gebouw gerealiseerd, dat dankzij de hulp en ondersteuning van provincie, gemeente en milieuorganisaties op een duurzame en bijzondere wijze is ingepast in de omgeving. Daarbij is tevens de omgeving opnieuw ingericht als buitengewoon natuurgebied.

- De St. Maartenschool - evenals de naburige St. Maartenskliniek grenzend aan Nijmegen maar gelegen op grondgebied van Ubbergen - is een school voor speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking en langdurig zieke kinderen. De school werkt intensief samen met het revalidatiecentrum van de St. Maartenskliniek. Het onderwijs op de St. Maartenschool sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen en het biedt hen de uitdaging om zo ver als mogelijk te komen.

- Genealogie: - Doop-, Trouw- en Begraafregisters Ubbergen 1489-1811.

Reactie toevoegen